Inouk Boerma heeft Taalwetenschap gestudeerd aan de Universiteit van Amsterdam. Ze is aan de Vrije Universiteit gepromoveerd op leesbegrip en leesmotivatie en heeft daarnaast een postdoconderzoek gedaan naar verhalen en multiperspectiviteit. Inouk is al twaalf jaar verbonden aan de Hogeschool IPABO als docent Taal en sinds anderhalf jaar vanuit de rol van Associate Lector Lezen: het eerste lectoraat in Nederland op dit vakgebied.
Inouk: “Het idee voor het uitstroomprofiel is al flink wat jaren geleden ontstaan. Mijn proefschrift ging over leesbegrip en leesplezier en naar aanleiding daarvan zette ik de keuzeminor ‘Leesplezier’ op. Maar aangezien dit een keuzevak is en niet alle studenten hiervoor kiezen, dacht ik na over de vraag: zit lezen nu genoeg in ons curriculum? Het antwoord was nee. De basiskennis- en vaardigheden zitten uiteraard wel in het curriculum en we hebben waardevolle leesprojecten, zoals ‘De week van het kinderboek’. Ook hebben we mooie mediatheken. Maar het geven van goed leesonderwijs volgens de meest recente inzichten kwam nog onvoldoende tot uiting in ons onderwijsprogramma”.
Inouk besloot dit met de vakgroep Taal te bespreken. “We hebben samen gekeken hoe we lezen sterker konden neerzetten, zodat alle pabostudenten hier voldoende kennis van konden nemen. En parallel daaraan ben ik gaan lobbyen voor een afstudeerrichting Lezen. Dit soort processen gaat langzaam en kost geld. Onze afstudeerrichtingen zijn namelijk allemaal gekoppeld aan lectoraten. En dat betekent dat er ook geld moet zijn voor een lector of associate lector. Uiteindelijk kregen we groen licht omdat de IPABO overtuigd was van het belang van meer aandacht voor leesonderwijs. En eerlijk is eerlijk, we werden hierbij geholpen door de slechte toetsresultaten van PISA en PIRLS en de ruime media-aandacht voor de dalende leesvaardigheid. Hierdoor is men nog meer doordrongen van de urgentie.”
Hoe kan een leerkracht de leesmotivatie van leerlingen in het basisonderwijs vergroten? Wat zijn effectieve leesbevorderende activiteiten? En wat werkt juist averechts? Dit zijn vragen die centraal staan bij het uitstroomprofiel Lezen.
Inouk: “We willen de studenten graag meegeven dat een leesmethode als uitvalsbasis geldt en dat ze daar zelf omheen kunnen ontwerpen. Methodemakers gaan ook mee met de tijd en sommige methodes hebben nu een duidelijkere visie op bijvoorbeeld geïntegreerd lees-/zaakvakonderwijs. Maar ook al zijn die methodes straks heel goed, ik vind dat je als leerkracht over de didactische vaardigheden moet beschikken om met een tekst die je zelf interessant vindt of die een kind aandraagt, ook goed leesonderwijs kunt geven. Ik wil studenten de tools en het zelfvertrouwen meegeven om dat te kunnen. Dat is denk ik het hogere doel van dit uitstroomprofiel.”
“Om het goede voorbeeld te geven, bereiden wij samen met onze collega’s van de vakgroep Geschiedenis een college voor over ridders en de middeleeuwen, dat wij ook samen geven. Het leerdoel dat centraal staat: hoe zet je teksten in om leesonderwijs en geschiedenis te combineren?”
De aankomende leerkrachten leren niet alleen wetenschap toepasbaar te maken in de praktijk van de klas. Ze werken ook aan hun eigen leesbegrip- en motivatie. Inouk: “Je hoort vaak dat pabostudenten niet van lezen houden. Maar bij de studenten van het uitstroomprofiel is dat niet zo. Er is natuurlijk wel verschil tussen studenten en je moet ze wel stimuleren en helpen bij een boekkeuze. Maar ze erkennen allemaal hun eigen verantwoordelijkheid hierin.”
Om het lezen extra te stimuleren vormen we met studenten en docenten een boekenclub. Inouk: “We hebben tegen studenten gezegd: je hebt deze afstudeerrichting gekozen, dus het is heel logisch dat we recente jeugdliteratuur gaan lezen. Ze krijgen daar geen studiepunten voor en het komt niet terug in het portfolio. Maar niemand doet daar moeilijk over. Studenten begrijpen dat. Ik kan niet garanderen dat honderd procent van de studenten de boeken van A tot Z heeft gelezen, maar bijna allemaal kunnen ze er wel iets over inbrengen tijdens de les.”
De docenten van het uitstroomprofiel starten de colleges altijd met ‘lezen in het nieuws’. Inouk: “Dan bespreken we iets uit de actualiteit rondom lezen. Dat kunnen griffelwinnaars zijn. Maar bijvoorbeeld ook een artikel uit De Volkskrant over leesonderwijs. Vorig studiejaar hadden we iedere week meerdere nieuwsberichten waaruit we konden putten. Daaruit blijkt dat lezen echt een hot item is. Ons bijkomende doel is om studenten bewust te maken van wat er allemaal om hen heen gebeurt wat betreft lezen. ‘Hou wat meer je ogen en oren open’. En dat heeft effect. Studenten zijn betrokken en brengen zelf nieuwsberichten in. Ik ben benieuwd of we dit onderdeel dit studiejaar ook zo makkelijk kunnen vullen.”
De afstudeerrichting Lezen bestaat uit drie groepen: twee voltijd en één deeltijd. Inouk: “Tussen de deeltijd- en voltijdstudenten zie je wel wat verschillen. Deeltijdstudenten zijn meestal wat ouder en vaak al in dienst van de school waar ze hun LIO-stage lopen [red. afstudeerstage Pabo]. Zij hebben al wat meer een helikopterview. En wij zien dat zij in hun laatste studiejaar soms echt de voortrekkers worden op het gebied van leesonderwijs op hun school. Een aantal studenten is tijdens hun LIO zelfs al gevraagd of ze leescoördinator willen worden. Dat vind ik echt heel mooi!”
“Vorig studiejaar hadden we een deeltijdstudent die een tien had voor zijn artikel. Voor zijn afstudeeronderzoek had hij een spel ontworpen om te werken aan leesbegrip. Kinderen vonden het fantastisch. Daarnaast kon hij in zijn onderzoek met Cito-resultaten aantonen dat zijn klas sterk vooruit was gegaan met begrijpend lezen. Dat is echt bijzonder. We houden nauw contact met hem en gaan kijken of we zijn artikel kunnen omzetten naar een vakpublicatie voor een onderwijstijdschrift.”
Inmiddels is de tweede lichting studenten gestart met het uitstroomprofiel Lezen. Inouk: “Dit studiejaar wil ik het leesonderwijs vanuit meerdere invalshoeken benaderen. Thema’s die vorig jaar wel werden aangestipt, maar nog niet voldoende aandacht kregen waren bijvoorbeeld ouderbetrokkenheid en meertaligheid. Ook wil ik nog meer op de vakdidactiek zitten: wat doe je nou precies in de klas? Dat zijn aanpassingen die wij zelf moeten doorvoeren in ons onderwijs.”
“Ik verwacht dat onze afstudeerrichting nog wel een tijd populair blijft. Lezen is een heel relevant vakgebied en steeds meer scholen en studenten zien dat ook in. Mijn streven is dat wij zo veel mogelijk studenten afleveren als ‘lezende leesleerkracht’. Een leerkracht die zelf leest, zich verdiept in jeugdliteratuur en volop beschikt over kennis en vakdidactiek op het gebied van leesonderwijs. Een leerkracht kortom, die de toekomstige generatie met plezier leert lezen.”