In principe moeten kinderen alle schooldagen naar school, maar de wet maakt enkele uitzonderingen mogelijk. De schooldirecteur beslist in eerste instantie of een kind tijdelijk vrijgesteld kan worden van de leerplicht. Dit betekent dat je niet zomaar vrij kunt nemen. De vrijstelling moet officieel geregeld worden. Ouders vragen deze vrijstelling doorgaans vooraf aan, vandaar dat we spreken van verlof. Met het aanvragen van verlof kun je dus vooraf vrij regelen voor je kind. Veel voorkomende voorbeelden van verlof zijn:
De regels voor het aanvragen van verlof op de eigen school zijn vaak terug te vinden in de schoolgids. De schoolgids beschrijft hoe je verlof aanvraagt en welke termijn hiervoor geldt. Het is daarom verstandig om eerst de schoolgids te raadplegen als je verlof voor je kind wilt aanvragen. Veel scholen gebruiken een (digitaal) aanvraagformulier of verlofbriefje. Gebruik vooral dit formulier. Maak eventueel een kopie of foto van de verlofaanvraag voor je eigen administratie. De schooldirecteur beslist over verlofaanvragen tot tien schooldagen en niet de leerplichtambtenaar.
OCO krijgt regelmatig de vraag of je je kind een paar dagen mag thuishouden om bij te komen, om even op adem te komen of voor een noodzakelijke afspraak. Hoe handig het soms lijkt vanwege drukte rondom examens, stress, pesterijen of bezoek aan de dokter. In principe mag je je kind niet zomaar thuishouden. Bespreek de situatie daarom altijd met de leerkracht, mentor of de schooldirecteur
Als je kind verplichtingen heeft vanwege geloofs- of levensovertuiging, dan krijgt het één dag vrijstelling op de dag waarop de plicht vervuld moet worden. Je hoeft hiervoor geen verlof aan te vragen bij de schooldirecteur. Wel moet je dit meedelen aan de schooldirecteur. Dit doe je uiterlijk twee dagen van tevoren (art. 13 Lpw 1969).
Meer specifieke informatie over vrijstelling vanwege godsdienst of levensovertuiging staat op bladzijde 36 van het Amsterdams Handboek Leerplicht po en op bladzijde 46 van het Amsterdams Handboek Leerplicht vo.
Het kan zijn dat je vakantiedagen niet kan opnemen tijdens de schoolvakanties. Kinderen hebben dan alleen geen vrij. Volgens de wet kunnen ouders éénmaal per schooljaar maximaal tien schooldagen verlof aanvragen zodat zij met hun kind(eren) op vakantie kunnen tijdens schooltijd. Dit is alleen toegestaan als het beroep van één van de ouders de vakantie tijdens reguliere schoolvakanties dit onmogelijk maakt (art. 11 sub f jo. 13a Lpw). In de praktijk blijkt dat dit verlof vrijwel uitsluitend wordt gegeven aan ouders met seizoensgebonden werk in de horeca en agrarische sector, waarbij de ouders eigenaar van het bedrijf zijn. Zie hiervoor ook de Beleidsregel uitleg ‘specifieke aard van het beroep’ en ‘andere gewichtige omstandigheden, bedoeld in de leerplichtwet 1969.
Het verlof moet minimaal acht weken van tevoren aangevraagd worden bij de schooldirecteur. Ouders gebruiken daarbij dit aanvraagformulier van de gemeente Amsterdam. Ouders moeten daarbij schriftelijk aantonen dat zij voor het verlof in aanmerking komen (bewijslast). Verder geldt dat het verlof niet in de eerste twee weken na de zomervakantie mag vallen. De schooldirecteur beslist over dit verlof.
Als je langer dan tien schooldagen verlof wilt aanvragen vanwege gewichtige omstandigheden, dan beslist de leerplichtambtenaar van jouw stadsdeel over de verlofaanvraag. De schooldirecteur stuurt de verlofaanvraag door naar de leerplichtambtenaar (art. 14 ldi 3 Lpw 1969).Je kunt direct contact opnemen met de leerplichtambtenaar van het stadsdeel. De leerplichtambtenaar laat je weten of je in aanmerking komt voor verlof. Als je een aanvraag indient, dan krijg je altijd antwoord.
Het verlof moet indien mogelijk minimaal acht weken van tevoren via de schooldirecteur aangevraagd worden bij de leerplichtambtenaar. Ouders gebruiken daarbij dit aanvraagformulier van de gemeente Amsterdam. Ouders moeten daarbij schriftelijk aantonen dat zij voor het verlof in aanmerking komen (bewijslast).
Je ontvangt altijd schriftelijk antwoord op een verlofaanvraag. Als je het niet eens bent met de beslissing, dan geldt er eerst een mogelijkheid tot bezwaar. Je hebt 6 weken de tijd om schriftelijk een bezwaar in te dienen bij degene die uw aanvraag heeft behandeld (art. 6:4 lid 1 jo. 6:7 Awb). Dit is de schooldirecteur óf de leerplichtambtenaar. Je krijgt altijd de kans om het bezwaar mondeling toe te lichten. Als je bezwaar aantekent bij de leerplichtambtenaar, dan word je meestal gehoord door een bezwaarschriftencommissie die advies uitbrengt aan de leerplichtambtenaar.
Je kunt ook de rechter vragen om eerst ‘snel’ uitspraak te doen door middel van een voorlopige voorziening. Dit vraag je aan bij de bestuursrechter. Daarna volgt een uitgebreidere zitting. Voor het indienen van een verzoek om een voorlopige voorziening moet je al een bezwaar- of beroepschrift hebben ingediend. Je betaalt wel gerechtskosten voor deze procedure.
Als jouw bezwaar wordt afgewezen dan kan je op grond van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) een beroepschrift indienen bij de rechtbank (art. 8:1 Awb). Je hebt 6 weken de tijd om in beroep te gaan.
Zie voor de overige onderdelen van de leerplichtwet onderwijsconsument.nl/samenvatting-leerplichtwet.