Kindermarketing is tussen 2004 en 2012 sterk toegenomen. Kinderen worden vooral blootgesteld aan reclame voor ongezonde producten. Uit onderzoek van de Consumentenbond in 2011 bleek dat er dat jaar zo’n 212.227 reclames voor voedingsmiddelen werden uitgezonden, waarvan 34.521 specifiek gericht op kinderen. 94% van die voedingsmiddelen past niet in een gezond eetpatroon. Daarnaast was 96% van de zichtbare reclame voor producten in de supermarkt gericht op kinderen marketing voor een ongezond product. De toegenomen kindermarketing heeft er ook voor gezorgd dat kinderen veel meer zijn gaan snacken. De Consumentenbond heeft een overzicht opgesteld van tien veelvoorkomende trucs, waardoor ouders ongezond voedsel kopen en kinderen er hun zak- en spaargeld aan uitgeven.
Om een bijdrage te leveren aan het probleem van overgewicht heeft de Federatie Nederlandse Levensmiddelen Industrie (FNLI) op 2 juni 2005 de Reclamecode voor Voedingsmiddelen (RVV) ingevoerd. In de RVV staan afspraken over hoe voedselproducenten reclame mogen maken voor voedingsmiddelen op scholen (en kinderdagverblijven). Reclame gericht op kinderen tot 7 jaar is verboden. Voor reclame gericht op kinderen van 7 tot 12 jaar moeten voedselproducenten hun beleid toelichten op www.zorgvuldigreclame.nl. Alleen reclames ontstaan in samenwerking met de overheid en/of een erkende autoriteit (zoals het Voedingscentrum) op het gebied van voeding, gezondheid en/of beweging zijn toegestaan. In reclame op televisie, internet en smartphones mag een voedingsmiddel niet actief worden gepromoot door een kinderidool. Ook mag niet de indruk worden gewekt dat de consumptie van een bepaald voedingsmiddel, ervoor zorgt dat kinderen meer status krijgen of populairder zijn onder leeftijdsgenoten dan andere voedingsmiddelen.
Foodwatch is een organisatie die opkomt voor het recht van consumenten op eerlijk, veilig en gezond voedsel. Foodwatch doet dit onder andere door een oogje in het zeil te houden wat betreft kindermarketing. Foodwatch wil dat de overheid alle marketing en reclame voor ongezonde producten gericht op kinderen tot 16 jaar verbiedt. Voedselproducenten moeten open en eerlijke voorlichting geven over hun producten. Beschermende maatregelen kunnen niet aan voedselproducenten zelf worden overgelaten. Voedselproducenten houden zich vaak niet aan de regels van de RVV. Voedselproducenten hebben andere belangen dan educatie, namelijk zoveel mogelijk winst maken. Bovendien staat nergens in de RVV vermeld welke partijen een erkende autoriteit zijn. Daarom vindt Foodwatch dat de overheid moet zorgen voor een betere en duidelijke wet- en regelgeving.
In juni 2014 werd een petitie gestart tegen kindermarketing op scholen. Foodwatch heeft de petitie aangeboden aan de Tweede Kamer, wat geleid heeft tot kamervragen over sluikreclame op scholen aan het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Het ministerie neemt de roep van consumenten niet serieus. Er komt geen wettelijk verbod op marketing op scholen. Volgens het ministerie heeft de FNLI (Federatie Nederlandse Levensmiddelen Industrie) in 2013 aangegeven de regels over reclame voor voedingsmiddelen gericht op kinderen te zullen aanscherpen. Het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport heeft de RVV in 2015 aangepast.
Voedselproducenten maken misbruik van de onduidelijke, slechte regelgeving. Een voorbeeld zijn de sport- en veiligheidslessen die Ronald McDonald (de clown van de fastfoodketen) op scholen aanbiedt. De lessen zijn goedgekeurd door Nederland Schoon, Consument en Veiligheid, NOC*NSF en het Nederlands Instituut voor Sport en Beweging. Maar niet door een autoriteit op het gebied van voeding. Hier maakt McDonald’s dankbaar gebruik van, door tijdens de lessen ongemerkt reclame te maken voor een Happy Meal en Big Mac.
Een oplossing voor ouders lijkt misschien: zo veel mogelijk gezond eten in huis halen. En op scholen voorlichting geven over voedsel. Maar de voedingsindustrie blijft trucs inzetten om ongezonde producten te promoten. Een belangrijke omwenteling kan er in liggen dat ouders uitdragen dat er meer verantwoordelijkheden komen rond het eetgedrag van een kind. De invloed van de voedselomgeving, en met name van de school, in combinatie met kindermarketing spelen hierin een grote rol. Ouders kunnen daarvan gebruik maken. Zet gezondheid op de agenda van de school en ga met elkaar, de schoolleiding, de medezeggenschapsraad en de ouderraad hierover in gesprek. Ga zelf actief op zoek naar alternatieven voor (sport)activiteiten, die gesponsord worden door voedselproducenten. Daarnaast kunnen ouders berichten sturen of social media inzetten om kindermarketing tegen te gaan, zoals protesteren tegen het gesponsorde lesmateriaal van voedselproducenten (zoals die van Ronald McDonald).