In de kinderopvang worden kinderen tot 12 jaar verzorgd, meestal omdat de ouders werken en niet thuis zijn. Onder kinderopvang vallen naast de dagopvang voor kinderen jonger dan 4 jaar ook:
– de voorschoolse opvang
– de tussenschoolse opvang
– de naschoolse opvang.
Als kinderen naar het voortgezet onderwijs gaan, kunnen ze niet meer naar de kinderopvang.
Veelgebruikte afkortingen: vso, tso, nso en bso
Voorschoolse opvang (vso) en naschoolse opvang (nso) worden ook wel buitenschoolse opvang (bso) genoemd. Tussenschoolse opvang wordt afgekort met tso.
Wettelijke eisen en kinderopvangtoeslag
In de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen (Wko) staat aan welke eisen de kinderopvang moet voldoen en door wie de kinderopvang wordt betaald. De wet zegt dat kinderopvang een zaak is van ouders, werkgevers en overheid. Ouders kunnen een kinderopvangtoeslag van de Belastingdienst krijgen als tegemoetkoming in de opvangkosten.
Naschoolse opvang
De naschoolse opvang is er voor kinderen van 4 tot 12 jaar die na school niet naar huis kunnen. Op de naschoolse opvang worden de kinderen verzorgd: ze kunnen er spelen en ze krijgen iets te eten en te drinken. Soms biedt een naschoolse opvang extra’s, zoals het naar zwemles brengen van de kinderen. De naschoolse opvang is in veel gevallen niet aan de school verbonden en vindt daar ook meestal niet plaats. Maar steeds vaker wordt tussen de school en de naschoolse opvang samengewerkt in de brede school. Ouders kunnen van de Belastingdienst een toeslag krijgen als tegemoetkoming in de kosten voor de kinderopvang.
Voorschoolse opvang
Voorschoolse opvang is opvang voor leerlingen die ruim voor de officiële schooluren al op school zijn. De voorschoolse opvang is een onderdeel van de buitenschoolse opvang en niet gratis. Wel kunnen ouders hiervoor een kinderopvangtoeslag van de Belastingdienst krijgen.
Tussenschoolse opvang: geen kinderopvangtoeslag
Tussenschoolse kinderopvang, opvang tijdens de middagpauze op de basisschool, valt niet onder de Wko en komt ook niet in aanmerking voor kinderopvangtoeslag van de Belastingdienst. Zie voor meer informatie over de kosten van de kinderopvang, rol van werkgever en belastingdienst de informatie op rijksoverheid.nl.
Website Landelijk Register Kinderopvang
Op de website landelijkregisterkinderopvang.nl zijn de gegevens te vinden van alle geregistreerde kinderopvangvoorzieningen en peuterspeelzalen in Nederland. Deze voorzieningen worden pas in het Landelijk Register Kinderopvang en Peuterspeelzalen geregistreerd na een inspectie door de GGD en een positieve beschikking van de gemeente. Gemeenten zijn verantwoordelijk voor toezicht op en handhaving van de kwaliteit van de geregistreerde kinderopvangvoorzieningen en peuterspeelzalen. Het toezicht is toegewezen aan de GGD als gemeentelijke gezondheidsdienst.
Iedere kinderopvangvoorziening (dit is een kinderdagverblijf, een organisatie voor buitenschoolse opvang, een gastouderbureau of een gastouder) in het Landelijk Register Kinderopvang en Peuterspeelzalen heeft een uniek registratienummer. Dit nummer moet door ouders aan de Belastingdienst worden doorgegeven bij het aanvragen van een kinderopvangtoeslag. Ouders kunnen alleen in aanmerking komen voor kinderopvangtoeslag als ze gebruik maken van een kinderopvangvoorziening die in het Landelijk Register Kinderopvang en Peuterspeelzalen staat.
Peuterspeelzaal: geen kinderopvangtoeslag
De peuterspeelzalen in het Landelijk Register Kinderopvang en Peuterspeelzalen hebben géén registratienummer. Gebruik van een peuterspeelzaal geeft nooit recht op een kinderopvangtoeslag. Een registratienummer (bedoeld voor het aanvragen van een toeslag) is bij peuterspeelzalen dan ook overbodig.
Amsterdams register
Op de website http://www.registerkinderopvangamsterdam.nl is zowel historische informatie te vinden met bijvoorbeeld oude inspectiegegevens als een overzicht van Amsterdamse peuterspeelzalen. De informatie is bijgewerkt tot 1 januari 2012. Voor daarna wordt verwezen naar het landelijke register.