Met uitstapjes zijn ze makkelijk. Als je zegt dat je naar Nemo wilt, of het Van Gogh, willen ze altijd met je overleggen hoe dat geregeld kan worden. We maken veel leuke uitstapjes. Niet dat we niet hard werken hoor, maar omdat het zo gezellig is, merk je in de les bijna niet dat je aan het leren bent. Daardoor voel ik me veel zekerder dan vroeger.
Van tevoren zeiden ze dat je hier veel langere schooldagen hebt dan op andere scholen. Dat valt best mee. Het grote pluspunt vind ik dat ik nooit huiswerk heb. Nu kan ik thuis mijn eigen dingen doen.
Mijn ouders wilden dat ik naar deze school ging zodat ik een goede basis zou krijgen. Ik heb dyslexie. Er zijn meer kinderen in mijn klas die een probleem hebben. Maar omdat er maar vijf leerlingen in zitten, krijgt iedereen genoeg aandacht.”
Eden Elfersy (19): “Eén keer per jaar bakt de directeur pannenkoeken. Lekker en gezellig. Dat kan gemakkelijk op zo’n kleine school. Ik vind het grappig dat we midden in het centrum zitten. Er is altijd wat te zien. Een schoolplein hebben wij niet, dus als je naar buiten gaat, sta je echt midden in de stad.
Een leerlingenraad hebben we ook niet, daar is de school te klein voor. Maar alle leerlingen hebben eigenlijk wel invloed. Ook als er te veel toetsen zijn in een week mag je daar wat over zeggen. Dat wordt dan opgelost.
Ik ben wel actief op school en ga met iedereen om, ben geen problemenmaker. Ik ben bovendien één van de meest vaste leerlingen, want sommigen komen maar kort, bijvoorbeeld omdat ze ergens anders zijn gezakt.
Je moet niet denken dat er geen regels zijn hier. Als je te laat bent, of je hebt iets nagelaten, krijg je een kruisje. Bij drie kruisjes moet je nablijven en het kan ook zijn dat je op zaterdag naar school moet komen.”
Dit portret van de Amsterdamsche School werd eerder gepubliceerd in de Parool Scholengids 2015.