Twee groepen leerlingen moeten onderscheiden worden: enerzijds de (vrij kleine) groep leerlingen die compleet van de radar verdween, en anderzijds de grotere groep leerlingen die wel aanwezig was bij het thuisonderwijs, maar niet (actief) meedeed.
Op 9 april 2020 bleek dat er in het gehele land met ruim 5.000 leerlingen in het basis- en voortgezet onderwijs geen contact meer te leggen was, berichtte Het Parool. In de hoofdstad ging het om zo’n 100 leerlingen die uit beeld waren. “Er zijn dakloze gezinnen, vluchtelingen die de taal niet spreken en de middelen niet hebben,” zegt onderwijswethouder Marjolein Moorman tegen de stadskrant. Medio juni resteerden landelijk nog zeshonderd leerlingen die onvindbaar waren.
Naast de groep die geheel uit beeld was, hadden scholen ook te maken met leerlingen die weinig of geen gebruik maakten van het geboden afstandsonderwijs. Deels had dit te maken met leerlingen waar thuis internetvoorzieningen of computers ontbraken, hier is in korte tijd veel voor geregeld.
Deels ging het ook om leerlingen die zich niet voldoende inzetten voor het afstandsonderwijs. Ze loggen bijvoorbeeld wel in, maar reageren niet, of hebben hun camera uitstaan. “Ik hoor verhalen van docenten die nog meer dan anders hun best moeten doen om leerlingen bij de les te houden,” zei wethouder Moorman in Het Parool van 9 april.
De Leerplichtwet (Lpw) kent een inschrijvingsplicht en bezoekplicht. Als een leerling zonder geldige opgaaf van redenen minimaal zestien uren in vier opeenvolgende weken aan schoolbezoek mist, is de school verplicht om dit te aan de leerplichtambtenaar te melden via het verzuimloket van de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO). Scholen mogen verzuim overigens ook al eerder doorgeven, maar dat hoeft niet.
De leerplichtambtenaar stelt op basis van zo’n melding een onderzoek in, dit is beschreven in art 22 Lpw: Indien het gaat om verzuim dat de ouders of verzorgers te verwijten is, dan kan de leerplichtambtenaar direct een proces-verbaal opstellen. Gaat het om gedrag van een leerling van 12 jaar of ouder, dan gaat de leerplichtambtenaar eerst met de leerling in gesprek. Pas als dat niet baat, stelt de leerplichtambtenaar een proces-verbaal op. Het proces-verbaal wordt doorgestuurd naar de officier van justitie voor eventuele strafrechtelijke vervolging.
De Leerplichtwet bevat echter in verschillende gronden voor vrijstelling van de bezoekplicht in de Leerplichtwet. De meest bekende is verhindering wegens ziekte. Minder bekend is dat volgens art. 11 Lpw jongeren ook zijn vrijgesteld van de verplichting tot schoolbezoek wanneer de school gesloten is, of wanneer het verboden is de school te bezoeken ‘op grond van algemeen verbindende voorschriften’.
In art. 2.7 van de Noodverordening COVID-19 Veiligheidsregio Amsterdam-Amstelland van 26 maart 2020 (Gemeenteblad 2020, 83531) werd een dergelijke verplichte sluiting van de scholen opgelegd, uitgezonderd opvang van kwetsbare leerlingen of leerlingen met ouders in vitale beroepen waar opvang voor nodig was.
Overigens kent de leerplichtwet geen bepaling die voorziet in afstandsonderwijs om het onderwijs zo veel mogelijk door te laten gaan wanneer de school vanwege een overmachtsituatie is gesloten.
Of leerlingen inderdaad waren vrijgesteld van schoolbezoek en of er een verplichting gold om deel te nemen aan afstandsonderwijs tijdens de schoolsluiting zal waarschijnlijk onduidelijk blijven. Zover bekend is geen proces-verbaal opgemaakt en getoetst door de leerplichtrechter, omdat in schooljaar 2019-2020 vanwege corona niet handhavend is opgetreden door leerplichtambtenaren.
In het artikel in Het Parool van 9 april stelde onderwijswethouder Moorman dat leerplichtambtenaren alsnog een functie hebben tijdens de coronacrisis, namelijk om hulp aan te bieden. In plaats van controlerende ‘huisbezoeken’ legden de ambtenaren daarom ‘deurbezoeken’ af.
Conny de Sanders, leerplichtambtenaar voor het voortgezet onderwijs en MBO in de stadsdelen Centrum en Oost, vertelt daarover: “Na de sluiting van de scholen kregen we best snel een andere handleiding en werkwijze,” zegt zij. Leerlingen uit de beide groepen (van de radar verdwenen, dan wel onvoldoende inzet) werden bij haar gemeld.
Eerst vroeg ze de school welke acties deze al heeft ondernomen. Afhankelijk daarvan kon ze appen, bellen of e-mailen met leerlingen. “Wat ik frappant vond, was dat ik toch veel reactie kreeg op mijn appjes,” zegt De Sanders. “Dat werkt goed bij deze leerlingen.”
Als voorbeeld noemt ze haar contact met een 5-havo-scholier, die altijd op het laatst hard werkte om over te gaan. Ook dit jaar was zijn plan om op zijn centrale examens zijn best te doen. Toen die werden geannuleerd, was het vrij zeker dat hij dit jaar niet meer zou slagen. “Dan wil je hem toch motiveren om het weer op te pakken en door te gaan, deelcertificaten te halen, et cetera. Zo’n leerling is dan ook verrast als je vaker belt. Dan zeggen ze: is dit een leerplichtambtenaar?”
Als het appen of bellen niet baatte, ging De Sanders op deurbezoek. Ze heeft er zo’n tien gedaan de afgelopen maanden. Veelal kwam ze leerlingen tegen die niet de juiste middelen of ondersteuning thuis hadden. “Dan mist er bijvoorbeeld een internetaansluiting, en dan zijn de ouders niet thuis, terwijl zo’n leerling pas 13 is,” zegt De Sanders. “En de oudere leerlingen, die sliepen wat langer door. Ik kan me voorstellen dat die vrije tijd, voor een korte periode, heel aanlokkelijk was.”
Leerplichtambtenaar Paul Brondijk neemt naast vo- en mbo-scholen, ook zes tot zeven basisscholen voor zijn rekening. Hij merkte dat sommige scholen wel stelden dat er leerlingen van de radar waren verdwenen, maar dit niet hadden gemeld. Hij benadrukt dat er meerdere personen betrokken konden zijn bij een leerling. “Soms lukt het een administratief medewerker van school toch wel om contact te leggen, en dan is een interventie van leerplicht niet nodig. Bovendien keken we wat een ouder-en-kind-adviseur of schoolarts eventueel kan betekenen.”
Brondijk benadrukte dat zijn rol tijdens de coronacrisis meer ondersteunend was dan handhavend. “Als de leerling er niet was, moest dat alsnog gemeld worden. Maar in eerste instantie proberen we contact te krijgen met ouders en te kijken wat er speelt.”
Ook hij kwam leerlingen tegen wiens internet of wifi het niet deed, of ouders die het niet zelf lukten om het kind onderwijs te laten volgen. Hij benadrukt dat er geen processen-verbaal zijn uitgegeven: wel heeft hij alsnog een waarschuwing uitgegeven aan een enkele ouder. “Maar dat gaat dan om een leerling die zich niet hield aan afspraken die ik al met haar gemaakt had.”
Is het ondersteunende karakter van de leerplichtambtenaar de toekomst? Volgens Brondijk is het al het heden. Hij wijst op de methodische aanpak schoolverzuim (MAS) die in 2018 is geïntroduceerd, waarmee de leerplichtambtenaar na een melding van verzuim vier routes op kan gaan: aanbod van vrijwillige jeugdhulp; aanpak via bureau Halt; verplichte jeugdhulp of strafrechtelijke vervolging.
“Er wordt daarin al veel meer gericht op zorg en hulpverlening,” zegt Brondijk. “Dat sluit wel aan op wat wij al deden. Je moet goed inschatten: wat hebben een gezin en leerling nodig, zodat de leerling weer goed onderwijs kan volgen?”
De Sanders stelt die vraag ook altijd in haar eerste gesprek. “Maar toch heb je in enkele gevallen ook wel een middel nodig om iets in beweging te brengen,” zegt zij. “Als een proces-verbaal is opgemaakt vanwege ongeoorloofd verzuim, en de rechter uitspraak heeft gedaan, kan je bijvoorbeeld begeleiding door jeugdzorg inzetten. Wellicht kan dat helpen om beweging te krijgen en weer intrinsieke motivatie te kweken bij de leerling.”
Nu de scholensluiting achter de rug is riep de PO-Raad basisscholen weer op om ongeoorloofd verzuim te melden, omdat nog leerlingen gemist worden in de klas. Minister Slob heeft gezegd dat hij tot de zomervakantie coulant om wil gaan met ouders die hun kind thuis houden vanwege zorgen over corona, daarna wil hij weer de leerplicht handhaven.
Ingrado, de beroepsvereniging van leerplichtambtenaren en RMC-medewerkers, heeft in samenwerking met het Ministerie van OCW een stappenplan opgesteld. Het stappenplan heeft als uitgangspunt dat ‘geregeld schoolbezoek’ verplicht is om aan de Leerplichtwet te voldoen. Het stappenplan stelt dat dit neerkomt op ‘geregeld programmabezoek’ en dat dit ook via afstandonderwijs kan plaatsvinden als leerlingen thuis moeten blijven vanwege corona.
Misschien dat volgend schooljaar alsnog gaat blijken in hoeverre deelname aan afstandonderwijs via de Leerplichtwet af te dwingen is.