Hoe kan de gemeente Amsterdam ervoor zorgen dat het onderwijs verbetert? Dat was een van de vragen die op 23 februari 2010 centraal stonden tijdens een verkiezingsdebat van de lijsttrekkers van de belangrijkste politieke partijen in de hoofdstad. Volgens Ageeth Telleman van D66 is er meer geld nodig, terwijl Lodewijk Asscher van de PvdA pleitte voor een mentaliteitsverandering.
Over een ding waren de twee het eens: het onderwijs kampt met problemen. Te veel leerlingen hebben bijvoorbeeld een taalachterstand. Telleman wil daarom voortaan elk jaar 40 miljoen euro extra en nog eens eenmalig 10 miljoen euro uittrekken. Dat geld moet onder meer gaan naar voorscholen, waar jonge kinderen Nederlands leren.
Asscher wierp tegen: ”Het gaat niet alleen om geld. Er is de afgelopen jaren ongelooflijk veel geld in het onderwijs gestopt. Er is iets mis met de mentaliteit.” Volgens hem berusten scholen er bijvoorbeeld te gemakkelijk in dat kinderen uit achterstandsposities slechter presteren en moet dat veranderen.
VVD-lijsttrekker Eric van der Burg reageerde sceptisch op het pleidooi van de PvdA-leider voor betere scholen. ”Wie leverde nou de afgelopen zestig jaar de wethouder onderwijs?” Daarmee verwees hij naar het feit dat de sociaaldemocraten al sinds mensenheugenis Amsterdam besturen.