Aan de reacties bij het napraten met de professionals werd duidelijk dat ik niet de enige was die onder de indruk was. Velen van hen waren geraakt door de verhalen die ze die avond hadden gehoord. In plaats van de vaak onvermijdelijke defensieve reflex, spraken ze over hoe zwaar het voor de jongeren en hun ouders moest zijn (geweest) om niet gehoord te worden. Er was een snaar geraakt. Ze hadden met hun hart geluisterd.
Enerzijds maakten deze avond en de reacties me optimistisch. Luisteren naar ervaringsdeskundige ouders en jongeren werkt. Er werden mogelijkheden benoemd voor echte verbeteringen in de praktijk. Het Samenwerkingsverband passend onderwijs VO en de gemeente Amsterdam organiseerden de bijeenkomst om inbreng op te halen voor het opstellen van een programma-aanpak thuiszitters. Met die inbreng kan men nu verder.
Aan de andere kant bleef ik zitten met vragen. Waarom leek het voor veel professionals zo nieuw? Waarom waren bijvoorbeeld een aanwezige leerplichtambtenaar of medewerker van een samenwerkingsverband nu zo geraakt door de verhalen? Was het immers voor hen niet het dagelijks werk om met ouders en jongeren in gesprek te gaan?
De rode draad in de ervaringen van jongeren en ouders was dat ze zich jarenlang onvoldoende gehoord voelden. Niet gehoord, niet begrepen, niet serieus genomen. De signalen die ze kregen van dreigend vastlopen, werden genegeerd. Hun ideeën voor een passende plek of betere ondersteuning niet meegenomen. Het contrast met de ruimte die ze deze avond kregen en hun dagelijkse ervaringen in het onderwijs de afgelopen jaren was groot.
Blijkbaar is het moeilijk voor onderwijsprofessionals om in de dagelijkse setting echt te luisteren naar jongeren en hun ouders. En hoe ingewikkelder de situatie, hoe lastiger het is om open te staan. Er wordt gekeken naar systemen, geld, afspraken en regels. De inbreng van jongeren en ouders wordt aangehoord, soms opgeschreven, maar vaak niet echt geregistreerd. Het komt niet meer ‘binnen’.
In de verhalen van de ouders en de jongeren was vaak een eerste moment aan te geven waarop ze merkten dat hun inbreng niet welkom was. Er ontstond een verschil van inzicht in wat de beste ondersteuning was voor de jongere of welke oorzaken er waren voor problemen in de klas. Door het verschil van mening ontstond soms snel, soms langzaamaan, een conflictsituatie. Er kwamen steeds meer verschillende professionals in beeld. De mening van ouders en jongeren werd minder en minder relevant geacht. In veel gesprekken, zo gaven ouders aan, lag de focus op de korte termijn, de concrete plannen, documenten en resultaten. Het grotere plaatje, het effect op de jongere en zijn of haar toekomstplannen, waren buiten beeld. Het vertrouwen in een goede uitkomst raakte verloren. Het resultaat van het niet echt luisteren is dan dat er plannen gemaakt worden die volgens de jongere en/of ouders niet passen. En die plannen zijn dan vervolgens gedoemd te mislukken.
De vicieuze cirkel van het thuiszitten begint in de kern met onbegrip tussen ouders, de jongere en de onderwijsprofessional. Het doorbreken van die cirkel ligt in het luisteren. In ieder gesprek de vraag stellen wat voor de jongere het meest belangrijk is. Welke signalen de ouders zien van wat er goed gaat en wat er niet goed gaat. Wat het advies van ouders en jongeren is voor de professional. Niet vooraf bedenken wat dé oplossing is, maar oprecht samen werken aan mogelijkheden en oplossingen. Samenwerken vraagt tijd nemen voor een goed gesprek, en écht luisteren. Met het hoofd én met het hart.
Verslag bijeenkomst input op de aanpak thuiszitters op 27 februari 2019