Op basis van de Wet gelijke behandeling op grond van handicap of chronische ziekte mag er geen onderscheid gemaakt worden op basis van een handicap of chronische ziekte. Dit is namelijk discriminatie. Dat betekent dat een mbo-opleiding een aankomend student dus ook niet mag weigeren omdat deze een beperking of aandoening heeft.
Veel mbo-instellingen kennen deze wet niet of niet goed genoeg. Ook kunnen mensen bepaalde vooroordelen of beelden hebben bij een beperking of aandoening waardoor ze denken dat de opleiding niet geschikt is. Het kan dus voorkomen dat een mbo-opleiding toch een aankomend student die voldoet aan de vooropleidingseisen wil weigeren. Hier kun je dan bezwaar tegen maken. Je bent niet verplicht om bij je aanmelding te vermelden dat je een beperking, aandoening of stoornis hebt. Het is echter slimmer om het wel te doen. Als je namelijk ondersteuning of aanpassingen nodig hebt, moet de opleiding wel weten dat je die nodig hebt.
Je kunt de instelling vragen om een studiekeuzeadvies. Daarbij kijkt de mbo-opleiding met jou naar de vraag of de opleiding een goede match voor jou is. Dit kan zijn op basis van een gesprek, of bijvoorbeeld op basis van informatie over je beperking die je met school hebt gedeeld. Voor studenten met een beperking is het vaak handig om zo’n advies te vragen, maar ook andere studenten kunnen er gebruik van maken. De instelling geeft in het advies aan of ze denken dat de opleiding goed bij jou past, of dat mogelijk een andere opleiding een betere match is. Het advies is niet bindend. Ook als de instelling zegt dat een andere mbo-opleiding beter zou zijn, mogen ze je niet weigeren. Het studiekeuzeadvies staat helemaal los van het bindend studieadvies dat je na de start van je studie in het eerste jaar krijgt.
Naast dat je moet voldoen aan de vooropleidingseisen zijn er een aantal opleidingen die aanvullende opleidingseisen stellen. Hiervoor hebben de opleidingen een wettelijke uitzondering gekregen. Het overgrote deel van de opleiding mag geen aanvullende eisen stellen. De lijst van opleidingen waarvoor aanvullende eisen gelden vind je in de Regeling aanvullende eisen toelating middelbaar beroepsonderwijs.Het kan zijn dat het vanwege je beperking het niet mogelijk is om te voldoen aan deze aanvullende eisen. Bijvoorbeeld, voor de opleiding tot goudsmid is een eis dat je een fijne oog-handcoördinatie moet hebben. Een ernstig slechtziende leerling zal hier waarschijnlijk niet aan kunnen voldoen. Mochten de aanvullende eisen een reden zijn om je af te wijzen, vraag dan om een onderbouwing van de opleiding. Mocht blijken dat er bijvoorbeeld op basis van onvoldoende kennis of informatie aangenomen wordt dat iets niet kan vanwege je beperking, dan kun je hier bezwaar tegen maken.