Uit een gezamenlijk onderzoek van het Onderwijsblad van de Algemene Onderwijsbond en Talent, tijdschrift over hoogbegaafde kinderen, onder ruim 2600 leerkrachten blijkt dat basisscholen moeite hebben met het herkennen en begeleiden van hoogbegaafde leerlingen. Terwijl volop wordt gepraat over de noodzaak om talent te benutten in de kenniseconomie, lijkt het basisonderwijs daar nog onvoldoende op te zijn toegerust. Hetzelfde lijkt op te gaan voor het voortgezet onderwijs, al was de enquête daar niet op toegespitst.
Onvoldoende uitdaging
Slechts zes procent van de leerkrachten meent dat hoogbegaafde leerlingen voldoende worden uitgedaagd op school. Nog eens vijftig procent meent dat ze soms, maar niet voldoende worden uitgedaagd. Leerkrachten willen wel meer aandacht besteden aan deze groep, maar het ontbreekt ze aan kennis, menskracht en geld.
Ontbreken passende begeleiding
Slechts één op de zes leerkrachten meent dat er voldoende expertise en zorg op school is om hoogbegaafde leerlingen te begeleiden. Leerkrachten geven verschillende oorzaken van de onvoldoende aandacht. Bijna vier van de tien zegt dat er onvoldoende docenten zijn, een derde ontbreekt het aan kennis, een kwart geeft prioriteit aan de leerlingen die niet mee kunnen komen.
Kleine groep hoogbegaafden wordt onvoldoende herkend
Zo’n 2 tot 5 procent van de Nederlanders is hoogbegaafd en koppelt een hoog IQ (boven de 130) met leergierigheid en creativiteit. Dat komt neer op gemiddeld één leerling per klas in het basisonderwijs. Maar of ze in de klas überhaupt wel worden herkend is de vraag. Slechts een kwart van de ondervraagden meent hoogbegaafde leerlingen te kunnen signaleren, ruim de helft twijfelt.
Kennis over passende begeleiding nodig
Gebrek aan kennis en vooroordelen staan herkenning in de weg. Zo meent één op de twintig leerkrachten dat hoogbegaafde leerlingen nooit fouten maken. Dat is niet waar. ‘Als slimme leerlingen worden afgeremd worden ze lui, niet gemotiveerd en lastig’, stelt Franz Mönks, emeritus hoogleraar die in 1988 de eerste leerstoel voor het hoogbegaafde kind bekleedde. ‘Begaafdheid is een potentie, maar nog niet de realiteit. Om hoogbegaafdheid tot ontwikkeling te laten komen is goede begeleiding van ouders en leerkrachten nodig.’ Hoogbegaafde leerlingen worden niet alleen onvoldoende herkend, ook voelt slechts een kwart van de docenten zich capabel om hoogbegaafde kinderen te begeleiden.
Indikken, verrijken, versnellen en bijscholen
Oplossingen die worden aangedragen door de respondenten en deskundigen zijn: meer werk maken van het vroegtijdig opsporen van hoogbegaafdheid, tijdig beginnen met het indikken van de lesstof (compacten), aanvullende lesstof aanbieden (verrijken) en niet te bang zijn om een kind een klas te laten overslaan (versnellen). Daarnaast is essentieel dat docenten ook voldoende bijscholing krijgen.
Zie voor meer info het onderzoek, hieronder als download beschikbaar.