Met ingang van het nieuwe schooljaar heten de niveau’s 1 en 2 funderend beroepsonderwijs (fbo) en de niveaus 3 en 4 middelbaar beroepsonderwijs (mbo).
De oude niveaubenaming zorgde te vaak voor verwarring: het bleek onvoldoende helder waar de verschillende niveaus voor staan. Dat wordt beter duidelijk met de nieuwe benaming. “Een logische stap,” vindt Jan van Zijl, voorzitter MBO Raad. “Op de niveaus 1 en 2 bouwen studenten aan hun fundament voor zelfstandig functioneren op de arbeidsmarkt, voor hun startkwalificatie. Op de niveaus 3 en 4 ligt de focus nadrukkelijk op de beroepsopleiding tot vakspecialist en ondernemer.“
De onderwijsinstellingen hebben hun gezamenlijk besluit tot de nieuwe benaming genomen na goed overleg met de politiek als eerst verantwoordelijke voor het beroepsonderwijs. Jan van Zijl: “Tweede Kamerleden en de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap toonden zich positief over de nieuwe benaming. Ze hebben begrip en waardering voor ons voorstel voor het opdelen van het mbo in twee categorieën, om zo het complexe veld van het beroepsonderwijs beter te duiden. Funderend beroepsonderwijs leidt op tot vakmanschap en een startkwalificatie op niveau 2. Wie verder wil kan doorstromen naar het middelbaar beroepsonderwijs. Dat leidt op tot ondernemerschap, tot vakspecialist en wie verder wil, kan terecht op het hoger beroepsonderwijs.”