Docente Yvonne Franken (27) van de taalklas van DENISE kijkt verbaasd naar het scherm van de iPad van een van haar leerlingen. Volgende week vertrekt de groep naar Terschelling voor een excursie, nu zoeken de leerlingen op waar het eiland ligt. “Als je Google Maps in het Russisch instelt, kan ik je natuurlijk niet helpen,” zegt ze tegen een van de meiden die haar een vraag stelt. “Zodra hij in het Nederlands ingesteld staat, help ik je verder.”
De stemming in de klas is precies wat je verwacht bij kinderen die binnenkort op excursie gaan: de spanning en het enthousiasme zijn te voelen, ieder kind vraagt zich af hoe het eiland eruit zal zien. In tegenstelling tot het gemiddelde Nederlandse kind kunnen ze zich er lastig een voorstelling van maken. De leerlingen uit deze nieuwkomersklas komen uit landen als Rusland, Syriƫ en Thailand. Terschelling spreekt enkel tot de verbeelding.
Franken probeert ze zo goed mogelijk voor te bereiden met een stencil vol vragen over de Waddeneilanden. De leerlingen zoeken de antwoorden op hun iPads. “Het is bij ons op school verplicht om een iPad te hebben. In deze klas ligt dat voor sommige leerlingen financieel wat lastiger, maar gelukkig biedt onze uitleen daar een oplossing voor. In ruil voor honderd euro borg kunnen de leerlingen een jaar lang een iPad van school lenen.” Hetzelfde geldt voor het excursiegeld: “De excursie wordt begroot in de ouderbijdrage. Mocht dat niet lukken, dan betaalt de school. Het is belangrijk dat iedereen mee kan.”
Voor de leerlingen in de taalklas is het onderwijs volledig Nederlands ingericht, maar ze krijgen wel Engelse taallessen als apart vak. De andere elf leerjaren op DENISE, waarbij ook basisschoolonderwijs meegerekend wordt, krijgen tweetalig onderwijs. “Na de taalklas wordt er gekeken wat de mogelijkheden van de leerlingen zijn, afhankelijk daarvan komen ze in een tweetalig, Nederlands of Engels programma.”
De leerlingen krijgen maximaal een jaar les in de taalklas. Daarna worden ze overgeplaatst naar een groep, die is ingedeeld op leeftijd. Franken: “We zouden het liefst willen dat ze in de taalklas al veel vakken gaan volgen, met als hoogste doel Mens & Maatschappij. Helaas is dat nu vaak nog niet mogelijk, waardoor het blijft bij gym, muziek, drama, Nederlandse en Engelse taalles. Door alvast een begin te maken met andere vakken is het instromen in andere klassen minder moeilijk”
Een struikelblok bij deze wens is het docententeam. “Het lesgeven aan een taalklas is een hele andere tak van sport. Het is lastig om aan leerlingen die nog nauwelijks Nederlands spreken een vak als geschiedenis te geven. Het is te leren als docent, maar het is echt anders dan reguliere leerlingen. Qua taal, maar ook qua voorkennis.”
Op DENISE is het mogelijk om een vmbo-diploma te halen in samenwerking met het Mundus College. Voor de overige niveaus stromen leerlingen door naar andere scholen als het Marcanti College (havo) en andere Amsterdamse scholen (vwo). “We zijn bezig om het ook mogelijk te maken om examen te doen op havo-niveau, maar daar is de capaciteit nu nog niet groot genoeg voor.” De tweetalige school DENISE is vier jaar geleden gestart. Binnen anderhalf jaar verwacht DENISE naar een nieuw gebouw te verhuizen. “Tot die tijd is het zo geregeld dat wij twee docenten leveren voor de bovenbouw van het Marcanti College, die lesgeven aan een klas met Marcanti en DENISE leerlingen.”
DENISE werkt met het International Middle Year Curriculum (IMYC). Deze internationale methode voor leerlingen uit de eerste middelbare klassen richt zich naast de vakinhoud ook op breinontwikkeling. “Ik geef bijvoorbeeld Nederlands, waar leerlingen leren een artikel te schrijven. Maar de informatie uit die brief haal ik bijvoorbeeld uit Mens & Maatschappij, zodat alles met elkaar in verbinding staat. Het verbanden leggen is dan aan de kinderen.”
Franken raakte toevallig betrokken bij de ISK-klassen van DENISE. “Ik had Media, Informatie en Communicatie gestudeerd, maar daar was tijdens de crisis weinig werk in. Toen ben ik als management-assistent aan de slag gegaan bij Berlage, en toen DENISE afsplitste ging ik mee.” Ze volgt de opleiding tot docente Nederlands, met een NT2 aanvulling. “Ik vind het geweldig om te zien hoe verschillende nationaliteiten elkaar in de schakelklassen met zoveel respect behandelen. Ze zitten allemaal in hetzelfde schuitje, moeten allemaal een nieuwe taal leren.” De leerlingen zijn volgens Franken supergemotiveerd om de taal te leren. “Ze staan om 07.30 uur op de stoep en om 16.30 uur moeten we ze vragen of ze naar huis willen gaan. Ze weten dat de taal ze verder gaat brengen.”
Terug naar de trip naar Terschelling: is het niet wat voorbarig om met kinderen uit SyriĆ« op een boot te gaan? Franken wimpelt het weg. “Het is niet zo dat alle vluchtelingen allemaal met de boot hierheen zijn gekomen. We vragen altijd veel informatie van tevoren op bij de ouders: hoe ze hier zijn gekomen en of ze kunnen zwemmen. Vorig jaar zijn we met de leerlingen naar Scheveningen geweest, toen lagen ze ook aan het einde van de dag in de zee.”