OCO neemt de stelling in dat achterstandsbeleid bedoeld is om achterstanden weg te werken. Voor het eerst is onderzoek gedaan aan de hand van gemiddelde schoolscores van gewichtenleerlingen of dat lukt. Per jaar slaagt iets minder dan de helft van de Amsterdamse basisscholen met (in groep 8 meer dan vijf) gewichtenleerlingen daarin, slechts enkele scholen meerjarig. Is de gemeente bereid om nader onderzoek te laten doen? En onderschrijft de gemeente de ambitie dat het landelijk gemiddelde op de Eindtoets van 535 ook als ‘meetbare doelstelling’ voor het onderwijsachterstandsbeleid zou moeten gelden?
In de Staat van het Onderwijs 2014/2015 waarschuwde de Inspectie van het Onderwijs tegen toenemende kansongelijkheid in het onderwijs. De inspectie pleit regelmatig voor ‘hoge verwachtingen’ ten aanzien van leerlingen. Maar de inspectie hanteert zelf in de (nog steeds actuele) Regeling leerresultaten PO 2014 relatieve normen die hoge verwachtingen juist temperen: hoe meer gewichtenleerlingen (leerlingen met laag opgeleide ouders waar een school extra financiering voor ontvangt), hoe lager de gemiddelde schoolscore op de Centrale Eindtoets PO mag zijn om van de inspectie nog een ‘voldoende’ te krijgen. Om meer kansen te bieden aan gewichtenleerlingen is een scherper beeld nodig van de resultaten die scholen met deze leerlingen behalen.
De Centrale Eindtoets PO van Cito is een betrouwbare indicator voor de taal- en rekenvaardigheden van leerlingen. Deze toets wordt aan het einde van leerjaar 8 afgenomen.
In 2013 heeft RTL Nederland met een beroep op de Wet openbaarheid bestuur (Wob) de staatssecretaris van Onderwijs Cultuur en Wetenschap gevraagd om de gemiddelde schoolscore van basisscholen op de eindtoets openbaar te maken. Schoolbesturen probeerden publicatie tegen te houden maar de rechter stond het toe. Sinds eind 2013 wordt ook op de landelijke website scholenopdekaart.nl de gemiddelde schoolscore op de eindtoets getoond.
Overigens publiceerde de gemeente Amsterdam al sinds 1996 dergelijke gegevens in samenwerking met de Amsterdamse schoolbesturen, zie bijvoorbeeld Schoolresultaten PO 2005. Later ontwikkelde de gemeente ook een ’Kwaliteitswijzer’ waarin de leerwinst per school getoond werd. Sinds scholenopdekaart.nl de gemiddelde schoolscore op de eindtoets publiceert is de gemeente ermee gestopt. Daartoe heeft het huidige stadsbestuur ook besloten om de suggestie van een kwaliteitsoordeel op basis van citoscores te vermijden.
In eerdere blogs bleek al dat slechts een beperkt aantal scholen met veel gewichtenleerlingen meerjarig hoog scoort. Dat leidde tot de vraag of er ook cijfers beschikbaar zijn van de gemiddelde score voor de Eindtoets van alleen de gewichtenleerlingen, zonder dat de scores van niet-gewichtenleerlingen het beeld vertekenen. Daarmee zou verder ingezoomd kunnen worden op de problematiek.
Deze gegevens bleken aanwezig te zijn bij de afdeling Onderzoek, Informatie en Statistiek (OIS) van de gemeente Amsterdam voor de jaren 2013 en 2014. Gegevens over latere jaren waren verkrijgbaar bij het agentschap DUO van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.
Een verschil is dat OIS alleen gegevens heeft geleverd over scholen met minimaal tien gewichtenleerlingen, en DUO alleen over scholen met minimaal zes gewichtenleerlingen. Dit in verband met voorwaarden die DUO en OIS hanteren om de privacy van leerlingen te beschermen.
OCO neemt de stelling in dat achterstandsbeleid bedoeld is om achterstanden weg te werken. Als het landelijke gemiddelde op de Eindtoets 535 is, dan zouden ook gewichtenleerlingen aan het eind van de basisschool gemiddeld genomen 535 moeten kunnen scoren.
OCO heeft daarom onderzocht welke scholen met het schoolgemiddelde van hun gewichtenleerlingen rond het landelijke gemiddelde van 535 scoren op de Eindtoets en welke scholen daaronder blijven. Daarbij is een 95 procent zekerheidsmarge aangehouden om het effect van toeval als gevolg van kleine aantallen leerlingen op een school te neutraliseren.
Het aantal scholen dat erin slaagt de onderwijsachterstand bij hun gewichtenleerlingen weg te werken verschilt per jaar. In 2017, het laatste jaar waarover OCO cijfers heeft gekregen, zijn er 45 scholen die met het schoolgemiddelde van hun gewichtenleerlingen rond het landelijke gemiddelde op de Centrale Eindtoets PO hebben gescoord. Daartegenover staan 43 scholen die onder het landelijke gemiddelde bleven. Scholen die met het gemiddelde van hun gewichtenleerlingen boven het landelijke gemiddelde scoorden kwamen in dat jaar niet voor.
In eerdere jaren zijn de uitkomsten niet gunstiger. Ook tussen 2013 en 2016 waren er tientallen scholen die met de gemiddelde schoolscores van hun gewichtenleerlingen onder het landelijke gemiddelde bleven. Worden de resultaten over de hele periode van vijf jaar bezien, dan zijn er geen scholen die vijf jaar achtereen in staat bleken rond het landelijke gemiddelde te scoren. Slechts zes scholen lukte dat in vier van de vijf jaar. Daartegenover staan acht scholen die in geen enkel jaar in de buurt kwamen van het landelijke gemiddelde.
Op ruim 100 scholen, ruwweg de helft van de Amsterdamse scholen, deden te weinig gewichtenleerlingen aan de Eindtoets mee om gegevens te krijgen.
Voor ouders kunnen de uitkomsten helpen bij hun schoolkeuze. Zie ook het eerdere blogbericht op deze website Terugdringen onderwijsachterstand vraagt actieve ouders.
Op de scholenpagina’s van OCO is informatie toegevoegd over de gemiddelde schoolscores op de Eindtoets voor gewichtenleerlingen. Aan de hand daarvan kunnen ouders met scholen in gesprek gaan over de maatregelen die de school treft om onderwijsachterstand bij leerlingen te neutraliseren.
De gegevens kunnen – omgekeerd – ook scholen helpen om het gesprek aan te gaan met ouders. Zoals de rechter al oordeelde bij de uitspraak in de WOB-procedure van RTL, is het aan scholen om ouders context te bieden bij de behaalde onderwijsresultaten.
Elk schooljaar zijn er enkele tientallen scholen die voor gewichtenleerlingen een toereikend resultaat weten te realiseren. Waarom laten zo veel andere scholen kansen liggen? Hebben schoolbesturen de maatschappelijke opdracht om onderwijsachterstanden weg te werken expliciet in hun beleid opgenomen? Kunnen schoolbesturen de inzet van de achterstandsgelden verantwoorden?
Werken schoolbesturen ook samen om kennis te delen? Er is kennis voorhanden over effectieve aanpakken voor gewichtenleerlingen, zo blijkt onder meer uit gesprekken die OCO op scholen heeft gevoerd. Zie hiervoor Vier excellente scholen voor gewichtenleerlingen. Stabiliteit in het team, specifieke aandacht voor het taalonderwijs en de inzet van leertijdverlenging hebben hun waarde in de praktijk bewezen hebben.
Welke middelen zet de gemeente in aanvulling op de lumpsum uitgekeerde rijksgelden voor gewichtenleerlingen in? In Amsterdam lopen er projecten rond schakelklassen, vakantiescholen en Stadsscholen 020. Wat voor ambities of doelen worden bij deze middelen geformuleerd?
In de Wet Primair Onderwijs (art. 1671 lid 1 WPO) is aan gemeenten ten aanzien van de bestrijding van onderwijsachterstanden een coördinerende rol toebedeeld. Tenminste jaarlijks voeren gemeenten overleg met de schoolbesturen over het voorkomen van segregatie, het bevorderen van integratie en het bestrijden van onderwijsachterstanden. De wet stelt dat het overleg gericht dient te zijn op meetbare doelstellingen. Maar doet Amsterdam dat wel, met schoolbesturen afspraken maken over een meetbare doelstellingen?
Indien zulke afspraken ontbreken, gaat de gemeente die dan alsnog maken? Ligt het wegwerken van onderwijsachterstanden en – in het verlengde daarvan – het hanteren van een gemiddelde schoolscore voor gewichtenleerlingen op de Centrale Eindtoets rond de 535 als benchmark dan niet voor de hand?
Zie voor een volledige omschrijving van het onderzoek en de onderzoeksresultaten de nota Naar effectiever onderwijs voor Amsterdamse gewichtenleerlingen, januari 2018.
Dit bericht van 16 november 2016 is bijgewerkt op 22 februari 2018. De eerste versie betrof gegevens over de schooljaren 2010/2011-2014/2015. Met deze update zijn de gegevens geactualiseerd, de vijfjarige periode bestrijkt nu de schooljaren 2012/2013-2016/2017.