Volgens de wet zijn scholen verplicht om leerlingen een minimum aantal uren onderwijs per jaar aan te bieden. Deze onderwijstijd, ook wel urennormen genoemd, zijn uitgedrukt in uren van zestig minuten. Dit is niet altijd hetzelfde als een lesuur, want op sommige scholen duurt een lesuur slechts 45 minuten of juist langer dan een uur.
Scholen bepalen zelf de schooltijden, zolang zij voldoen aan de urennorm die de overheid heeft opgesteld. De onderwijstijd:
Onderwijsniveau | Urennorm |
basisonderwijs (onderbouw) | minimaal 3.520 uur |
basisonderwijs (bovenbouw) | 3.760 uur |
Over acht schooljaren is de minimale onderwijstijd 7.520 uur. De verdeling van 3.520 uur in de onderbouw en 3.760 betreft in totaal 7.280 uur. De overgebleven 240 uur mogen scholen zelf verdelen over de onderbouw en de bovenbouw (art. 8 lid 7b WPO).
Onderwijsniveau | Urennorm |
speciaal basisonderwijs (onderbouw) | Minimaal 3.520 uur |
speciaal basisonderwijs (bovenbouw) | 3.760 uur |
Een kind op het speciaal (basis)onderwijs krijgt hetzelfde aantal uren onderwijs als in het reguliere basisonderwijs. Er geldt wel een uitzondering voor dove en slechthorende kinderen jonger dan vier jaar. Zij gaan naar speciaal onderwijs cluster 2 en kunnen al naar school vanaf drie jaar. Zij krijgen van hun derde tot hun vierde jaar minimaal 880 uren onderwijs in een schooljaar (Art. 12 lid 1b Wet op expertisecentra).
Onderwijsniveau | Urennorm |
havo (5 jaar) | 4.700 uur |
vwo (6 jaar) | 5.700 uur |
vmbo/mavo (4 jaar) | 3.700 uur |
Voor het voortgezet onderwijs zijn de normuren vastgelegd per opleiding. Zie voor vwo bijvoorbeeld: artikel 2.5 Uitvoeringsbesluit 2020en art. 2.6 Uitvoeringsbesluit 2020. Scholen bepalen zelf hoeveel uren er per jaar worden ingeroosterd. Dit is toegestaan.
Middelbare scholen moeten wel minimaal 189 dagen per schooljaar onderwijs geven. De medezeggenschapsraad op school moet vooraf instemmen met de planning van de dagen waarop er geen onderwijs is. In het weekend mag geen onderwijs gegeven worden. Daarnaast zijn er per schooljaar maximaal 71 andere schoolvrije dagen: 55 vakantiedagen, 4 feestdagen en 12 roostervrije dagen.
Onderwijsniveau | Urennorm |
havo, vwo of vmbo/mavo | hetzelfde aantal uren als voor het voortgezet onderwijs per opleiding |
praktijkonderwijs | 1.000 uren onderwijs per leerjaar |
BOL opleidingen | Urennorm |
Entreeopleiding | 1.000 |
1-jarige opleiding | 1.000 |
2-jarige opleiding | 2.000 |
3-jarige opleiding | 3.000 |
4-jarige opleiding | 4.000 |
Bron normuren: art. 7.2.7 lid 3 WEB.
Het aantal uren onderwijs voor de beroepsbegeleidende leerweg (BBL) is minimaal 850 uren per studiejaar. Het aantal uren onderwijs voor de beroepsopleidende leerweg (BOL) verschilt per opleiding. In het schema gaat het bij de urennormen om het totaal aantal uren aan begeleide onderwijsuren en beroepspraktijkvorming. In het eerste jaar moet het onderwijsprogramma minimaal 700 uur begeleide onderwijstijd kennen, behalve bij de entreeopleiding. Meer achtergronden over BOL en BBL is te lezen in het artikel Wat is het verschil tussen BOL en BBL?.
De onderwijsinspectie ziet er op toe dat basisscholen en middelbare scholen zich aan de wettelijke onderwijstijd houden. Maar is er sprake van een structureel lerarentekort op een school? En kan deze school duidelijk maken aan de inspectie dat ze geen mogelijkheden binnen de wet hebben en daarom weloverwogen kiezen voor een noodmaatregel? Zoals een schoolweek waarin leerlingen vier dagen les hebben van een bevoegde leerkracht en één dag van een onbevoegde kracht? Dan zal de inspectie niet verder handhaven.
Als de inspectie signalen krijgt dat de kwaliteit of veiligheid ernstig in het geding zijn, start het een onderzoek. Want boven alles moeten de veiligheid van leerlingen en leerkrachten en de kwaliteit van het onderwijs gewaarborgd zijn. Het schoolbestuur blijft daarvoor verantwoordelijk, ook in tijden van lerarentekorten.
Maakt u zich zorgen over de kwaliteit van het onderwijs door lesuitval en eventuele wisselingen van leerkrachten? Of vraagt u zich af of de school zich houdt aan de urennorm? Neem dan contact op met de groepsleerkracht, mentor of directeur. Zo kunt u uw zorgen uiten en samen kijken naar mogelijke oplossingen. U kunt uw zorgen ook aankaarten bij de MR, zodat de oudergeleding hierover in gesprek kan gaan met de lerarengeleding. Levert een gesprek met de directeur en de MR niets op? Dan kunt u het schoolbestuur inschakelen.