Het siert wethouder Asscher dat de kwaliteit van het onderwijs in Amsterdam hem zeer na aan het hart ligt. Dat de wethouder heeft besloten de subsidieverlening aan de Onderwijs Consumenten Organisatie (OCO) te beperken en haar onafhankelijke positie aan banden te leggen, kan ik echter niet rijmen met zijn deskundigheid en oprechte betrokkenheid.
Ik ben advocaat onderwijsrecht. Ik vecht voor kansen voor kinderen. De afgelopen jaren heb ik veel Amsterdammers bijgestaan die problemen ondervonden met hun kinderen op school. Een jongetje van een jaar of acht dat een paar keer per week op school in de werkkast werd opgesloten als vorm van time-out. Een jongen die werd verwijderd uit 4 havo. De directeur liet hem niet meer toe met de woorden: “Je weet zelf weI waarom”. Zeven maanden zat deze leerling zonder onderwijs thuis. Noch het Samenwerkingsverband Voortgezet Onderwijs noch de wethouder kon mij help en aan een plek in 4 havo. Ik denk aan de moeder die haar kind thuishield, omdat hij op school bont en blauw werd getrapt. Ze diende een klacht in over de onveiligheid op school en alle scholen werden hierover geïnformeerd, volledig in strijd met de privacy van het kind. Geen school was bereid dit kind nog een kans te geven. Als ouders uit Amsterdam mij bellen om advies, kan ik verwijzen naar OCO als onafhankelijk oudernetwerk waar de juiste deskundigheid aanwezig is om deze ouder op weg te helpen.
Karina Schaapman heeft in ons land een veilig eiland gecreëerd, dat een voorbeeld zou moeten zijn voor de andere grote steden. Een loket voor ouders met problemen in het onderwijs waar begrip, de juiste deskundigheid en bijstand voorhanden zijn. De wethouder wil de ouders nu voor advies naar de school verwijzen. Dit terwijl de wethouder weet dat in een conflict de wederpartij niet de aangewezen adviseur is. Ook de verwijzing naar de landelijke ouderorganisaties snijdt geen hout. Deze zijn meestal nog ingericht op levensbeschouwelijke visie en het ontbreekt hun aan kennis over de situatie in de regio. De laatste jaren is de autonomie van de schoolbesturen aanzienlijk toegenomen, wat ertoe heeft geleid dat er aanzienlijke verschillen zijn in de regio’s tussen de manier waarop het onderwijs is georganiseerd. Bovendien kan de telefonische helpdesk, die onder anderen met vrijwilligers van de landelijke ouderverenigingen in stand wordt gehouden, niet gelijk worden gesteld met wat OCO ouders te bieden heeft. Met de beperking van de werkzaamheden van OCO miskent de wethouder dat het probleem van de kwaliteit van ons onderwijs, en daarmee de schooluitval, bij de wortel moet worden aangepakt. Ais zich op een school een conflict voordoet, of sprake is van een verschil van inzicht met ouders, is de gelijkwaardigheid van partijen een voorwaarde om tot een oplossing te komen. Niet voor niets is het landelijke onderwijsbeleid gericht op de versterking van de positie van ouders. Daarom is OCO geen luxe, maar noodzaak. OCO staat aan de achterdeur van de scholen in Amsterdam en kan ouders ondersteunen als de zaken fout dreigen te lopen. Zo worden ouders in staat gesteld zelf tijdig de problemen op te lossen en schade te voorkomen. Uitstel van bijstand aan ouders zal leiden tot meer conflicten en schade, en uiteindelijk een claimcultuur die wij in het onderwijs zo graag willen voorkomen.
De laatste jaren heb ik tientallen ouders naar OCO doorverwezen. Dankzij OCO is in veel situaties de verharding van een conflict voorkomen. Ik kan niet zonder OCO in Amsterdam en het onderwijs in Amsterdam kan niet zonder OCO. OCO is een niet te onderschatten troef van de wethouder, tenminste als een goede kwaliteit van onderwijs zijn doelstelling blijft.
Onderwijsrechtadvocaat Katinka Slump Stichting Juridische Dienstverlening Onderwijs
Eerder gepubliceerd in: Het Laatste Woord, Het Parool 29 maart 2011