Scholen in het voortgezet onderwijs melden diefstal, vechtpartijen, vernielingen of andere incidenten niet vaak bij de politie. In slechts 8 procent van de gevallen doen zij aangifte en bij 7 procent laten zij het bij een melding op het politiebureau. Dat blijkt uit cijfers over de 230 scholen die met het online meldsysteem IRIS (Incidentenregistratie In School) werken.
De 230 scholen meldden in het schooljaar 2006-2007 ruim 7000 incidenten. Het meest kwam diefstal voor: 1.464 keer (21 procent van het aantal meldingen). Daarna kwamen vechtpartijen, vernielingen en ongevallen. 570 keer (8 procent) meldden de scholen pesten en 324 keer een vermissing (5 procent). 127 keer lieten de scholen bezit van of handel in drugs registreren en zeventig keer wapenbezit. Seksuele intimidatie werd 120 keer gemeld.
De percentages wijken weinig af van die over het schooljaar 2005/2006. Het aantal diefstallen daalde licht. Als naar type school wordt gekeken, blijken havo/vwo-scholen meer dan gemiddeld last te hebben van vechtpartijen en bedreigingen. In het voortgezet speciaal onderwijs is meer dan gemiddeld sprake van diefstal, vernielingen en pesten. Op scholen in kleine gemeenten komt pesten relatief veel voor.
Ouders slecht op hoogte
Of de school naar de politie stapt, hangt af van het incident. Bij 70 procent van de gevallen van diefstal doet de school geen aangifte, net als in 30 procent van de gevallen van inbraak. Doordat scholen bij incidenten maar zelden naar het politie gaan, heeft die een zeer beperkt beeld van wat zich op school afspeelt.
Ook de ouders weten vaak niet wat kun kinderen hebben aangericht of wat hun is overkomen. Bij slechts 10 procent van de incidenten neemt de school contact op met de ouders. Dat staat haaks op wat ouders blijkens onderzoek willen. Vooral bij geweldsincidenten willen de ouders op de hoogte worden gesteld.