11 september 2008
Een openbare vo-school die weigerde een zeer moeilijk lerende leerling met ‘rugzakje’ toe te laten, is door de rechter in het gelijk gesteld.
De school had aangegeven dat de leerling niet op haar plaats is in het reguliere onderwijs, en ook dat het personeel van de school niet voldoende kennis en mogelijkheden heeft om een kind met gedragsmoeilijkheden te kunnen begeleiden. De rechter achtte die motivatie voldoende, ook al wilde hij wel meer schriftelijke documentatie.
Het ging om de 14-jarige Olivia, die een indicatie heeft voor Leerling Gebonden Financiering (het ‘rugzakje’) vanwege de diagnose PDD-NOS. Het laatste jaar heeft ze thuisonderwijs gehad. Haar moeder wilde nu graag dat ze naar de enige vo-school in haar omgeving ging, een openbare school voor vmbo- en lwoo-onderwijs. Maar de school wilde haar niet toelaten.
Volgens de school is uit de beschikbare stukken gebleken dat Olivia een forse leerachterstand heeft en een onderbroken leerweg. Het meisje zou daarom minstens een ‘drempeltest’ moeten doen, maar volgens haar moeder is Olivia niet in staat zo’n test te maken.
De school heeft vervolgens op diverse manieren geprobeerd gegevens over Olivia te verzamelen, onder meer door gesprekken met de Indicatiecommissie en de speciale basisschool waar het meisje op heeft gezeten. De rechter vond dat de school op deze manier voldoende heeft gemotiveerd waarom er – ondanks het ‘rugzakje’ – zodanige twijfels bestaan aan de mogelijkheden van Olivia, dat ze in redelijkheid geweigerd kon worden. Het bezwaarschrift tegen die beslissing werd ongegrond verklaard. De school is in deze zaak bijgestaan door advocaat Jan Schutter van VOS/ABB.