De Roken Jeugd Monitor wordt sinds 2004 uitgevoerd door TNS-NIPO, aanvankelijk in opdracht van Stivoro en sinds 2014 van het Trimbos-instituut. De Roken Jeugd Monitor verzamelt elk jaar gegevens over het rookgedrag van leerlingen tussen de 10 en 19 jaar. In 2013 zijn 4377 leerlingen van 140 scholen in Nederland persoonlijk geïnterviewd over hun rookgedrag.
Cijfers 2013:
De overgang van de basisschool naar het voortgezet onderwijs is voor veel leerlingen een spannende periode. In deze fase gaan ze meer tijd met hun vrienden doorbrengen. Leerlingen hechten dan vaak veel meer waarde aan de mening van hun leeftijdsgenoten, dan bijvoorbeeld aan die van hun ouders. Dit heeft invloed op hoe ze zich gedragen. Veel leerlingen beginnen in deze fase met roken. Ze voelen zich dan cooler, relaxter en volwassener.
Kinderen die veel overeenkomsten hebben met elkaar, zoals dezelfde sport beoefenen of van dezelfde muziek houden, hebben de neiging sneller vrienden te worden en dat ook te blijven. Of ze gaan roken of niet is sterk afhankelijk van wat hun vrienden doen. Nieuwsgierige leerlingen, die al geïnteresseerd zijn in roken, selecteren vaak hun vrienden daarop. Als er één vriend rookt dan is het risico groot dat zij dat ook gaan doen. De kans wordt alleen maar groter naarmate er meer vrienden in een groep roken. Door die groepsdruk beginnen veel leerlingen met roken, omdat ze graag op hun vrienden willen lijken.
Hoe jonger leerlingen beginnen met roken hoe groter de kans is dat ze dat ook op latere leeftijd doen en verslaafd raken. Ze denken vaak dat stoppen met roken niet zo moeilijk is. Dit komt omdat ze het verslavende effect van de nicotine in sigaretten onderschatten of niet kennen. Ook zijn leerlingen zich niet bewust van de vervelende gevolgen van roken op de korte termijn. Leerlingen die roken geven aan dat ze zich minder fit voelen, zowel fysiek als mentaal, en hebben vaker last van kortademigheid en hoesten.
Volgens het Longfonds begint de helft van het aantal rokers op het schoolplein. Per dag beginnen daar 100 kinderen met roken, waarvan er 9 voor hun 65e overlijden. Een plek op het schoolterrein waar roken is toegestaan, zoals een boom, geeft een verkeerd signaal af naar leerlingen. Scholen hebben een voorbeeldfunctie. Als leerlingen hun leraar zien roken dan gaan ze dat gedrag normaal vinden. Leerlingen die roken worden als helden gezien. Hierdoor gaan anderen dit gedrag nadoen, omdat ze er bij willen horen. Ouders willen dat hun kind les krijgt in een gezonde omgeving. Daar hoort roken niet bij.