Karina heeft vier kinderen waarvan er enkele kampten met een leerachterstand. Haar kinderen gingen naar de openbare Montessorischool in het centrum van Amsterdam. Zij kwam er na een tijd achter dat de school met allerlei problemen kampte zoals personele problemen, het niet hebben van einddoelen en het niet bijhouden van de vorderingen van de leerlingen. Haar oudste zoon bleek een grote leerachterstand te hebben opgelopen. Om hem bij te spijkeren heeft zij hem bijlessen laten volgen. Zij kwam er achter dat haar zoon niet de enige was met een leerachterstand maar dat de meeste leerlingen deze ook hadden. Zij vond dan ook dat de school verantwoordelijk was voor het oplopen van deze leerachterstanden.
Karina vond dat er iets gedaan moest worden aan het feit dat er niemand verantwoordelijkheid nam voor de leerachterstand van haar kind. Het ging haar niet alleen om haar kind, maar om de kwaliteit van het onderwijs in het algemeen. Zij besloot daarom een rechtszaak aan te spannen tegen de gemeente Amsterdam, in die tijd het verantwoordelijke bestuur van de school (tegenwoordig is het openbaar onderwijs verzelfstandigd en ondergebracht bij stichtingen die het schoolbestuur vormen). Haar eis was een vergoeding voor de kosten die zij heeft moeten betalen voor de bijlessen. Na een reeks van stappen in het rechtelijk proces sprak de arrondissementsrechtbank in Amsterdam haar eindvonnis uit.
Op 11 juni 1998 veroordeelde de rechter de gemeente Amsterdam tot vergoeding van de gemaakte kosten voor de bijlessen. Hiermee was zij een van de eersten die een rechter uitspraak heeft laten doen over de verantwoordelijk van een schoolbestuur ten aanzien van de leerresultaten van een kind. De gemeente ging in hoger beroep, maar op 26 mei 1999 stelde de rechtbank Karina eveneens in gelijk. De rechter oordeelde dat het schoolbestuur de kosten moest vergoeden voor bijlessen die nodig waren om onderwijsachterstanden weg te werken die waren ontstaan, omdat de school voor onvoldoende onderwijsaanbod had gezorgd. De rechter meende dat het optreden van de schooldirecteur die de achterstanden had laten ontstaan en voortbestaan zonder het schoolbestuur daar tijdig over te informeren aan het schoolbestuur toegerekend moest worden.
Het Schaapman-vonnis bevat drie aspecten, die ook nu nog actueel zijn:
In december 2003 diende Karina als raadslid een amendement in waarin ze pleitte voor één plek waar ouders en leerlingen terecht kunnen met hun vragen, problemen en klachten. In juli 2006 nam het College van B&W het besluit om de start van een onderwijsloket in Amsterdam mogelijk te maken. Op 6 december 2006 is de Onderwijs Consumenten Organisatie (OCO) uiteindelijk van start gegaan.
Het boek Schoolstrijd is te leen via de bibliotheek(klik op link voor catalogusinformatie).
Het volledige vonnis van 26 mei 1999 is hier terug te lezen.
One Trackback
[…] langdurig onvoldoende resultaten behaalde. Zelfs ouders kwamen daartegen in opstand, waaronder Karina Schaapman die aangaf dat goed onderwijs in Nederland helemaal niet zo vanzelfsprekend was. Vanaf 2007 was de […]