Schade kan overal voorkomen: in het verkeer, thuis, op straat en ook op school. Denk aan een gebroken been na een voetbalwedstrijd op het schoolplein, gestolen schoolboeken of een iPad die een vriend op school heeft laten vallen. Vaak vergoedt de verzekeraar deze schade. Ziektekosten worden meestal grotendeels vergoed door de zorgverzekeraar. Voor waardevolle spullen zoals tablets, laptops en mobiele telefoons zijn er speciale verzekeringen. De school is hiervoor niet verantwoordelijk.
Waar gewerkt wordt, worden fouten gemaakt, ook in het onderwijs. Soms is de onderwijsinstelling verantwoordelijk voor schade, bijvoorbeeld door verkeerde voorlichting of slechte begeleiding, maar ook als studenten zich door een ICT-storing op school niet kunnen inschrijven voor een tentamen.
Loop je als leerling of student vast? Neem zo snel mogelijk contact op met een docent, decaan of studieadviseur. Leg de situatie uit en vraag om een oplossing. In de school- of studiegids staan de contactpersonen vermeld. Vaak kunnen zij adviseren wie je kan helpen of welke andere mogelijkheden er zijn.
Leerlingen en studenten kunnen ook studievertraging oplopen. Als deze studievertraging door de school is veroorzaakt, is dit ook schade. In principe kun je de school aansprakelijk stellen en de schade vorderen. De schade moet wel concreet aangetoond worden.
Een leerling met studievertraging betreedt later de arbeidsmarkt. Het is lastig om de gevolgen van studievertraging in een concreet schadebedrag uit te drukken. De Letselschade Richtlijn Studievertraging kan hierbij helpen. Deze richtlijn geeft normbedragen voor schade. Dit voorkomt discussies en zorgt ervoor dat gelijke gevallen gelijk worden behandeld.
De richtlijn is opgesteld door Stichting De Letselschade Raad. Verschillende organisaties die betrokken zijn bij letselschadezaken praten mee over de richtlijn, zoals ANWB, Verbond van Verzekeraars en Slachtofferhulp Nederland.
De richtlijn is specifiek bedoeld voor studievertraging door ongevallen, maar wordt in de praktijk ook gebruikt voor andere oorzaken van studievertraging. Het uitgangspunt is dat een leerling of student later de arbeidsmarkt betreedt en een ander daarvoor verantwoordelijk is. Factoren zoals de economische crisis en de onzekerheid van het vinden van een baan hebben geen invloed op de richtlijn, aangezien het normbedragen betreft. Er wordt onderscheid gemaakt per opleidingsniveau, met vaste bedragen variërend van €7.225 voor het basisonderwijs tot €24.600 voor hbo en wetenschappelijk onderwijs.