Op iedere school gelden regels waar leerlingen zich aan moeten houden. Deze regels moeten bijdragen aan een goed schoolklimaat en vloeien voort uit de doelstellingen van de school. Omdat elke school zijn eigen doelstellingen heeft op het gebied van burgerschap, ontwikkeling, veiligheid, samenleving en gedrag, verschillen de regels (voor schorsing) per school.
Als een leerling zich niet aan de schoolregels houdt, kan het bevoegd gezag een strafmaatregel opleggen. Meestal gaat het om lichte straffen, zoals het schoolplein vegen of een uur nablijven. Soms gaat het bevoegd gezag over tot een zwaardere strafmaatregel, zoals een schorsing. Bijvoorbeeld als een kind doorgaat met hetzelfde gedrag. Of als een kind iets heeft gedaan wat de school niet kan corrigeren met een lichtere straf.
Scholen schorsen bijvoorbeeld bij:
Praktische informatie over situaties rond schorsing staat in: ‘Ik ben geschorst van school, help!’
Door in gesprek te gaan, kunt u samen met de school in kaart brengen wat de reden kan zijn voor het gedrag dat heeft geleid tot de schorsing. Met de juiste ondersteuning en begeleiding kan een nieuwe schorsing worden voorkomen.
De regels over straffen en schorsen staan meestal in de schoolgids en/of het leerlingenstatuut. Als u vindt dat het schorsingsbeleid niet duidelijk is geregeld op school, dan kunt u aan de medezeggenschapsraad (MR) vragen om dit onderwerp te agenderen.
Het schorsen van een leerling moet zorgvuldig worden uitgevoerd, omdat een schorsing gevolgen heeft voor de schoolloopbaan van de leerling. De school moet zich dan ook aan de regels van de schorsingsprocedure houden en zorgvuldig een feitenonderzoek uitvoeren.
Een zorgvuldige behandeling wordt verder gewaarborgd door de volgende proceselementen: het toepassen van hoor- en wederhoor overeenkomstig met artikel 12 Verdrag inzake de rechten van het kind, bezwaartermijn, beslistermijn, overwegingen en onderbouwing van de beslissing. Een weloverwogen procedure beschermt niet alleen de belangen van de leerling, maar zorgt er ook voor dat het schoolbestuur redelijke beslissingen neemt.
In de wet staan de volgende regels voor schorsing op school:
Bovenstaande regels staan in de wetsartikelen:
Wanneer u het niet eens bent met de beslissing om te schorsen, kunt u als eerst in gesprek met degene die de maatregel heeft opgelegd of de schoolleider. Als het gesprek niet naar tevredenheid is verlopen, kunt u een (bezwaar)brief sturen naar het schoolbestuur. In deze brief beschrijft u waarom u het niet eens bent met de schorsing en vraagt u het schoolbestuur de beslissing te heroverwegen.
De mogelijkheid om in bezwaar te gaan tegen een schorsing staat niet expliciet in de onderwijswetten. Ondanks dat er een wettelijke grondslag ontbreekt, stellen scholen ouders en leerlingen in de praktijk vaak wel in de gelegenheid om een bezwaarbrief op te sturen. De school kan vervolgens ouders en leerlingen uitnodigen om hun bezwaar mondeling toe te lichten in een hoorzitting.
Verzoek in de brief aan het schoolbestuur om uw bezwaar mondeling toe te lichten.