Het aantal spijbelende scholieren en hun ouders dat wegens schoolverzuim wordt beboet of voor de rechter moet verschijnen is vorig jaar fors gestegen.
In 2008 maakten leerplichtambtenaren 8100 keer een proces-verbaal op tegen spijbelaars of hun ouders. Dat is ruim duizend keer meer dan in 2007 toen 7000 processen-verbaal werden uitgeschreven. Dat blijkt uit cijfers die het Openbaar Ministerie (OM) heeft verstrekt.
In 4400 gevallen moesten de spijbelaars of hun ouders zich voor de rechter verantwoorden. In 2007 gebeurde dat een kleine 4000 keer. De rechter kan de ouders een boete opleggen of de scholier tot een leer- en werkstraf veroordelen. Als ouders hun kind belemmeren naar school te gaan, kan hij hen uit de ouderlijke macht ontheffen en het kind onder toezicht plaatsen. Onduidelijk is hoe vaak rechters vorig jaar tot die maatregel zijn overgegaan.
Het OM heeft ook de mogelijkheid zelf een boete of werkstraf op te leggen. Vorig jaar gebeurde dat 2100 keer tegenover 1800 keer in 2007. Daarnaast seponeerde het OM 530 zaken onvoorwaardelijk omdat de scholier in kwestie zijn gedrag had verbeterd.
Verder zijn er nog duizend processen-verbaal in behandeling, gevoegd in andere (straf)zaken of hebben geleid tot een voorwaardelijk sepot. In dat laatste geval ziet het OM af van strafvervolging onder de voorwaarde dat de scholier weer naar school gaat. Gebeurt dat niet, dan kan hem of zijn ouders alsnog een straf worden opgelegd.
De spijbelaars die bij justitie terecht komen vormen de zwaarste categorie. Pas als de school en de leerplichtambtenaar de leerling niet terug de schoolbanken in weten te krijgen, wordt het dossier doorgestuurd naar het OM. Daarnaast treedt het OM ook op tegen zogeheten ‘luxe verzuim’. Daarvan is sprake als ouders hun kind zonder toestemming van de school meenemen op vakantie in schooltijd. De ouders krijgen in dat geval een boete.