Zestien jaar was hij toen in Rome 2014 een treinticket naar Nederland kocht voor zijn familie – z’n moeder, drie oudere broers, een broertje en een zusje. De Syrische Nawaf Al Taybb was even daarvoor aangekomen in Europa, met de boot vanaf Libië op zoek naar een beter leven.
Het was per toeval dat hij in Nederland terecht kwam. “Ik stelde het zelf voor bij het ticketbureau, we hadden verhalen gehoord over dat het hier goed geregeld is.” De taal sprak hij niet toen hij hier aankwam, maar hij begreep al snel dat hij dat onder de knie moest krijgen om aan zijn toekomst te werken. “Ik heb een deel van de middelbare school doorlopen in Syrië. Wilde ik in Nederland verder studeren, dan moest ik in ieder geval de taal leren.”
Inmiddels is Al Taybb 19 jaar en begint hij in september aan een studie Scheikunde bij Inholland, nadat hij afgelopen jaar het Taal- en Schakeltraject van de Hogeschool van Amsterdam doorliep. In totaal worden vier groepen van 16 nieuwe studenten ieder jaar begeleid, waarin ze niet alleen de Nederlandse taal leren door middel van vakken op de middelbare school, maar ze leren ook van alles over de Nederlandse cultuur, normen en waarden.
Mayke Rameckers (38) is hoofd van het taalteam binnen de HvA dat het traject twaalf jaar geleden opzette. “We hebben altijd veel vluchtelingen begeleid, maar ook veel gevallen van gezinshereniging. De laatste jaren is het aantal oorlogsvluchtelingen substantieel gegroeid: 60 procent van de studenten zijn nu vluchteling, de meeste van hen afkomstig uit Syrië.”
Het schakeltraject valt onder de Dienst Studentenzaken van de HvA, maar studenten kunnen eventueel ook doorstromen naar InHolland. Daar kunnen studenten hun eigen studie kiezen, om vervolgens de Nederlandse taal onder de knie te krijgen. Rameckers: “Op die manier kunnen we ze meer op maat begeleiden.”
Studies in de ICT en Economie zijn populair. “De bèta-kant is ruim vertegenwoordigd, eigenlijk precies wat we in Nederland zoeken!” Aan het eind van het jaar worden studenten geacht Nederlands te beheren op B2 niveau, wat gelijk staat aan eind havo. “Dat is best hoog. Veel studenten kunnen wel wat Nederlands als ze beginnen, maar er valt nog een hoop te leren.”
Naast de taal zijn er ook andere vaardigheden die de nieuwe studenten direct bijgebracht worden. “Assertiviteit, zelfreflectie, samenwerken en feedback geven”, somt Rameckers op. “Allemaal zaken waar de nadruk op ligt in het hbo.” Ook is er aandacht voor een oriëntatie op de Nederlandse arbeidsmarkt, het rechtssysteem en de Nederlandse geschiedenis.
Wat Al Taybb vooral bijgebleven is van de lessen, is de mentaliteit van veel Nederlanders. “Iedereen is altijd hard aan het werk en bezig om zichzelf zo goed mogelijk te ontwikkelen, dat werkt aanstekelijk.” Ondanks dat hij goed Nederlands spreekt, wil Al Taybb zichzelf blijven verbeteren. “Ik ben nog lang niet tevreden.”
De klassen starten direct in het Nederlands, maar er is ook veel aandacht voor de Engelse taal. “Veel Turken spreken bijvoorbeeld helemaal geen tweede taal”, legt Rameckers uit. “Marokkanen spreken overwegend wel Frans, maar vaak ook geen Engels. Omdat dit zo’n belangrijke rol in onze samenleving speelt, leren studenten dus eigenlijk twee talen tegelijk.”
Al Taybb kijkt op het taaltraject terug als een zwaar jaar. “Ik maakte lange dagen op school en er was veel huiswerk in de avonduren.” Hij hield zijn doel helder voor ogen: na het behalen van zijn propedeuse wil hij kijken of hij naar de universiteit kan, om geneeskunde te studeren. “Al weet ik nog niet precies wat ik daarmee zou willen, ik weet wel dat ik mensen beter wil maken. Het lijkt me een geweldige bijdrage aan de Nederlandse samenleving.”
Rameckers benadrukt dat het inderdaad pittig kan zijn. “Veel studenten besluiten dan ook om toch iets anders te gaan doen, omdat het te zwaar is.” Om de uitstroom te beperken, worden veel taalspreekuren gehouden en is er extra begeleiding met het regelen van zaken die niets met school te maken hebben. “Als vluchtelingen Nederlandse brieven van instanties krijgen over huisvesting of iets dergelijks, dan helpen we ze daarmee. Dat scheelt hen in de zorgen, zo kunnen ze zich volledig op school focussen.”
Het is ook om die reden dat alleen mensen met een status kunnen beginnen aan de taalklassen. Rameckers: “Als je net in Nederland aankomt, ben je nog teveel bezig met andere zaken. Je weet vaak nog niet eens waar je komt te wonen, laat staan dat je je hoofd naar een opleiding hebt staan.” Rameckers heeft het – toen de noodopvang uit zijn voegen barstte – wel geopperd bij de directie, maar eigenlijk was het plan onhaalbaar. “De urgentie ligt bij nieuwkomers wel op het leren van de taal, maar niet op het volgen van een complete opleiding.”
Studeren wordt bemoeilijkt doordat veel vluchtelingen hun school niet af hebben kunnen maken of diploma’s hebben die niet erkend worden in Nederland. Zo ook Nawaf Al Taybb, die halverwege zijn middelbare school is gevlucht. “Ik heb geen diploma, mijn broer heeft er een die niet wordt erkend. Na een grondige zoektocht kwamen we uit bij dit schakeltraject, waardoor ik nu verder kan bouwen aan m’n toekomst.”
Het was gek genoeg niet de taal, maar vooral het schoolsysteem waar Al Taybb aan het begin moeite mee had. “In Syrië zit het heel anders in elkaar, in Nederland is het schoolsysteem veel uitgebreider. Daardoor kwamen er ineens een heleboel zaken bij, naast het les volgen, waar ik nog nooit mee te maken had gehad.”
De HvA ondersteunt studenten juist voor dit soort bijkomende zaken. Alle studenten krijgen vanuit de HvA een mentor die een klein aantal studenten begeleidt. Daarnaast is er nog een decaan en UAF-begeleider. In kleine groepen worden nieuwe studenten begeleid met zaken als het nakijken van verslagen en het opstellen van een goede sollicitatiebrief voor een bijbaantje.
Al Taybb had vooral behoefte aan dat eerste. “Ik spreek wel goed Nederlands, maar de grammatica is soms nog heel lastig. Ik wil alles perfect doen, dus dat vraagt veel van mezelf.” Ook als hij bij Inholland z’n studie gaat volgen, verwacht hij nog vaak op de HvA te komen. “Deze mensen hebben me heel goed geholpen, als ik iets niet begrijp heb ik het idee dat ik altijd bij hen terug kan komen. Ook voor zaken die niet over school gaan.”
Naast het feit dat het wennen is voor de nieuwe studenten, worden er ook bewustwording programma’s voor leerlingen en medestudenten opgezet in samenwerking met Stichting voor Vluchteling-studenten UAF. “Er worden flyers gestuurd naar alle opleidingsmanagers van opleidingen waar vluchtelingen aan deelnemen. Daarin hebben we informatie verwerkt, maar ook interviews over hoe vluchtelingen het onderwijs zien in Nederland en wat ze verwachten.” Uit die interviews komt vaak naar voren dat vluchtelingen vooral niet anders behandeld willen worden. “Dat klinkt logisch, maar vaak worden ze toch anders behandeld.”
Een ander punt wat heel gevoelig ligt, is hun verleden. “Wij Nederlanders zijn erg direct, maar veel vluchtelingen vinden het moeilijk om te praten over wat ze mee hebben gemaakt. Direct vragen naar hun verleden, kan als heel vervelend worden ervaren.” Ook Al Taybb vond de directheid van Nederlanders aan het begin wat lastig.
Vanuit de overheid is er een budget om vluchtelingen in te laten burgeren. Het taaltraject van de HvA heeft een keurmerk, waardoor vluchtelingen een deel van het geld uit kunnen geven aan de cursus. Het geld wordt in drie jaar omgezet in een gift als ze ingeburgerd zijn.
Een groep die nu nog vaak tussen wal en schip valt zijn de studenten in de internationale schakelklassen (ISK): vluchtelingen die rond de puberteit zijn gevlucht en moeilijk aan kunnen tonen hoeveel onderwijs ze al hebben gehad. “Ze zijn rond de 17 jaar en extreem kansrijk, maar worden eerst ingedeeld om naar de schakelklassen op de middelbare scholen te gaan. Er is geen financiering en ze krijgen geen begeleiding van UAF, dus er gaat veel potentieel verloren.” Door samen te werken met de middelbare scholen, wil Rameckers namens de HvA kijken of ze excellente leerlingen toch naar de taalklas van het HBO kan krijgen. “We willen alles uit deze jongvolwassenen halen.”