In groep 1 en 2 gaan kleuters aan de slag met klanken en letters. De groepsleerkrachten van De Zevensprong maken hierbij gebruik van de Werkmap Fonemisch bewustzijn van CPS. Eefje: “In deze map staan allerlei suggesties voor taalactiviteiten, waarbij kleuters spelenderwijs hun fonemisch bewustzijn (red: het bewustzijn van klanken in woorden) ontwikkelen.”
“We willen dat kleuters leren door met betekenisvolle situaties aan de gang te gaan, bijvoorbeeld in de bouwhoek en de speelhoek. Hetzelfde geldt voor woordenschatonderwijs. Dit willen we niet aanbieden vanuit een methodeboek, maar door middel van spel en gesprekken. Stichting HetKan! – een organisatie die trainingen geeft om het jenaplanonderwijs een boost te geven – helpt ons om dit nog beter vorm te geven.”
Een paar jaar geleden is De Zevensprong overgestapt op een nieuwe leesmethode in stamgroep 3-4: Actief Leren Lezen. Eefje: “Deze methode is gericht op het leesproces, zonder toeters en bellen. Er zijn geen verwerkingsschriften en invuloefeningen zoals bij Veilig Leren Lezen en Lijn 3. In plaats daarvan bedenken de groepsleerkrachten per bouw zelf activiteiten. Groep 3 doet bijvoorbeeld verwerkingsopdrachten aan de hand van allerlei speelse opdrachten met klei en verf.”
Deze nieuwe methode werkt goed binnen de visie van jenaplan. Eefje: “We werken met stamgroepen, waarbij groepen 3 en 4 in één groep zitten. Bij de oude methode ging er veel tijd zitten in de begeleiding van groep 3, waardoor groepsleerkrachten in de knel kwamen met de instructies aan groep 4. Met Actief Leren Lezen kan groep 3 nu aan het begin van het jaar zelfstandig en op creatieve wijze aan de slag met letters, waardoor er ruimte is voor instructies aan groep 4. De instructies aan groep 3 bestaan uit zes korte momenten verspreid over de dag, precies goed voor hun aandachtspanne.”
Vanaf groep 5 werken kinderen op De Zevensprong met betekenisvolle teksten. Eefje: “Deze komen deels uit de methode Nieuwsbegrip en sluiten aan bij de projecten. Verder worden andere interessante teksten aangeboden. Denk bijvoorbeeld aan recepten, gedichten en krantenartikelen. Deze teksten sluiten ook goed aan bij de leerlingvolgsysteemtoetsen van Cito en DIA.”
In de bovenbouw zijn leerlingen actief betrokken bij het taalonderwijs op school en begeleiden ze soms jonge kinderen bij het leesproces. Eefje: “Onze kinderen uit groep 7 en 8 helpen de kinderen uit groep 2 en 3 bij het programma BOUW! Dit is een preventief programma dat kinderen ondersteunt bij beginnende geletterdheid en leren lezen. Daarnaast beheren onze kinderen uit de bovenbouw de schoolbibliotheek. Zo ontwikkelen ze eigenaarschap.”
De toetsresultaten voor technisch en begrijpend lezen op De Zevensprong komen al jaren overeen met het landelijke gemiddelde. Eefje: “In groep 3 kan het technisch leesniveau nog wat achterlopen. Hetzelfde geldt voor begrijpend lezen in groep 4. Dit komt mede omdat we een combinatiegroep 3-4 hebben, waardoor groepsleerkrachten de aandacht voor technisch lezen met groep 3 en begrijpend lezen met groep 4 moeten verdelen. Maar vanaf groep 5 wordt dit weer ingehaald en lopen de scores gelijk met het landelijk gemiddelde.”
“We proberen tijdens oudergesprekken het leerniveau van kinderen inzichtelijk te maken aan de hand van grafieken. En vanaf groep 6 geven we een uitleg van het uitstroomniveau mee. Zo komen ouders niet voor verrassingen te staan. Als wij zeggen dat een kind goed presteert, bedoelen we dat hij goed presteert op zijn eigen niveau, binnen zijn eigen leerlijn. Maar de ervaring leert wel dat hoe vaak je dit ook benadrukt, het niet altijd landt bij ouders.”
Taalonderwijs gaat niet alleen over technisch en begrijpend lezen, maar ook over het schrijven van teksten. Hiervoor werkt De Zevensprong samen met Stichting Taalvorming. Eefje: “Deze stichting helpt ons bij het vormgeven van ons schrijfonderwijs. Zo schrijven de kinderen vanaf groep 1 tot en met groep 8 jaarlijks meerdere teksten.”
“In groep 1 en 2 vertellen kinderen verhalen vanuit hun eigen ervaring en de groepsleerkrachten schrijven dit op. De kleuters maken er vervolgens tekeningen bij. Vanaf groep 3-4 leren kinderen zelf verhalen te schrijven, niet alleen vanuit hun eigen ervaring, maar ook vanuit kennis en literatuur die aansluiten op thema’s. En zo loopt die leerlijn door naar de bovenbouw. In tekstbesprekingen komen spelenderwijs regels voor spelling, interpunctie en de opbouw van teksten aan bod. Eens in de zoveel tijd bundelen we de teksten tot een prentenboek.”
Ouders spelen een belangrijke rol bij de leesontwikkeling van hun kinderen. Daarom probeert De Zevensprong ouders de school binnen te halen bij voorleesactiviteiten.
Eefje: “We betrekken ouders vanaf groep 1 actief bij de onderwijsinhoud. Jaarlijks kunnen zij voorlezen tijdens het voorleesontbijt en we organiseren voorleesochtenden voor opa’s en oma’s. In nieuwsbrieven geven we tips aan ouders hoe zij hun kinderen kunnen helpen en stimuleren bij lezen. Ook besteden we veel aandacht aan de Kinderboekenweek.”
“We zijn geen voorstander van huiswerkklasjes en Citotrainingen. In plaats daarvan raden we ouders aan om samen met hun kind naar Het Klokhuis en Het Jeugdjournaal te kijken en daarover in gesprek te gaan. Daarnaast hebben we een zwerfboekenkast in de hal. We doen regelmatig een oproep aan ouders om gelezen kinderboeken is de kast te leggen, zodat andere kinderen die mee naar huis kunnen nemen om te lezen.”
“Maar we betrekken niet alleen ouders bij het lees- en leerproces, we gaan ook in gesprek met de kinderen zelf. Zo maken zij in iedere groep een portfolio, waarin ze vertellen wat ze geleerd hebben en waar ze trots op zijn. Dit krijgen ze eerst mee naar huis en daarna pas de toetsuitslagen.”
De doelgroep op De Zevensprong is de laatste jaren aan het veranderen. En dat heeft ook gevolgen voor het taalonderwijs. Eefje: “We worden steeds meer een afspiegeling van de wijk en daar zijn we heel blij mee. Dat betekent dat we met meertalige kinderen te maken hebben en daar moet onze school zich verder in bekwamen. Ik was onlangs met een paar collega’s naar een lezing over meertaligheid in de OBA. Dat was heel interessant en we zijn ons er nu nog meer van bewust dat we hierop moeten inzetten. We willen de thuistaal binnenhalen en daarvan profiteren.”
Tips voor taalonderwijs aan scholen