Van Schoolstrijd naar Bijspijkerrecht

Geplaatst door OCO op 19 juni 2009
Infoposter naar aanleiding van het OCO-debat op 26 mei 2009, de postertekst wordt hieronder weergegeven.
In 1998 besloot Karina Schaapman als ouder de strijd aan te gaat met een schoolbestuur over de kwaliteit van het onderwijs en de verantwoordelijkheid voor leerachterstanden. Zij sprak het schoolbestuur aan op de kosten van de bijles voor haar zoon, die nodig was om de op school opgelopen achterstand in te halen. En ze kreeg gelijk van de rechter.

Daarmee waren drie problemen aan de orde gesteld die sindsdien steeds meer aandacht hebben gekregen onder meer door de publicatie van haar boek Schoolstrijd:

  1. De kwaliteit van het onderwijs en de verantwoordelijkheid daarvoor
  2. Het recht op informatie van ouders
  3. De aanpak van leerachterstanden door middel van bijspijkeren

OCO strijdt

Sinds de start in 2007 op basis van een amendement van (inmiddels raadslid geworden) Karina Schaapman strijdt OCO naast de praktische hulpverlening van Amsterdamse ouders voor aandacht voor deze drie vraagstukken.

Kwaliteit

Ten aanzien van de kwaliteit van het (basis)onderwijs heeft de gemeente Amsterdam in 2008 een stevig initiatief genomen om scholen die volgens de Onderwijsinspectie zwakke en zeer zwakke scholen zijn, de gelegenheid te bieden om actief aan verbetering te werken. In een programma voor nu 33 scholen, dat binnenkort uitgebreid wordt tot 60 scholen, wordt stevig geinvesteerd in verbetering. Schoolbesturen gaan na een aanvankelijke aarzeling mee aan de slag.

Tegelijk wordt in het parlement gesproken over een wetsontwerp Goed Bestuur waarin actiemogelijkheden worden geopend om scholen die zeer zwak presteren beter aan te pakken. Deze aanpak voorziet in het vastleggen van een minimum-niveau voor de prestaties en de mogelijkheid van sluiting als een laatste redmiddel. Dit wetsontwerp betekent een belangrijke wijziging in het denken over kwaliteit en de aanpak daarvan.

De aanpak in Amsterdam en de mogelijke landelijke grenzen aan de kwaliteit zijn tekenen dat de overheid verantwoordelijkheid neemt voor de aanpak van de verbetering van de kwaliteit. De huidige aanpak heeft nog geen traceerbare resultaten, maar er wordt aan gewerkt. In de komende tijd moet duidelijk worden dat die resultaten ook werkelijk tot stand komen.

Informatie

Om ouders werkelijk bij het onderwijs aan hun kinderen te betrekken is het nodig dat scholen ouders informatie verstrekken. Slechts enkele scholen blijken in staat te zijn deze informatie begrijpelijk over te brengen. Veel scholen kunnen niet uit hun jargon komen. Veel scholen zijn zelfs niet in staat om aan de wettelijke vereisten rond de schoolgids te voldoen. Bij de overgang van het basisonderwijs naar het voortgezet onderwijs blijkt dat scholen vaak niet in staat zijn om duidelijk te maken waarom leerlingen achterstanden hebben opgelopen of op welke argumenten of gegevens een beoordeling door de school gebaseerd is. OCO bemerkt – net als Karina Schaapman destijds – dat de school op het gebied van het verzamelen en verstrekken van informatie faalt. Op dit terrein is nog maar weinig vordering gemaakt.

Bijspijkeren

Als ouders duidelijk wordt dat de school er niet in slaagt om het wenselijke peil voor hun kind te halen, kiezen zij – als ze daartoe de mogelijkheden hebben – voor bijspijkeren via bijles. In sommige scholen in Oud-Zuid is er sprake van dat 50% van de leerlingen bijles heeft. In andere wijken van de stad ligt dat percentage veel lager – niet omdat de resultaten daar beter zijn, maar omdat de ouders de bijles niet kunnen betalen. Bijspijkeren blijkt noodzakelijk, maar lang niet overal kan dat gerealiseerd worden. Daarbij speelt natuurlijk ook de vraag: wie is verantwoordelijk? Zou het schoolbestuur niet moeten zorgen voor bijspijkeren? Of zou de rijksoverheid niet verantwoordelijk moeten zijn als het gaat om een zwakke of in elk geval een zeer zwakke school? In die gevallen waar aangetoond kan worden dat het schoolbestuur het echt niet goed gedaan heeft is uit de strijd van Karina Schaapman gebleken dat er een verantwoordelijke partij kan worden aangesproken – het schoolbestuur. Maar dat is in latere jaren een niet zo eenvoudige weg gebleken. Nalatigheid blijkt moeilijk aan te tonen. En dat terwijl de leerachterstanden in sommige scholen zeker niet minder zijn geworden.

Debat

Op 26 mei 2009 werd in De Balie ter gelegenheid van 10 jaar Schaapman-vonnis een debat gehouden over de vorderingen op de drie terreinen. 100 betrokkenen bij het Amsterdamse onderwijs gingen in discussie over de huidige situatie. Conclusie van de avond was dat er nog veel te doen valt.

Aan de slag

OCO blijft aan de slag op de drie onderwerpen:

  • Kwaliteit OCO volgt de Amsterdamse aanpak op de voet met vragen (Wat zijn de resultaten?) en wensen (Hoe worden ouders betrokken? Wanneer volgt de uitbreiding naar het vo?). OCO volgt de landelijke ontwikkeling om aangrijpingspunten te vinden.
  • Informatie OCO hamert op het belang van informatie. Heldere informatie over de vorderingen en inzicht in de vastlegging binnen de school over individuele leerlingen. Basisinformatie over het totaal van de school zodat ouders kunnen zien hoe het er met de school voor staat.
  • Bijspijkerrecht OCO strijdt voor een bijspijkerrecht. Als er leerachterstanden zijn, dan moet er de mogelijkheid zijn tot bijspijkeren. Als een recht – omdat de school niet aan de standaarden voldoen – en betaald door de verantwoordelijke partij (het schoolbestuur of de rijksoverheid). En georganiseerd door een deskundige organisatie (niet door de school, die heeft laten zien dat het niet gelukt is – want meer van hetzelfde helpt niet!)

OCO zal zich op deze onderwerpen opnieuw laten horen.

Meer artikelen over Blog