_______________________________________
Hieronder is de zogenaamde ‘flaptekst’ weergegeven bij de raadsvoordracht ‘Vaststellen nieuwe relatie met onderwijsconsumentenorganisatie OCO’, geagendeerd op 30 maart 2011 in de commissie OZK en 6 april 2011 in de gemeenteraad. Onderaan deze pagina zijn zowel de flaptekst als de volledige raadsvoordracht als download beschikbaar.
_______________________________________
Als stad vinden we het belangrijk om risico’s vroeg te signaleren, daar – samen met ouders – naar te handelen en te investeren in een positief opvoedklimaat. We staan
voor de uitdaging om in aansluiting op onze visie op opgroeien en opvoeden en ons preventief jeugdbeleid, voorwaarden te scheppen om ouders te versterken als
opvoeder en als partner van de school en de onderlinge samenwerking van ouders in eigen verbanden te faciliteren. In de separaat geagendeerde voordracht Ouderbetrokkenheid in het onderwijs, is dit onderbouwd en uitgewerkt.
De verschuiving van de invulling van ‘ouderbetrokkenheid’ maakt het gewenst om de prioriteiten opnieuw te verwoorden en de uitvoeringspraktijk erop af te stemmen. Voor de gemeente ligt er de uitdaging om dat licht, sober en doelmatig te doen, dit niet teveel institutioneel op te tuigen en aan te sluiten bij wat ouders zelf al regelen en doen (zie voordracht Ouderbetrokkenheid). Dit heeft consequenties voor de relatie tussen de gemeente en de onderwijsconsumentenorganisatie OCO. De gemeente wil sturen op een omslag bij OCO naar ‘actieve outreach’ naar ouders die niet of nauwelijks bereikt worden en het zodanig faciliteren van (netwerken van) ouders dat externe steun en bijstand al snel overbodig worden. Dit sluit aan op de conclusie uit de evaluatie van de OCO (december 2010) dat de huidige rol en taakuitoefening van de OCO (als gesubsidieerde organisatie met een zelfgekozen, brede missie) niet meer passen als de stad de nadruk wil leggen op het partnerschap tussen ouders en school en op niet-participerende ouders.
De gemeente erkent de positie die OCO heeft opgebouwd in de stad als een van de partijen die verbonden is met de positie van ouders. Het voorstel is om een nieuwe zakelijke relatie met de OCO aan te gaan. Daarmee stapt de gemeente over van een subsidierelatie met een eigenstandig opererende organisatie met een zelfgekozen missie naar gerichte opdrachtverlening. De kern van deze verandering is OCO efficiënter in te zetten. Van de gemeente vraagt dit een stevige en betrokken rol als opdrachtgever. Daarbij trekt de gemeente ook de lessen uit de OCO-evaluatie daar waar het gaat om de kritische reflectie op haar eigen rol: geen duidelijke analyse en visie, weinig voorwaarden en afspraken vooraf en nauwelijks sturing op opbrengsten en resultaten tijdens de rit.