Het eindexamen bestaat uit schoolexamens (SE) en centraal examens (CE). De schoolexamens worden ontwikkeld door de scholen voor voortgezet onderwijs zelf. Ook bepalen zij wanneer welke vakken worden getoetst. Daarom verschilt het per school wanneer leerlingen schoolexamens maken en hoe de toetsen eruit zien. Leerlingen moeten hun schoolexamens hebben afgerond voordat de centraal examens beginnen. De cijfers voor de schoolexamens staan dan vast.
In de meeste vakken moeten leerlingen ook centraal examen doen. In dat geval is het eindcijfer voor dat vak het gemiddelde van het schoolexamencijfer en het cijfer voor het centraal examen. Een klein aantal vakken heeft alleen een schoolexamen, zoals maatschappijleer, culturele kunstzinnige vorming (ckv) en lichamelijke opvoeding (lo). De centraal examens worden ontwikkeld door het College voor Toetsen en Examens (CvTE).
Leerlingen die vragen hebben over de schoolexamens kunnen terecht bij hun school en de examensecretaris (art. 2.51a WVO 2020). Met opmerkingen en klachten over de eindexamens kunnen zij terecht bij het LAKS (Landelijk Actie Komitee Scholieren).
In het Programma voor Toetsing en Afsluiting (PTA) geven scholen aan hoe zij de schoolexamens afnemen en wat leerlingen per vak moeten doen om het schoolexamen af te ronden. Scholen moeten het PTA in het examenjaar vóór 1 oktober vaststellen (art. 2.60 lid 5 WVO 2020).
Ja, een school heeft beleidsvrijheid om zelf regels op te stellen voor schoolexamens en onregelmatigheden, zoals ongeoorloofde afwezigheid. Zo kan een school in dit laatste geval bepalen dat het recht op het inhalen van een schoolexamen vervalt (art. 2.61 WVO 2020). Wel moet de school de regels vaststellen in een examenreglement, zodat leerlingen en ouders weten wat hun rechten zijn en zij niet voor verrassingen komen te staan. Als een leerling door ziekte of een andere reden waar hij niets aan kan doen een schoolexamen heeft gemist, heeft hij wettelijk recht op een inhaalmogelijkheid (art. 2.60 lid 1 onder c WVO 2020).
Nee, dat mag niet. Alle schoolexamenresultaten moeten tien werkdagen voor de aanvang van het centraal examen zijn vastgesteld (art. 3.12 lid 1 Uitvoeringsbesluit WVO 2020). Dat geldt ook voor vakken die niet met een cijfer worden beoordeeld, maar met een voldoende of goed.
Echter, als een leerling ziek is of om een andere reden een schoolexamen niet heeft kunnen maken zonder dat hij hier iets aan kon doen, mag de schooldirecteur besluiten dat een leerling het schoolexamen maakt na aanvang van het eerste tijdvak van de centraal examens. De kandidaat moet het schoolexamen in dat geval wel afronden vóór de afname van het centraal examen in dat vak (art. 2.55 lid 4 WVO 2020).
Voorbeeld: Een leerling heeft een schoolexamen voor Frans niet kunnen maken door ziekte. De centraal examens beginnen op 15 mei en op 28 mei is het centraal examen Frans. In dit geval mag de leerling na 15 mei het schoolexamen inhalen, als de afname maar vóór 28 mei plaatsvindt.
Vakken waarvoor leerlingen alleen een schoolexamen moeten maken worden uitgedrukt in een eindcijfer tussen de 1 en 10 en één cijfer achter de komma, zoals 6,1 of 7,8 (art. 3.13 lid 1 Uitvoeringsbesluit WVO 2020).
Scholen mogen zelf bepalen hoe zij schoolexamens tussentijds afronden. Is het gemiddelde van de resultaten voor maatschappijleer bijvoorbeeld een 5,46, dan kan dat tussentijds worden afgerond naar een 5,5.
Kunstvakken en lichamelijke opvoedingen worden niet beoordeeld met een cijfer, maar met een voldoende of goed. Dit geldt ook voor het profielwerkstuk vmbo-g en vmbo-t.
Ja, dit is verplicht. Het kwijtraken van examens, bijvoorbeeld door een technische computerstoring, is een onregelmatigheid. En als er sprake is van een onregelmatigheid bij de schoolexamens of centraal examens kan de schooldirecteur (een combinatie van) de volgende maatregelen nemen:
Omdat er bij het verliezen van schoolexamens door een technische storing geen sprake is van negatief gedrag van de leerling, maar van een ongelukkige fout met de techniek, ligt een hernieuwd examen voor de hand (Art. 3.58 Uitvoeringsbesluit WVO 2020).
Als de nieuwe school niet alle vakken aanbiedt waarin de leerling examen wil doen, is het soms toch mogelijk dat de oude school dat vak blijft begeleiden, inclusief de aanlevering en beoordeling van het schoolexamen. Is dit niet mogelijk, dan kan onderzocht worden of het vak via een andere school in de buurt kan worden afgerond.
Cijfers van reeds afgenomen schoolexamens kunnen worden meegenomen naar de nieuwe school. De vakdocent bekijkt dan of deze resultaten in het PTA passen en of er aanvullende stof moet worden aangeboden en getoetst. Overleg tussen beide scholen is hierbij gewenst. Afgeronde vakken die reeds zijn beoordeeld, zoals maatschappijleer en ckv, kunnen door de ontvangende school worden overgenomen.
Toch kan het voorkomen dat de eerdere schoolexamencijfers van een zij-instromer komen te vervallen. Bijvoorbeeld als de normering tussen scholen erg verschilt. De nieuwe school mag dit in overleg met de Onderwijsinspectie en het schoolbestuur besluiten.
Een profielwerkstuk maakt onderdeel uit van het schoolexamen vmbo-g, vmbo-t, havo en vwo. In dit werkstuk komen kennis, inzicht en vaardigheden aan de orde die van betekenis zijn voor het betreffende profiel (art. 2.53 lid 3 WVO 2020). Voor havo en vwo zijn dit de profielen Cultuur & Maatschappij, Economie & Maatschappij, Natuur & Gezondheid of Natuur & Techniek. En voor vmbo-g en vmbo-t zijn dit: Economie, Groen, Techniek en Zorg en Welzijn.
Het profielwerkstuk in het vwo en havo heeft betrekking op één of meer vakken van het eindexamen. Ten minste één van deze vakken heeft een omvang van 400 uur of meer voor vwo en 320 uur of meer voor havo. Het profielwerkstuk in het vmbo heeft betrekking op een thema uit het profiel waarin de leerling onderwijs volgt (art. 2.53 lid 4 WVO 2020 jo. art. 3.4 lid 5 Uitvoeringsbesluit WVO 2020). Dit geldt ook voor leerlingen die examen doen in meerdere profielen.
Nee, uiterlijk tien dagen vóór de start van het centraal examen voor de betreffende schoolsoort moet de school het cijfer van het profielwerkstuk inleveren bij ROD (Register Onderwijsdeelnemers). Omdat het profielwerkstuk onderdeel is van het schoolexamen en leerlingen hiervoor een cijfer krijgen (havo en vwo) of een voldoende of goed (vmbo-g en vmbo-t), kunnen zij dit niet meer tijdens of na het eerste tijdvak van het centraal examen afronden. De deadline voor SE-cijfers is dit jaar 4 mei 2024.
Meer informatie over examenresultaten en het Register Onderwijsdeelnemers staat op de website van DUO.
Een school mag een leerling alleen uitsluiten van het CE als:
Als een school een leerling uitsluit van het centraal examen, dan moet de school dit op tijd kenbaar maken aan de leerling en zijn ouders. Daarnaast moet de school hiervan melding doen aan de Onderwijsinspectie (art. 3.58 lid 4 Uitvoeringsbesluit WVO 2020). Leerling en ouders mogen in beroep gaan tegen het besluit (art. 2.64 lid 1 WVO 2020). De commissie van beroep stelt dan een onderzoek in en stelt bij haar beslissing vast op welke wijze de kandidaat alsnog het eindexamen of deeleindexamen kan afleggen (art. 3.59 lid 1 Uitvoeringsbesluit WVO).
De school mag een leerling niet uitsluiten van het centraal examen als hij veel onvoldoendes heeft gehaald voor de schoolexamens, maar wel het volledige PTA heeft afgerond. Doet de school dit toch, dan kan de kandidaat contact opnemen met de examencommissie. Sinds 1 augustus 2021 heeft iedere VO-school zo’n commissie ingesteld (art. 2.60d WVO 2020) en (art. 2.60e WVO 2020).
Ja, de directeur kan besluiten dat er een geldige reden is voor een leerling om het centraal examen in het tweede tijdvak te maken, voor maximaal twee toetsen per dag (Art. 3.29 lid 1 Uitvoeringsbesluit WVO 2020). Als een leerling in het tweede tijdvak ook verhinderd is of de examens in dit tijdvak niet kan voltooien, kan hij de examens maken in het derde tijdvak, bij het College voor Toetsen en Examens (CvTE) (Art. 3.29 lid 2 Bekostigingsbesluit WVO 2020).
Ja, indien een kandidaat om een geldige reden, ter beoordeling van de directeur, is verhinderd bij één of meer examens in het eerste tijdvak, mag hij de centraal examens in het tweede tijdvak maken, voor maximaal twee toetsen per dag (art. 3.29 lid 1 Uitvoeringsbesluit WVO). Als hij in het tweede tijdvak ook verhinderd is of de examens in dit tijdvak niet kan voltooien, kan hij de examens maken in het derde tijdvak, bij het CvTE (art. 3.29 lid 2 Uitvoeringsbesluit WVO).
Ja, in overleg met de Onderwijsinspectie is dit mogelijk. De school zorgt dan voor adequate afnamecondities op de locatie en voert zo nodig een quarantaineregeling uit. De ruimte waar het examen wordt afgenomen moet hiervoor geschikt zijn. Zo moet er een aparte ruimte zijn zonder de aanwezigheid van derden. Daarnaast moeten er twee surveillanten aanwezig zijn (niet de eigen vakdocent) en mogen er geen storende elementen zijn, zoals een telefoon die afgaat.
De teksten van de centrale examens doorlopen een aantal fases. Hierbij is een groot aantal docenten betrokken, op verschillende momenten. Dit proces duurt in totaal enkele jaren. Daarom kunnen er geen heel actuele teksten in de examens zitten.
Bij het proces van tekstselectie moet met veel verschillende aspecten rekening gehouden worden, waaronder:
Soms kiest de commissie expres voor een wat oudere tekst, omdat de kandidaat ook die moet kunnen lezen. Dat geldt vooral bij literaire teksten. Zo zat in het vwo-herexamen van 2017 een tekst van Doris Lessing uit 1950.
In alle gevallen kijkt de commissie naar de ‘houdbaarheid’ van een tekst. Deze wordt zelfs nog gecheckt, vlak voordat het examen gedrukt wordt. Soms leidt dit op het allerlaatste moment nog tot een aanpassing.
Bij het ontwikkelen van de examens streeft het CvTE ernaar dat examens over de jaren heen dezelfde moeilijkheidsgraad hebben. Maar omdat de vragen ieder jaar nieuw zijn, zit hier altijd enige variatie in. Examenopgaven variëren in lengte, vraagvorm en ook in het gevraagde vaardigheids- of kennisniveau. In elk examen komen zowel moeilijke als gemakkelijke vragen voor. Sommige vragen kunnen als moeilijk worden ervaren, maar dragen er ook toe bij dat goede kandidaten zich kunnen onderscheiden. Andere vragen kunnen als makkelijk worden ervaren.
Docenten kunnen via de Wolf-enquête aangeven hoe zij de moeilijkheidsgraad van een examen inschatten. Deze feedback wordt gebruikt om het examen van een passende N-term (normeringsterm) te voorzien. De N-term bepaalt hoe streng een examen wordt nagekeken. Als een examen relatief makkelijk is, wordt de N-term laag (minimaal 0,0). Is een examen relatief moeilijk, dan wordt de N-term hoger.
Bij de ontwikkeling van de examens besteedt het CvTE aandacht aan de vraag of het examen in de toegestane tijd past. Toch komt het voor dat het examen achteraf gezien te lang was. Docenten kunnen via de Wolf-enquête aangeven wat zij van de lengte van het examen vonden. Bij de toets- en itemanalyse van het examen onderzoekt het CvTE of de Wolf-gegevens aanwijzingen bevatten waaruit blijkt dat het examen te lang is. De feedback van docenten wordt samen met de andere Wolf-gegevens gebruikt om het examen van een passende N-term te voorzien.
Examens worden nagekeken door twee correctors: een docent van de eigen school en een docent van een andere school. Zij maken hierbij gebruik van een standaard correctievoorschrift. Maar ondanks dit voorschrift is het corrigeren van examens geen harde wetenschap en is er ruimte voor interpretatie. Onderling overleg tussen eerste en tweede corrector moet uitwijzen of verschillen in de beoordeling vallen binnen deze interpretatieruimte of erbuiten.
Kunnen de eerste en tweede corrector geen overeenstemming over de (eind)beoordeling bereiken? Dan schakelen de correctoren het bevoegd gezag van hun eigen school in. Wanneer het bevoegd gezag van beide correctoren ook geen overeenstemming bereiken, is de volgende (en laatste) stap om de Onderwijsinspectie te vragen een onafhankelijke derde correctie uit te voeren. De uitkomst van deze correctie is bindend (Art. 4.15 Uitvoeringsbesluit WVO 2020).
In WVO 2020 en het Bekostigingsbesluit WVO 2020 staan geen bepalingen over wat te doen wanneer kandidaten ziek worden tijdens het examen. Maar omdat scholen hiermee wel geconfronteerd kunnen worden, heeft de VO-Raad op basis van Art. 2.61 WVO 2020een protocol voor scholen opgesteld. Hierin staat:
Denk van tevoren na over de plek die zieke kandidaten en kandidaten met een aandoening krijgen in de examenzaal of eventueel in een aparte ruimte.
De VO-Raad heeft ook een protocol opgesteld bij verhindering van de kandidaat bij een examen (Art. 2.2 Protocol VO-Raad). De handelswijze hierbij is:
Nee, dat mag niet. Kandidaten die na aanvang van het examen worden toegelaten, moeten hun werk inleveren op de officieel vermelde eindtijd. Bovendien mag een kandidaat dertig minuten na aanvang van de examenzitting niet meer worden toegelaten (art. 3.20 lid 4 Uitvoeringsbesluit WVO 2020).
Als de school centraal examens kwijtraakt of als de examens zoekraken als ze met de post worden verzonden naar de tweede corrector, dan moeten leerlingen een herexamen maken tijdens het tweede tijdvak.
Om deze drastische maatregel te voorkomen raadt de VO-raad scholen aan om een (digitale) kopie te maken van de gemaakte examens voordat ze opgestuurd worden. Mocht een examen daadwerkelijk zoekraken, dan kan de kopie naar de tweede corrector.
Daarnaast is met PostNL een aantal maatregelen besproken om het verzenden en bezorgen van examenwerk zo goed mogelijk te laten verlopen. Zo kunnen scholen een speciale examenzegel kopen en wordt hen aangeraden de examens te versturen in fysiek opvallende examenenveloppen. Hierdoor zijn de examens goed herkenbaar en dit komt de veiligheid ten goede.
De centrale examens vmbo-t, havo en vwo worden op papier afgenomen, behalve de kunst- en muziekvakken. Die worden namelijk digitaal afgenomen via het computerprogramma Facet.
De centraal examens voor vmbo basis en kader worden of op papier of digitaal afgenomen. Scholen morgen hierin zelf een keuze maken. Er geldt wel een uitzondering voor de vakken Frans, Spaans, Turks en Arabisch, die worden namelijk standaard op papier afgenomen.
Voor de papieren en digitale examens gelden verschillende protocollen. Een belangrijk verschil is dat scholen die de examens digitaal afnemen:
Vanwege deze flexibiliteit zijn er meerdere varianten van het centraal examen beschikbaar. Ook kan de school uiteindelijk besluiten om toch terug te vallen naar papieren examens. Dit is mogelijk tot het tijdstip waarop het papieren examen landelijk is ingeroosterd.
Meer informatie over de protocollen bij papieren en digitale centrale eindexamens staat in ‘De protocollen Centrale Examens 2024’van de VO-Raad.
Ja, kandidaten kunnen gedurende zes maanden na de uitslag inzage hebben in hun gemaakte centraal examens (art. 3.31 lid 1 Uitvoeringsbesluit WVO 2020).
Ja, een leerling heeft altijd recht om een centraal examen te herkansen (art. 3.38 lid 1 Uitvoeringsbesluit WVO 2020).
Ja, een kandidaat mag het gemaakte werk inzien voordat hij het vak gaat herkansen. Op die manier kan de kandidaat leren van de gemaakte fouten en zich extra goed voorbereiden op de herkansing.
Nee, dat mag niet. Is hier sprake van, neem dan contact op met de Onderwijsinspectie.
De school moet allereerst alles in het werk zetten om de leerling het gemiste vak alsnog te laten inhalen. Daarbij kan gebruik gemaakt worden van art. 2.55 lid 4 Wet voortgezet onderwijs 2020, waardoor een schoolexamen na de start van het eerste tijdvak kan worden afgerond en het centraal examen pas in het tweede tijdvak of derde tijdvak wordt afgelegd. Er is immers sprake van overmacht.
Eventueel kan de leerling overwegen een ander profiel te kiezen. Als dit onmogelijk lijkt (bijvoorbeeld omdat er geen tijd meer is of omdat de constatering gedaan wordt nadat het examen is afgelegd), moet er contact worden opgenomen met het Examenloket (Bron: Examenloket ).
Soms bereidt een school leerlingen niet goed voor op een vak voor het centraal examen. De school heeft bijvoorbeeld onvoldoende lesstof gegeven of onjuiste onderwerpen aangeboden. In dit geval is de school verantwoordelijk. Leerlingen moeten gewoon examen doen, maar de rector kan leerlingen wel verwijzen naar het tweede tijdvak. Op die manier hebben zij nog tijd om de ontbrekende lesstof in te halen.
Leerlingen die goed zijn voorbereid door school, maar zelf onvoldoende geleerd hebben voor een vak, moeten gewoon examen doen tijdens het eerste tijdvak. Halen zij hiervoor een onvoldoende, dan kunnen zij dit vak eventueel herkansen.
De school is verantwoordelijk voor de afname van de examens in het eerste tijdvak en stelt zelf een examenreglement op. Hierin staat meestal dat kandidaten geen telefoon of smartwatch bij zich mogen hebben, ook niet als zij dit enkel als klok gebruiken. Dit is ook het advies van de VO-Raad. Maar omdat deze regel niet wettelijk is bepaald, is een school niet verplicht deze regel te hanteren.
Het CvTE is verantwoordelijk voor de afname van de examens in het tweede en derde tijdvak. Het CvTE heeft de volgende regel opgesteld over elektronische apparatuur:
‘Horloges en zelf meegebrachte elektronische apparatuur, waaronder digitale hulpmiddelen en middelen met een telefoon- of camerafunctie, zijn niet toegestaan zonder uitdrukkelijke toestemming van DUO Examendiensten. De voorzitter geeft ter plekke instructie hoe hier verder mee omgegaan wordt. Als blijkt dat een kandidaat tijdens het examen niet volgens de instructie heeft gehandeld, bijvoorbeeld als zijn of haar mobiele telefoon afgaat, dan wordt dit beschouwd als een onregelmatigheid.’ (DUO).
Het is aan de school om dit te bepalen omdat er geen wettelijke regelgeving voor is. Maar de meeste scholen staan dit vanwege fraudegevoeligheid niet toe. Zie hiervoor de protocollenvan de VO-Raad.
De spellingcontrole mag worden gebruikt bij centrale examens waarbij de spelling niet wordt beoordeeld. Bij het centraal examen Nederlands moet de spellingcontrole worden uitgezet als de computer wordt ingezet als schrijfgerei. Dit geldt voor:
Leerlingen met een dyslexieverklaring mogen wel gebruik maken van de spellingscontrole op de computer (Art. 2 Brochure centrale examens VO 2024).
Kandidaten met een ondersteuningsbehoefte hebben soms recht op bepaalde faciliteiten. Zo komen kandidaten met een deskundigenverklaring dyslexie onder andere in aanmerking voor dertig minuten tijdverlenging van examens en examens die worden voorgelezen via een audio-programma. En leerlingen met een visuele beperking kunnen in aanmerking komen voor een verlenging van vijftig procent van de reguliere examentijd (slechtzienden) tot honderd procent van de reguliere examentijd (kandidaten die braille gebruiken).
Maar ook voor leerlingen met een autisme spectrum stoornis, diabetes, een taalontwikkelingsstoornis en zeer zware beperkingen zijn verschillende faciliteiten mogelijk.
Meer informatie hierover staat in:
Mag de corrector bij het vak Nederlands soepeler omgaan met de aftrek van punten bij dyslectische leerlingen?
Nee, voor de beoordeling van spelling gelden voor alle kandidaten dezelfde regels. Er is dus geen sprake van een verminderde aftrek voor dyslectische kandidaten of van het niet-meetellen van ’typische dyslexiefouten’. In beginsel geldt dit ook voor het schoolexamen.
Daarbij is het wel van belang dat er in het schoolexamen, net als in het centraal examen, geen beoordelingssystematiek wordt toegepast waardoor het slechte spellen wél een belemmering wordt. Bij schrijfopdrachten moet de kandidaat in staat worden gesteld om ook te laten zien wat hij wél kan en om daarop te scoren. Een systeem waarbij voor elke spelfout een half punt wordt afgetrokken, voldoet niet aan die eis.
Let op: extra hulpmiddelen zoals spellingkaarten, grammaticakaarten of stappenplannen zijn bij het centraal examen niet toegestaan.
De data en tijden van de centrale examens in 2024 staan in de meest recente versie van het rooster voor de centrale eindexamens, op de website van Examenblad. De eerste dag van het centraal examen uit het eerste tijdvak is dinsdag 14 mei 2024. De laatste dag uit het eerste tijdvak is woensdag 29 mei 2024.
In het filmpje ‘Rooster centrale examens’ van het CvTE wordt uitleg gegeven over hoe het rooster tot stand komt.
Op Examenblad staan per vak een examenprogramma en een syllabus. Het examenprogramma beschrijft de kennis, het inzicht en de vaardigheden waarop elke leerling bij het examen (schoolexamen en centraal examen) wordt beoordeeld. De leerstof voor het centraal examen staat in een syllabus.
De docenten zijn er verantwoordelijk voor dat de kandidaten les krijgen in de examenstof die in het examenprogramma en de syllabus beschreven is.
De examenonderwerpen voor de klassieke talen staan in de syllabi Grieks en Latijn, in de tabel van hoofdstuk 1. In 2024 is dit voor Grieks Plato en voor Latijn Livius.
Het College voor Toetsen en Examens (CvTE) denkt elk jaar na over welke auteur en/of welk genre in welk examenjaar het beste getoetst kan worden. Hierbij kijkt het college ook naar hoe de examens met een bepaalde auteur en/of een bepaald genre in eerdere examenjaren zijn ontvangen.
Als het CvTE eenmaal een voorlopige keuze heeft gemaakt, bespreekt het college dit met de vakvereniging VCN (Vereniging Classici Nederland). Na dit overleg met de vakvereniging wordt de keuze definitief.
Meer informatie hierover staat op Examenblad.
Vakspecifieke informatie bestaat uit de nieuwste mededelingen van het CvTE over het centraal examen voor het betreffende vak. Deze informatie staat op de website van Examenblad. Filter eerst op jaar, vervolgens op onderwijssoort en dan op vak.
De examenopgaven en – bijlagen van de examenjaren 2018 tot en met 2023 staan op Examenblad.nl. Filter daarvoor eerst op het betreffende jaar en vervolgens op onderwijssoort en vak.
Daarnaast staan oude examens op cito.nl en alleexamens.nl. Examenopgaven voor visueel beperkte kandidaten staan op eduvip.nl. Op Examenblad.nl staan alleen de papieren examens. Voorbeelden van digitale centrale examens staan op de online oefenomgeving van Facet.
Wil je oefenen voor het centraal examen Nederlands vmbo, havo of vwo? Lees dan:
De (kleuren)bijlagen van de examens van de kunstvakken tot 2016 zijn niet gepubliceerd vanwege auteursrechten. Maar de kleurenbijlagen vanaf 2016 tot en met 2023 zijn wel gepubliceerd op de betreffende examenpagina’s op Examenblad.nl. De volgende bijlagen en auto-plays kunnen worden aangevraagd bij Cito via klantenservice@cito.nl:
Let op: Wijzigingen in examenprogramma’s kunnen ertoe leiden dat oude examens als voorbereiding minder relevant zijn. Dit geldt vooral bij de (gewijzigde) profiel-examens vanaf havo 2009 en vwo 2010. Meestal zijn de meest recente examens de beste voorbeelden om mee te oefenen.
De cijfers voor het centraal examen zijn bekend als de N-term (normeringsterm) per vak bekend is. Meestal is dit de tweede of derde woensdag in juni. Voor de beroepsgerichte vakken is dit een week eerder. De N-term bepaalt hoe streng een examen wordt nagekeken.
Als de cijfers voor het centraal examen bekend zijn, worden de eindcijfers vastgesteld en wordt duidelijk of een kandidaat geslaagd of gezakt is of eerst nog een herkansing moet maken. De directeur deelt de cijfers voor de centraal examens mee aan de kandidaat zodra de eindcijfers en indien mogelijk de uitslag zijn vastgesteld (3.35 lid 7 Uitvoeringsbesluit WVO 2020) en (3.34 lid 5 Uitvoeringsbesluit WVO 2020).
Op woensdag 12 juni 2024 maakt het CvTE de normering voor het eerste tijdvak bekend. Het gaat hierbij om de normering voor algemene vakken van:
Deze datum en andere data voor de centrale examens 2024 staan in de activiteitenplanning van het College voor Toetsen en Examens (CvTE).
Vanaf het centraal examen 2012 geldt de exameneis dat het gemiddelde van de CE-cijfers minimaal 5,5 moet zijn. Alle CE-cijfers tellen hierbij mee, dus ook het cspe. Cijfers voor vakken zónder CE, zoals maatschappijleer 1 vmbo en wiskunde D havo, tellen niet mee.
Als een kandidaat door weglating van het resultaat van een extra vak kan slagen, dan moet de directeur dat vak buiten beschouwing laten. Het vak wordt wel op de cijferlijst vermeld, tenzij de kandidaat daartegen bezwaar heeft gemaakt. Als een vak buiten beschouwing wordt gelaten (meer dan één vak mag ook) dan moet wel een volledig eindexamen overblijven (Art. 3.33 lid 3 Uitvoeringsbesluit WVO 2020).
Het omgekeerde geldt ook: als een leerling alleen door het meetellen van een extra vak kan slagen, is dat toegestaan. Dat de leerling met het ‘minimumpakket’ niet aan de eisen voldoet, doet niet ter zake.
Nee, dat kan niet. Sinds 2012 geldt dat een kandidaat die een atheneumdiploma wil ontvangen ook ingeschreven moet staan als atheneum kandidaat (art. 3.44 Uitvoeringsbesluit WVO 2020). De uitslag wordt bepaald aan de hand van de uitslag van de centraal examens en de gegevens die voor aanvang van het centraal examen zijn vastgelegd, namelijk:
Als bij de inlevering van de SE-cijfers gymnasium als schooltype is vastgelegd, moet de leerling aan de gymnasiumeisen voldoen om te kunnen slagen. De school kan niet alsnog bij de uitslag gymnasium in atheneum veranderen.
Als de school verwacht dat een leerling niet zal slagen voor het gymnasium, maar wel voor het atheneum, dan moet de school dit vóór de schoolexamenresultaten doorgegeven in het Register Onderwijsdeelnemers (ROD). De inschrijving van de leerling wordt dan gewijzigd.
Een categoraal gymnasium is gerechtigd om een atheneumdiploma uit te reiken als dit in de naam van de school tot uiting komt (art. 3.44 Uitvoeringsbesluit WVO 2020) en de leerling voorafgaand aan het centraal examen als atheneumleerling is ingeschreven (art. 3.44 onder c Uitvoeringsbesluit WVO 2020).
Als je diploma voor het voortgezet onderwijs kwijt is, kun je vaak een vervangend document aanvragen of downloaden. Dit regel je via DUO (Dienst Uitvoering Onderwijs).
In het vavo (voortgezet algemeen volwassenenonderwijs) kun je een diploma of deelcertificaten voor het voortgezet onderwijs halen in de richting vmbo-t, havo en vwo. Het vavo biedt dezelfde eindexamenvakken aan als een gewone middelbare school. Het vavo is direct toegankelijk voor leerlingen vanaf achttien jaar die niet meer ingeschreven staan op een VO-school.
Door de Rutte-regeling komen ook leerlingen van zestien en zeventien soms in aanmerking voor het vavo. Bijvoorbeeld als zij dreigen uit te vallen. Of als zij gezakt zijn voor het eindexamen. In dat laatste geval hoeven zij alleen de vakken waarvoor ze gezakt zijn opnieuw te volgen. Een voorwaarde is wel dat de VO-school waar de leerling staat ingeschreven de leerling uitbesteedt aan het vavo. De leerling volgt dan les op het vavo, maar blijft ingeschreven op de VO-school. Ook blijft de VO-school verantwoordelijk voor de leerling.
Meer informatie hierover staat in: ‘Wat is de Rutte-regeling?’
Nee, als je zakt voor het eindexamen kun je niet alsnog een diploma voor een lager niveau krijgen. Dit geldt voor alle niveaus. Als je zakt voor je vwo-examen, krijg je geen havo-diploma. En als je zakt voor je havo-examen, krijg je geen vmbo-t diploma.
Als je zakt voor het havo-examen of vwo-examen, zijn er drie opties waaruit je kunt kiezen:
De selectie van veelgestelde vragen uit dit artikel is gemaakt op basis van: