Van verschillende ouders met een kind in groep 8 heeft OCO begrepen dat zij hun kans op plaatsing op een school voor voortgezet onderwijs willen vergroten door de school meerdere keren op de voorkeurlijst te vermelden. Let op: dat op deze manier kansen om op de school geplaatst te worden bij elkaar opgeteld kunnen worden is een misverstand.
Een leerling krijgt voor een school die zowel profielklassen als reguliere klassen aanbiedt één en hetzelfde lotingsnummer. Dat lotingsnummer, of ‘rangnummer’ zoals de bedenkers van de matching het noemen, wordt willekeurig bepaald door de matchingscomputer. Hoe hoog die school op de voorkeurslijst van die leerling staat heeft daarop geen invloed. Het lot bepaalt of een leerling een goed of een slecht lotingsnummer heeft voor een school.
Een leerling moet bij aanmelding op zijn voorkeurslijst aangeven wat de volgorde is van zijn voorkeur: een profielklas op school A kan bijvoorbeeld zijn 1e voorkeur zijn, school B zijn 2e voorkeur, en een reguliere klas op school A zijn 3e voorkeur. Bij de matching wordt op volgorde van voorkeur gekeken of leerlingen geplaatst kunnen worden, als er te weinig plaatsen zijn bepaalt het lotingsnummer van een leerling voor die school of hij een plek krijgt of doorschuift. Een doorgeschoven leerling kan voor zijn volgende voorkeur een beter lotingsnummer hebben dan een leerling die daar al (voorlopig) geplaatst was, dan schuift die leerling weer door totdat iedereen een plek heeft.
Voor de reguliere klas of profielklas telt het lotingsnummer en een eventuele voorrang mee (die maar op één keuze kan worden ingezet). Kiest een leerling voor de reguliere klas en alle mogelijke profielklassen, dan ‘koppelt’ de leerling deze ‘onderling afhankelijke kansen’. Dit is de officiële uitdrukking voor het feit dat je niet alle opgeven mogelijkheden (regulier en profiel) als kansen bij elkaar kunt optellen.
De matching wordt uitgevoerd onder verantwoordelijkheid van de OSVO (vereniging van alle schoolbesturen in het Amsterdamse voortgezet onderwijs).