Een Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG) (ook wel bekend als bewijs van goed gedrag) is een verklaring waaruit blijkt dat iemands gedrag geen bezwaar oplevert voor het gevraagde doel, bijvoorbeeld het verkrijgen van een nieuwe baan.
Wanneer VOG nodig
Een VOG kan in diverse gevallen worden gevraagd. Vaak gebeurt dat voor het vervullen van een functie waarbij wordt gewerkt met vertrouwelijke gegevens, kwetsbare personen, geld of goederen. De werkgever kan dan vragen om een verklaring. Ook iemand die tijdelijk of als vrijwilliger gaat werken, kan een VOG gevraagd worden.
VOG verplicht
Voor sommige functies is de VOG verplicht. Zo heeft het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap bepaald dat een onderwijsgevend en onderwijsondersteunend personeel de verplichting heeft een VOG te overleggen. Het ministerie van Verkeer en Waterstaat heeft deze verplichting opgelegd aan taxichauffeurs. De ministeries kunnen zelf in regelgeving vastleggen voor welke beroepen de verplichting geldt. Het ministerie van Justitie is daar niet verantwoordelijk voor en heeft geen overzicht van beroepen waarvoor een dergelijke verplichting geldt.
Geen wettelijke verplichting
Wanneer er geen wettelijke verplichting voor het overleggen van een VOG is vastgesteld, kan een werkgever zelf bepalen of hij iemand voor de uitoefening van een bepaalde functie vraagt een VOG te overleggen. Een werkgever, instantie of organisatie kan een werknemer of persoon verplichten een VOG te overleggen.
Straf- of politiegegevens
Voor de verklaring wordt bij de Justitiële Informatiedienst Documentatie van het ministerie van Justitie en de politie nagegaan of er over de betrokkene gegevens in de straf- of politieregisters zijn opgenomen. Op basis daarvan beoordeelt de burgemeester of de verklaring wordt afgegeven.