Schooltijden zijn vaak niet gelijk aan werktijden. Zo zijn scholen vaak geopend van 08:30 tot 15:00, terwijl ouders vaak van 09:00 tot 17:00 werken. Om er voor te zorgen dat ouders toch naar hun werk kunnen en kinderen tussen de vier en twaalf jaar worden opgevangen is er voor- en naschoolse opvang. Dit heet ook wel buitenschoolse opvang (BSO). Op de buitenschoolse opvang kunnen kinderen spelen en krijgen ze iets te eten en te drinken. Sommige organisaties brengen kinderen ook naar clubjes of lessen, zoals zwemles.
Basisscholen zijn wettelijk verplicht om buitenschoolse opvang (BSO) mogelijk te maken als ouders daarom vragen (Art. 45 lid 2 WPO). Als de school een voorstel voor BSO heeft opgesteld, moeten alle ouders hierover geraadpleegd worden (Art. 15 lid 3 WMS). Meestal organiseert de medezeggenschapsraad (MR) dit. De MR heeft vervolgens ook adviesrecht over het definitieve voorstel (Art. 11 lid 1p WMS).
Meestal gaat de basisschool een samenwerking aan met een kinderopvangorganisatie, die de buitenschoolse opvang organiseert. Als de school deze samenwerking aangaat heeft de MR hier adviesrecht over (Art. 11 lid 1d WMS). De MR heeft geen advies- of instemmingsrecht bij de keuze voor een specifieke kinderopvangorganisatie. De school moet de informatie over de BSO opnemen in de schoolgids.
Heeft de basisschool een samenwerking met een kinderopvangorganisatie die alleen naschoolse opvang verzorgt? Terwijl er één of meerdere ouders zijn die om een voorschoolse voorziening vragen? Dan is de school nog steeds verplicht dit te organiseren. De school kan in dit geval een extra samenwerking aangaan met een andere kinderopvangorganisatie die wél voorschoolse opvang biedt.
Let op: voorschoolse opvang is niet hetzelfde als een voorschool. Een voorschool is een kinderopvangorganisatie die een educatief programma (VVE) aanbiedt, voor peuters tussen de twee en vier jaar oud. Een basisschool is niet wettelijk verplicht om een voorschool te organiseren als ouders hierom vragen.
Ouders schrijven hun kind in bij de buitenschoolse opvang en betalen de kosten hiervan (art. 45 lid 2 WPO). Wanneer ouders arbeid en zorg combineren, krijgen zij minimaal een derde tot negentig procent van de kosten terug via de kinderopvangtoeslag van de belastingdienst. Op de site van de Belastingdienst kunnen zij berekenen op welk bedrag zij recht hebben.
Kinderopvangorganisaties die de voor- en naschoolse opvang organiseren, moeten voldoen aan de kwaliteitseisen van de Wet kinderopvang. Deze eisen zijn gericht op een verantwoorde kinderopvang en gaan onder andere over de groepsgrootte, de kwaliteit van het personeel, de beschikbare ruimte en het pedagogisch beleid (Art. 1.50 lid 1 Wet kinderopvang).
De kinderopvangorganisatie moet een oudercommissie hebben (Art. 1.58 lid 1 Wet kinderopvang ). Deze commissie heeft adviesrecht op zaken als de wijziging van de openingstijden en de prijs van de kinderopvang (Art. 1.60 lid 1 c en f Wet kinderopvang).