Staatssecretaris, wethouder en schoolbesturen zijn het eens geworden en de vrede is getekend tussen Wethouder Asscher en de schoolbesturen. De ruzie over de kwaliteitscijfers is bijgelegd met nieuwe afspraken.
Het ministerie heeft daarover een persbericht uitgegeven:
Doel van het gesprek was het herbevestigen van de ambitie van alle betrokken partijen om het best mogelijke onderwijs aan Amsterdamse kinderen te bieden. De betrokken partijen onderschreven die ambitie in het gesprek met de staatssecretaris.
Dankzij de inspanningen van leerkrachten, schoolleiders, schoolbesturen en de gemeente zijn de afgelopen jaren goede resultaten geboekt bij de verbetering van het Amsterdamse basisonderwijs. Dit kwam tot uiting in het terugdringen van het aantal zwakke basisscholen in Amsterdam, waarover eerder gezamenlijke afspraken zijn gemaakt. Alle betrokkenen zijn het erover eens dat het belangrijk blijft om de onderwijskwaliteit verder te verbeteren.
In dit kader zullen verdere afspraken gemaakt worden om scholen uit te dagen en te motiveren de kwaliteit verder te verbeteren. De door de gemeente Amsterdam geformuleerde ambities voor de kwaliteit van basisscholen gaan uit boven de inspectienormen. Deze ambities liggen momenteel op het terrein van de Cito-score, het percentage kinderen dat niet meetelt in het Cito-gemiddelde en het percentage leerlingen met een HAVO/VWO-advies. De schoolbesturen wijzen er op dat de gemeentelijke ambities inhoudelijke verbetering behoeven. Zo wordt onvoldoende rekening gehouden met de specifieke omstandigheden van scholen. Daarom hebben partijen afgesproken in onderling overleg een nieuwe set van gezamenlijke ambities te ontwikkelen die op transparante wijze maatwerk per school mogelijk maakt. Gemeenschappelijk uitgangspunt daarbij is én blijft dat het ambitieniveau waar iedere school zich op moet richten, onverminderd hoog blijft.
De betrokken partijen hebben afgesproken dat daarbij gekeken wordt welke rol de referentieniveaus voor de Nederlandse taal en rekenen bij de Amsterdamse onderwijsambities kunnen spelen. Staatssecretaris Dijksma zal een inhoudelijke en een bescheiden financiële bijdrage leveren om te verkennen in hoeverre het betrekken van de referentieniveaus invloed heeft op het realiseren van de gestelde ambities voor kwaliteitsverbetering. De betrokken partijen gaan de gemaakte afspraken uitwerken en streven ernaar om ze dit voorjaar te verwerken in een aanvulling op het in 2008 afgesloten Kwaliteitsakkoord over de aanpak van Amsterdamse basisscholen.
Staatssecretaris Dijksma is blij dat iedereen het in het gesprek erover eens was dat de kwaliteit van het aangeboden onderwijs voorop moet staan. “Het gezamenlijk hanteren van extra ambities om de kwaliteit te verbeteren is een goede stimulans; het zet een kader neer om scholen duidelijk richting te geven welke kant het op moet met het onderwijs. Natuurlijk worden scholen door de Inspectie van het Onderwijs beoordeeld aan de hand van het voldoen aan de onderwijswetgeving. Dat oordeel is voor mij maatgevend. Het was goed om te kunnen concluderen dat daar bij de betrokken partijen geen enkel misverstand over bestaat.”