In het begin van de vorige eeuw dronken Nederlanders nog niet zoveel melk als tegenwoordig het geval is. Nederland exporteerde de melk voor een groot deel. In tijden van crisis ontstonden er daardoor grote melkoverschotten. Zuivelproducenten verenigden zich om het drinken van melk te promoten en richtten in 1934 het Crisis Zuivelbureau op. In samenwerking met de overheid en reclamebureaus werden campagnes opgezet om het melk drinken populair te maken. Het Crisis Zuivelbureau begon melk te geven aan schoolgaande kinderen in arme wijken, omdat deze kinderen te weinig voedingsstoffen binnen kregen. Elke ochtend was er op school een kwartier gereserveerd voor het drinken van melk. Door het hoge vetpercentage verbeterde de conditie van de leerlingen. De campagne om melk te drinken werd een groot succes. Het Centraal Schoolmelk Comité werd opgericht om gemeenten te wijzen op het belang van het drinken van melk.
In 1958 werd de Melk-brigade opgericht door het Nederlands Zuivelbureau. Kinderen konden lid worden door dagelijks het aantal extra glazen melk, dat ze naast hun dagelijkse portie dronken, te noteren in een logboek. Na 30 dagen was het logboek vol en bevorderde het Zuivelbureau deze leerlingen tot echte Melkbrigadiers. Melkbrigadiers waren flink en sterk en daar wilde iedereen bij horen. Joris Driepinter volgde de M-brigade op en was een echte held, bedacht door Dimitri Frenkel Frank. Ook Mies Bouhuys schreef verhalen voor deze campagne van het Zuivelbureau. Joris Driepinter werd groot en sterk door het drinken van drie glazen melk per dag. Er kwamen stripboeken, reclamefilmpjes en zijn avonturen verschenen in verhalenboeken, die werden voorgelezen in de klas. Zo leerden leerlingen van jongs af aan dat melk drinken goed voor je is.
[caption id="attachment_17777" align="alignnone" width="207"] Joris Driepinter, getekend door de Deense illustrator Ib Antoni. Reclamemaker Paul Mertz schreef op zijn website over het ontstaan van Joris Driepinter en over Joris Driepinter als held.[/caption]Door de opkomst van goedkope frisdranken, dronken leerlingen in de jaren zeventig minder melk op school. Het Zuivelbureau begon melk in de markt te zetten als een drank die niet alleen goed was voor de gezondheid, maar ook erg lekker. Nederland zat opnieuw met overschotten en de Europese Unie greep in. Vanaf 1977 werd de Europese Unie verstrekker van melksubsidies met (onder andere) het EU-Schoolmelkprogramma tot gevolg.
Het Europese Schoolmelk Programma stimuleert kinderen om dagelijks zuivelproducten te gebruiken en zorgt voor de levering op scholen. De Europese Unie verstrekt hiervoor ruim 50 miljoen euro subsidie aan de lidstaten. Ieder land mag het schoolmelkprogramma aanpassen op nationaal niveau en zelf bepalen welke producten worden gesubsidieerd. In 2008 heeft de Europese Unie het programma uitgebreid. Naast melk kwamen ook andere zuivelproducten voor subsidie in aanmerking en behalve kleuter- en basisscholen konden nu ook middelbare scholen deelnemen aan het programma. In Nederland is FrieslandCampina verantwoordelijk voor de levering van zuivelproducten op scholen.
Op 14 december 2015 heeft de EU tijdens de Europese raad van landbouwministers in Brussel ingestemd met een uitbreiding van het Europese melk- en fruitprogramma voor basisscholen. Het programma wordt vanaf augustus 2017 uitgebreid tot een jaarlijkse bijdrage van 250 miljoen euro. In 2011 was dat nog 180 miljoen. Nederland was geen voorstander van de uitbreiding van de regeling, omdat de regeling ruimte biedt om producten te financieren waar suiker en vet aan worden toegevoegd, zoals bijvoorbeeld chocomel of yogidrink.
Het Campina Schoolmelk Programma voorziet Nederlandse leerlingen tussen vier en twaalf jaar van dagelijkse porties melk. Als de school besluit mee te doen, kunnen ouders een abonnement afsluiten voor hun kind. Leerlingen krijgen 40 weken lang elke dag zuivel op school. Ouders zijn verantwoordelijk voor de financiële afwikkeling en betalen direct aan FrieslandCampina. Voor 1,90 per week krijg je elke dag een pakje halfvolle melk en voor nog eens 1,95 extra per week ook nog een pakje Optimel drink framboos. De school bepaalt het aanbod en het moment waarop de zuiveldrankjes worden aangeboden (meestal in de ochtend- en lunchpauze). In 2013 deden er ongeveer 70.000 leerlingen mee aan het Campina Schoolmelkprogramma. Als leerlingen zowel een pakje melk als Optimel krijgen, kost een abonnement 152 euro per leerling per jaar en levert dit FrieslandCampina een omzet op van 10,6 miljoen euro.
Nederlanders zijn de afgelopen jaren minder melk gaan drinken. Ook de consumptie onder kinderen in Westerse landen is gedaald. In Azië neemt de vraag naar zuivelproducten juist toe. Via het programma Drink.Move.Be Strong bereikt FrieslandCampina 1,2 miljoen kinderen op 1.500 scholen in Indonesië, Maleisië, Thailand en Vietnam. Het gefuseerde FrieslandCampina hoort met 11,3 miljard euro omzet bij de vijf grootste zuivelbedrijven in de wereld. Het bedrijf is nog steeds een coöperatie waarvan de negentienduizend leden-melkveehouders gezamenlijk eigenaar zijn.