De Onderwijsinspectie kijkt naar het verschil tussen de gemiddelde resultaten voor het schoolexamen en centraal examen. Wordt het schoolexamen beter gemaakt dan het centraal examen met een halve punt of hoger? Dan is er sprake van een ‘groot verschil’. Bij minimaal één punt verschil is er sprake van een ‘zeer groot verschil’. Meer informatie hierover staat in het artikel ‘Verschil SE-CE’ van de Onderwijsinspectie.
De Onderwijsinspectie kijkt alleen naar het verschil als het gemiddelde cijfer voor het schoolexamen hoger is dan voor het centraal examen. Als het centraal examen gemiddeld een halve punt hoger is, geldt dat niet als een ‘groot verschil’. Meer informatie hierover staat in het artikel ‘Hoe bereken ik de scores van mijn vestiging?’ van de Onderwijsinspectie.
Tot 2016 gebruikte de Onderwijsinspectie het verschil tussen SE en CE bij de beoordeling van de onderwijsresultaten van een school. Zij gebruikte deze indicator om de waarde van diploma’s te bewaken. Als de SE-resultaten structureel hoger zijn dan de CE-resultaten kan het immers zijn dat de schoolexamens te makkelijk zijn en leerlingen te eenvoudig hun diploma halen.
Maar de vernieuwde en strengere zak- en slaagregeling in 2012 nam het bewaken van de waarde van het diploma deels over. Daarom is het verschil tussen SE en CE nu geen indicator meer bij de beoordeling van de onderwijsresultaten. Een groot verschil vergroot nu niet meer de kans dat een school een onvoldoende beoordeling krijgt voor de onderwijsopbrengsten.
Wel blijft dit verschil onderdeel van de handhaving op de eindexamenlicentie van een school. Als het gemiddelde verschil tussen het schoolexamen en centraal examen namelijk minimaal drie jaar meer dan een halve punt is, kan een school de eindexamenlicentie verliezen (art. 2.62 lid 1 WVO 2020).
De Onderwijsinspectie neemt voor de berekening van de verschilscore tussen schoolexamen en centraal examen alleen de cijfers mee die:
De Onderwijsinspectie berekent de gemiddelde verschilscore van het totaal aantal examenvakken per onderwijssoort. Als een school bijvoorbeeld veertig examenkandidaten vwo heeft en zij allemaal in acht vakken eindexamen doen, gaat het om een totaal van 320 vakken. Vervolgens berekent de Onderwijsinspectie het gemiddelde SE-cijfer en CE-cijfer voor de 320 vakken. De scores worden op twee decimalen afgerond en worden daarna vergeleken met de norm van een halve punt.
In ‘Hoe bereken ik de scores van mijn vestiging?’ legt de Onderwijsinspectie met een concreet voorbeeld uit hoe zij de verschilscore berekent.
Een aantal jaar geleden konden ouders via de website van de Onderwijsinspectie zien wat de verschilscore was tussen het schoolexamen en centraal examen op de school van hun kind. Inmiddels wordt dit verschil niet meer gepubliceerd. Wel kunnen ouders zien wat de gemiddelde eindexamencijfers zijn over een periode van drie jaar.
Ga daarvoor naar de website van de Onderwijsinspectie en toets de naam van de school in het zoekvenster in. Klik vervolgens op de school. Onderaan de pagina staan dan de onderwijsresultaten en eindexamencijfers van de school van de afgelopen drie jaar.