Voor veel beroepen moet je voldoen aan een aantal bekwaamheidseisen. Daarnaast moet je vaak beschikken over bepaalde vaardigheden. En daarvoor volg je een beroepsopleiding. Het onderwijsprogramma van een beroepsopleiding wordt afgesloten met een examen. Hierbij is een diploma een bewijs van je bekwaamheid (art. 7.1.2 lid 2 WEB).
Wil je bijvoorbeeld leerkracht worden in het basisonderwijs? Dan moet je voldoen aan bepaalde bekwaamheidseisen. Zo moet je taal en rekenen goed beheersen. Maar je moet ook het onderwijs kunnen afstemmen op de verschillen tussen leerlingen (Art. 2.5 Besluit bekwaamheidseisen onderwijspersoneel). Om deze vaardigheden te leren volg je de hbo beroepsopleiding pabo (pedagogische academie voor het basisonderwijs).
In Nederland zijn drie vormen voor beroepsonderwijs. Dit zijn de niveaus waarop een beroepsopleiding wordt aangeboden:
Het mbo leidt studenten op voor praktische beroepen, zoals kapper, timmerman of schoonheidsspecialist. Het hbo is een stuk theoretischer dan het mbo, maar richt zich ook nog steeds sterk op de praktijk. Denk hierbij aan beroepen zoals technisch verpleegkundige, leerkracht of juridisch dienstverlener. Wetenschappelijk onderwijs is het meest theoretisch en leidt studenten op voor beroepen als arts, advocaat of historicus.
De vooropleiding van de middelbare school bepaalt of een student zich kan inschrijven voor een mbo-, hbo- of universitaire opleiding. Zo kun je met een vwo-diploma bijvoorbeeld direct naar de universiteit. En met een havo-diploma kun je direct naar het hbo.
Maar je kunt ook doorstromen in het beroepsonderwijs. Zo geeft een mbo-4 diploma toegang tot het hbo. En een propedeuse in het hbo geeft vaak toegang tot de universiteit. Bovendien kun je soms ook naar het hbo of universiteit zonder vooropleiding. Daarvoor moet je een toelatingstoets maken.
Het mbo kent vijf beroepsopleidingen (art. 7.2.2 lid 1 WEB). Deze opleidingen bestaan uit verschillende niveaus, namelijk:
De vooropleiding van de middelbare school bepaalt op welk mbo-niveau een student zich kan inschrijven. Zo kan een student met een vmbo-b diploma zich bijvoorbeeld inschrijven voor een mbo-opleiding niveau 2. En een student met een vmbo-k diploma kan zich inschrijven voor een mbo-opleiding niveau 3 of 4 (middenkaderopleiding). Wil je een specialistenopleiding mbo volgen? Dan moet je al in het bezit zijn van een mbo-diploma niveau 3 of 4.
Na het afronden van een beroepsopleiding kan een student aan de slag op de arbeidsmarkt. Maar studenten kunnen ook doorstromen naar een theoretischer niveau. Zo kunnen zij bijvoorbeeld doorstromen van een entreeopleiding naar een basisberoepsopleiding of van mbo naar hbo of associate degree. Zo vergroten zij hun kansen op de arbeidsmarkt.