Wat kan een basisschool doen tegen pesten?

Geplaatst door Lidewij Koren op 12 december 2024
Een basisschool is wettelijk verplicht om pesten tegen te gaan. De school moet een anti-pestbeleid opstellen en uitvoeren en een pestcoördinator aanstellen. De Inspectie van het Onderwijs houdt hierop toezicht. Leerkrachten hebben een belangrijke taak in het voorkomen, signaleren en aanpakken van pesten. Twee effectieve anti-pestprogramma’s zijn KiVa en PRIMA. Ouders hebben invloed op het pestbeleid van school via de MR en in contact met de pestcoördinator.

Wat doet de basisschool tegen pesten?

Een basisschool is wettelijk verplicht om pesten tegen te gaan. Want sinds 1 augustus 2015 geldt de Zorgplicht veiligheid op school . Deze zorgplicht staat in in de Wet op Primair Onderwijs en verplicht basisscholen om:

  • Een anti-pestbeleid op te stellen en uit te voeren. Veel scholen hebben daarvoor een anti-pestprotocol (Art. 4c lid 1a WPO);
  • Een pestcoördinator aan te stellen, die de uitvoering van het beleid coördineert (Art. 4c lid 1c WPO);
  • Pesten te monitoren (Art. 4c lid 1a WPO);
  • Een laagdrempelig aanspreekpunt voor ouders en leerlingen aan te stellen, zoals de vertrouwenspersoon (Art. 4c lid 1c WPO).

Daarnaast kan een school extra maatregelen treffen om pesten tegen te gaan, zoals:

  • Het organiseren van ouderavonden over de aanpak van het tegengaan van pesten op school;
  • Het verbeteren van toezicht tijdens pauzes en op het schoolplein;
  • Structureel werken aan een positief klimaat op school;
  • Een anti-pestprogramma inzetten, zoals KiVa of PRIMA.

Op de website van het Nederlands Jeugdinstituut (NJI) lees je wat een school nog meer kan doen tegen pesten.

Wat doet de leerkracht tegen pesten op de basisschool?

Uit onderzoek blijkt dat leerkrachten een sleutelrol hebben in de aanpak van het tegengaan van pesten op school. Daarvoor moeten leerkrachten:

  • Een preventieve aanpak van pesten hanteren;
  • Pestgedrag vroegtijdig signaleren;
  • De oorzaak van het pesten kennen;
  • Effectief optreden tegen pesten.

Preventieve aanpak

Omdat pesten veel schade veroorzaakt bij gepeste leerlingen, maar ook bij de leerlingen die pesten en omstanders, krijgt preventie steeds meer aandacht. De meest effectieve aanpak om pesten te voorkomen is schoolbreed en is gericht op:

  • Een goed schoolklimaat (door blijvende aandacht voor positieve groepsvorming en sociaal-emotionele vaardigheden);
  • Toezicht op het schoolplein;
  • Disciplinerende methoden in de klas en op school;
  • Een training voor leerkrachten over pesten;
  • De vorming van teams van leerkrachten, leerlingen en eventueel schoolmaatschappelijk werkers. Samen begeleiden zij kinderen die gepest worden en pesten.

Meer informatie hierover staat in het artikel ‘Wat is een effectieve methode om pesten tegen te gaan?’ van de Kennisrotonde van NRO (2018). 

Pestgedrag signaleren

Pesten is een vorm van agressie waarbij één of meerdere kinderen een ander kind opzettelijk pijn doen. Er zijn twee vormen van pesten:

  • Direct pesten, zoals slaan, schoppen of uitschelden;
  • Indirect pesten, zoals buitensluiten of roddelen.

Pesten gebeurt vaak stiekem, op plekken waar de leerkracht het niet ziet. Bijvoorbeeld op het schoolplein of in de gang. Maar pesten gebeurt ook online. Dat maakt het voor een leerkracht soms lastig om pestgedrag (tijdig) te signaleren. Daarom moeten leerkrachten extra alert zijn op signalen die kunnen wijzen op pestgedrag. Signalen die erop kunnen wijzen dat een kind gepest wordt zijn bijvoorbeeld:

  • Signalen van laag welbevinden in het algemeen;
  • ‘Kleefgedrag’: steeds dicht bij de leerkracht willen zijn;
  • Herhaaldelijke betrokkenheid bij ruzies.

Het Nederlands Jeugdinstituut heeft speciaal voor leerkrachten in het basisonderwijs een signaalkaart gemaakt. Deze kaart helpt leerkrachten om signalen van pesten te herkennen.

Wil u meer informatie over online pesten? Lees dan het artikel ‘Cyberpesten’ van Virtual Private Networks (VPN).

Oorzaak pesten

Pesten kan meerdere oorzaken hebben. Maar leerlingen die introvert of angstig zijn lopen een groter risico om gepest te worden. Net als leerlingen die stotteren of overgewicht hebben. Of leerlingen met ADHD of autisme. Wijkt uw kind op deze of andere manieren af van het gemiddelde? Bespreek dit dan met de leerkracht, zodat die extra alert is op pestgedrag.

Redenen waarom kinderen pesten zijn onder andere:

  • Het verbeteren van de sociale positie. Kinderen die pesten voelen zich sterker als zij een ander kleiner maken en zo kan hun status binnen de groep hoger worden;
  • Sommige kinderen vinden het leuk of spannend om te pesten omdat ze zo een recatie uitlokken bij de ander;
  • Sommige kinderen gaan pesten omdat zij zelf ook gepest worden.

Effectief optreden: anti-pestbeleid

Als één of meerdere leerlingen in een klas worden gepest, moet de leerkracht ingrijpen. Hierbij voert de leerkracht het anti-pestbeleid van de school uit. Het anti-pestbeleid verschilt per school. Sommige scholen hebben een zogeheten anti-pestprotocol. Hierin staat stapsgewijs wat een leerkracht moet doen als er sprake is van pesten.

Wilt u weten wat het anti-pestbeleid is op de school van uw kind? Kijk dan op de website van de school of vraag hiernaar bij de leerkracht of intern begeleider. Hieronder staan twee voorbeelden van anti-pestbeleid op Amsterdamse basisscholen:

Voor meer informatie over de rol van de leerkracht bij pesten bezoekt u de volgende websites:

Let op: wordt uw kind gepest? En gaat het daardoor niet naar school? Houd er dan rekening mee dat uw kind wel leerplichtig is (Art. 3 Lpw). Neem contact op met de school of de leerplichtambtenaar als uw kind door het pesten echt niet meer naar school wil/durft.

Anti-pestprogramma’s voor de basisschool

Wordt uw kind gepest? Dan kan de school een anti-pestprogramma inzetten. Er zijn verschillende anti-pestprogramma’s ontwikkeld om pesten te voorkomen (preventief) en bestaand pestgedrag te stoppen (curatief). Scholen bepalen zelf welk anti-pestprogramma zij inzetten.

KiVa en PRIMA: effectieve anti-pestprogramma’s

Omdat er veel anti-pestprogramma’s op de markt zijn, heeft de Commissie Anti-pestprogramma’s in opdracht van het Ministerie van OCW onderzoek gedaan naar de effectiviteit hiervan. Deze onafhankelijke commissie van deskundigen concludeert dat twee anti-pestprogramma’s, gericht op de hele klas, mogelijk effectief zijn, namelijk:

Alleskidzzz en Kanjertraining

Ook het programma Alles Kidzzz, gericht op individuele kinderen met ernstige gedragsproblemen, blijkt goed te werken. De Kanjertraining, die op veel Amsterdamse basisscholen wordt gegeven, kan een positieve bijdrage hebben in klassen met veel conflicten. Voorwaarde is dat professionele trainers de training geven. Of de Kanjertraining tot minder pesten leidt, konden de onderzoekers niet vaststellen.

Meer informatie over het onderzoek naar anti-pestprogramma’s en de onderzoeksresultaten? Bekijk dan het filmpje ‘Wat werkt tegen pesten?’ waarin de belangrijkste onderzoeksresultaten worden toegelicht. Ook kunt u het volledige onderzoeksrapport lezen: ‘Wat Werkt Tegen Pesten? Effectiviteit van kansrijke programma’s tegen pesten in de Nederlandse onderwijspraktijk’ (mei 2018). 

Invloed ouders op pestbeleid basisschool

In het veiligheidsbeleid van de school staat hoe de school omgaat met pesten. Vaak hebben scholen daarin ook een anti-pestprotocol opgenomen. Bent u het inhoudelijk niet eens met dit beleid? Dan kunt u de volgende stappen ondernemen:

  • Ga in gesprek met de anti-pestcoördinator van de school. De anti-pestcoördinator is verantwoordelijk voor het pestbeleid op school;
  • Ga in gesprek met de ouders uit de medezeggenschapsraad (MR). De MR heeft namelijk instemmingsrecht op het veiligheidsbeleid op school (Art. 10e Wms).

Wilt u meer tips voor als uw kind wordt gepest? Lees dan: ‘Wat kan ik doen als mijn kind wordt gepest op school?’ 

Toezicht Onderwijsinspectie op pesten op de basisschool

De Onderwijsinspectie ziet erop toe dat scholen zich houden aan de wettelijke Zorgplicht veiligheid op school. Zo beoordeelt de Onderwijsinspectie of het veiligheidsbeleid van de school voldoende is en of de school daarbij rekening houdt met de veiligheidsbeleving van leerlingen.

De school monitort deze veiligheidsbeleving jaarlijks en moet de resultaten daarvan aan de Onderwijsinspectie beschikbaar stellen. Deze gegevens geven de inspectie informatie over hoe leerlingen zich op een school voelen. De inspectie kan hierover met de school in gesprek gaan. Indien nodig kunnen zij samen kijken hoe de school het beleid kan aanpassen.

Meer informatie over toezicht op monitoring van de veiligheidsbeleving staat op de website van de Inspectie van het Onderwijs.

Scholen die vragen hebben over de aanpak van pesten, kunnen contact opnemen met de helpdesk van Stichting School & Veiligheid. De stichting denkt kosteloos mee, en wordt gesubsidieerd door het Ministerie van OCW.

Meer artikelen over Pesten, Veiligheid basisonderwijs