Optimistische kijk op de wegblijvende ouders
De wethouder zet zijn kaarten op de ‘wegblijvende ouders’. In zijn notitie ‘Actieve ouders, wat moet de stad doen?’ komt hij daar verschillende keren op terug:
“Wij gaan ‘voorhoede-ouders’ helpen om de technische en sociale belemmeringen te overwinnen als zij een oudernetwerk starten. Oudernetwerken die óók de notoire niet-participerende ouders bereiken. Vooralsnog doen wij dat in de vorm van een pilot voor ‘vederlichte empowerment’. Met vederlicht bedoelen wij een projectvorm die zichzelf snel overbodig maakt en uitgaat van de eigen kracht en capaciteit van ouders.” (p.13)
Ergens bijhoren
Waarom denkt de wethouder dat de wegblijvende ouders nu opeens graag zullen komen?
“Zelfstandig functionerende oudernetwerken zijn veelbelovend; ook voor het bereiken van niet-participerende ouders. Weliswaar is het gebruik van mail en internet onder deze groep ouders niet erg intensief (soms zal de telefoon beter werken), maar omdat een oudernetwerk mensen het gevoel kan geven dat ze ergens bijhoren, is het zeer de moeite waard om ouders juist langs die weg deel te laten uitmaken van de ‘village to raise a child’.” (p. 11)
Waarom moet een keuze voor vederlichte ondersteuning voor netwerken van wegblijvende ouders tot het omvormen en mogelijk opheffen van OCO leiden?
In de evaluatie van OCO, uitgevoerd door gemeenteambtenaren, wordt deze de denkrichting verklaard:
“Daar komt bij dat de werkwijze en de manier van communiceren van OCO vooral gericht op ouders die al enigszins betrokken zijn bij het onderwijs van hun kind.” (Samenvatting evaluatie, september 2010, DMO/SPA)
Kortom, ouders die al ‘enigszins betrokken zijn’ en die vragen hebben over school en op zoek zijn naar informatie of advies, die krijgen geen antwoord meer. In plaats daarvan wordt geïnvesteerd in ‘verderlichte tijdelijke netwerken van wegblijvende ouders.