Er is geen vaste lijst van mogelijke aanpassingen bij het eindexamen voor leerlingen met een beperking. Verschillende leerlingen hebben namelijk verschillende typen aanpassingen nodig. Ook leerlingen met dezelfde beperking hebben andere aanpassingen nodig. Een verzoek om een aanpassing mag niet zomaar worden geweigerd. Het College voor Toetsen en Examen stelt wel de kaders waarbinnen de school keuzes kan en mag maken zonder extra toestemming.
De kaders staan beschreven in de informatie over ‘Kandidaten met een ondersteuningsbehoefte’ die het CvTE jaarlijks publiceert per sector (po, vo, mbo).
Als scholen vinden dat de kaders te beperkt zijn, kunnen ze alsnog andere aanpassingen treffen. Vooral bij een combinatie van beperkingen kan het zijn dat het standaard aanbod niet voldoet. In dat geval overlegt de school wel eerst met het CvTE. Het CvTE onderzoekt dan samen met de school welke aanpassingen mogelijk zijn.
Tijdverlenging is mogelijk als de werktijd van een leerling voor het verwerken van de informatie langer duurt door een beperking. Bijvoorbeeld bij een leerling met een visuele beperking, dyslexie of een chronische ziekte. De extra tijd is in de meeste gevallen maximaal een half uur (art. 3.54 lid 3 onder b Uitvoeringsbesluit WVO 2020). Maar in specifieke situaties kan het ook langer zijn, bijvoorbeeld bij leerlingen die aangewezen zijn op braille.
Verlenging van de duur van het centraal examen met een half uur kan worden toegestaan als de school beschikt over een verklaring van een ter zake kundig en ter zake geschoolde psycholoog, orthopedagoog, neuroloog of psychiater (art. 3.54 lid 3 onder a Uitvoeringsbesluit WVO 2020). Bij een visuele, auditieve of lichamelijke beperking is zo’n verklaring niet nodig.
Gebruik van andere aanpassingen kan ook worden toegestaan (art. 3.54 lid 3 onder c Uitvoeringsbesluit WVO 2020). Hulpmiddelen bij het examen zijn toegestaan als voldaan wordt aan een aantal specifieke regels. Het is niet de bedoeling dat de hulpmiddelen een ‘extra voordeel’ bieden aan een leerling, maar om belemmeringen juist weg te nemen. Met name voor het gebruik van woordenboeken zijn duidelijke regels opgenomen in de brochure van het CvTE.
Een ander type aanpassing is het inlassen van een pauze tijdens het afnemen van het examen. Dit kan bijvoorbeeld bij leerlingen met ernstige vermoeidheidsproblemen of leerlingen met diabetes. De leerling kan dan, onder begeleiding, een pauze inlassen, en daarna het examen verder afmaken. Een pauze kan vooraf worden afgesproken, maar kan ook tijdens het examen nodig blijken. Een andere optie is om leerlingen, bijvoorbeeld leerlingen met concentratiestoornissen, het examen in een aparte ruimte af te laten nemen. Een pauze kan bij sommige beperkingen veel effectiever zijn dan tijdverlenging.
Ook kan een pauze worden benut voor noodzakelijke handelingen in verband met de beperking, dat komt vooral bij medische klachten voor (bijvoorbeeld epilepsie of diabetes). De pauze mag worden gebruikt in aanvulling op tijdverlenging, of in plaats van tijdverlenging.
In bijzondere situaties wordt een centraal examen ook wel mondeling afgenomen. Min of meer standaard gebeurt dat bij enkele examens die moeilijk zijn aan te passen voor kandidaten met een visuele of auditieve beperking, zoals de centrale examens kunst algemeen, aardrijkskunde en wiskunde op het havo en vwo. Ook in andere zeer bijzondere situaties kan de school in overleg met het CvTE voor een mondeling kiezen. Schriftelijke afname heeft in het algemeen – vanwege de vergelijkbaarheid – de voorkeur. Het aantal mondelinge afnames (behalve voor de hierboven genoemde vakken) blijft in het algemeen landelijk onder de twintig per jaar.
Tot slot zijn er ook mogelijkheden om aanpassingen te doen in het tijdvak waarin een examen wordt afgenomen. Zo kan de belasting voor een leerling verspreid worden. Ook het gebruik van de computer als schrijfgerei is algemeen toegestaan, ook voor kandidaten zonder beperking. Melding aan het CvTE of de inspectie is niet nodig.
Ja, een aangepast eindexamen is eerlijk. Het gaat immers om aanpassingen van de wijze waarop de examens worden afgenomen en niet van de examenstof zelf. Die blijft voor alle leerlingen gelijk. Het doel van een aangepast examen is dat leerlingen die door een beperking of stoornis belemmeringen ervaren, gecompenseerd worden.
Scholen en instellingen zijn bovendien wettelijk verplicht om belemmeringen weg te nemen die leerlingen met een handicap of chronische ziekte ondervinden in het onderwijs en bij toetsen en examens. Hierdoor kunnen leerlingen op een gelijkwaardige manier deelnemen. Scholen bepalen welke aanpassingen grotendeels worden geboden (art. 3.54 lid 1 en 2 Uitvoeringsbesluit WVO 2020).