De orthopedagoog of psycholoog die dyslexie heeft vastgesteld bij uw kind, maakt vaak ook een verslag met daarin tips voor de leerkracht of docent. Bijvoorbeeld welke ondersteuning of hulpmiddelen de leerkracht voor uw kind in de klas kan inzetten. Dit is altijd maatwerk. Wat voor het ene kind helpt, helpt niet automatisch voor het andere kind.
De hulpmiddelen in dit artikel kunt u zien als een overzicht van de mogelijkheden op school. Echter niet alle scholen bieden al deze hulpmiddelen aan.
Wilt u weten welke hulpmiddelen voor dyslexie de verschillende vmbo-scholen in Amsterdam aanbieden? Ga dan naar onze scholenzoeker. Door middel van filteropties kunt u verschillen in aanbod per school zien en gericht zoeken naar een geschikte vmbo-school.
De hulpmiddelen in dit artikel zijn onderverdeeld in de volgende categorieën:
Remedial teaching is extra begeleiding voor leerlingen met een ondersteuningsbehoefte, onder wie leerlingen met dyslexie. Een remedial teacher geeft extra uitleg en ondersteuning, zodat de leerling het schoolprogramma zo goed mogelijk kan doorlopen.
Daarnaast ondersteunt de remedial teacher leerlingen bij ‘leren leren’ en planning en organisatie van schoolwerk. Ook houdt een RT’er de voortgang van de leerling in de gaten. Remedial teaching kan zowel in groepsverband als individueel gegeven worden.
Toetstijd is één van de hulpmiddelen bij dyslexie. Bijvoorbeeld: verlengde pauzes bij luistertoetsen, extra toetstijd en grote toetsen in twee delen maken.
In het voortgezet onderwijs maken leerlingen regelmatig luistertoetsen, bijvoorbeeld bij de talen Frans, Duits en Engels. Tijdens deze toetsen beantwoorden leerlingen vragen. Zij krijgen daarvoor beperkte tijd. Omdat leerlingen met dyslexie vaak meer tijd nodig hebben om informatie te verwerken, kunnen zij baat hebben bij verlengde pauzes. Zo kunnen zij de informatie in hun eigen tempo begrijpen en verwerken. Dit helpt bij het verhogen van de concentratie en draagt bij aan het verminderen van stress.
Leerlingen met dyslexie hebben vaak een lager leestempo dan leerlingen zonder dyslexie. Ook hebben zij vaak meer tijd nodig om informatie te verwerken. Daarom kunnen zij baat hebben bij extra toetstijd. Ook vergroot extra toetstijd de concentratie, omdat leerlingen zich beter kunnen inrichten op de inhoud in plaats van op hoeveel tijd ze nog hebben. Uit ervaringen van leerlingen blijkt dat twintig procent extra toetstijd over het algemeen voldoende is, maar dit percentage kan in overleg met de school aangepast worden.
Op sommige scholen kunnen leerlingen met dyslexie grote toetsen in twee delen maken. Dit kan de mentale last verlagen en de concentratie verhogen.
Tip: om de behoeften van uw kind duidelijk in kaart te brengen kunt u samen met de docent het analysemodel invullen, dat met Vlaamse subsidiegelden is ontwikkeld.
Aangepast toetsen is één van de hulpmiddelen die scholen kunnen inzetten bij leerlingen met dyslexie. Denk bijvoorbeeld aan mondeling toetsen in plaats van schriftelijk, minder toetsvragen en vergrote tekst.
Voor sommige leerlingen kan het prettiger zijn om een toets mondeling te maken in plaats van schriftelijk. Dit is bijvoorbeeld fijn bij een lees- en schrijfprobleem. Deze toetsvorm wordt vaak gebruikt bij woordjestoetsen.
De school houdt rekening met de dyslexie door leerlingen minder streng te beoordelen op spellingsfouten. Hierdoor kunnen leerlingen zich beter richten op de inhoud van de toets in plaats van gefocust te zijn op het spellingaspect van schrijfvaardigheid.
Door een schriftelijke toets mondeling te herkansen geeft dit de leerling de mogelijkheid om de kennis te delen zonder opnieuw te hoeven schrijven. Hierdoor kunnen zij beter worden beoordeeld op hun kennis en wordt er niet gelet op de schrijfvaardigheid.
Om leerlingen met dyslexie voldoende kansen te bieden op een goed resultaat worden er op sommige scholen afspraken gemaakt over een maximumaantal (taal)proefwerken per dag of week.
Om leerlingen met dyslexie voldoende kansen te bieden op een goed resultaat, wordt de toets verkort door minder toetsvragen op te nemen. Dit geeft de leerlingen een eerlijke kans om de gehele toets binnen de gestelde tijd te kunnen maken.
Leerlingen kunnen vrijstelling krijgen van spellingtoetsen om hen te ontlasten op het gebied van spelling. Hierdoor worden zij niet afgerekend op hun spelling, aangezien dit voor hen een lastig onderdeel is.
Leerlingen met dyslexie hebben hun concentratie nodig voor zowel de inhoud, als het lees- en spellingaspect. Daarom wordt voor deze leerlingen de mogelijkheid geboden om hun toetsen in een aparte, stille ruimte te maken. Dit draagt bij aan hun concentratie.
Het vergroten van het lettertype kan voor sommige dyslectische leerlingen helpen om de letters beter van elkaar te onderscheiden. Door deze aanpassing kan het lezen gemakkelijker worden gemaakt.
Er zijn ook digitale hulpmiddelen die scholen kunnen inzetten om leerlingen met dyslexie te ondersteunen. Zoals: digitale oefensoftware, digitale schoolboeken, audio-ondersteuning en spellingcontrole op de laptop.
Scholen kunnen digitale leerprogramma’s inzetten, zoals als Numo en Muiswerk. Met deze programma’s kunnen leerlingen met dyslexie onder andere werken aan hun lees- en spellingvaardigheden.
Het inzetten van digitale schoolboeken brengt meer voordelen met zich mee voor dyslectische leerlingen, omdat de weergaveopties van de tekst naar wens kunnen worden aangepast. Denk hierbij aan lettergrootte en regelafstand.
Sommige leerlingen met dyslexie hebben baat bij audio-ondersteuning. Op die manier kunnen zij de inhoud van de tekst beter begrijpen.
Door het toestaan van automatische spellingcontrole op de laptop kunnen leerlingen zich volledig inrichten op de inhoud. Dit zorgt voor een hogere productiviteit omdat zij hun spellingfouten niet meer hoeven na te kijken.
Let op: vanaf 1 januari 2025 zijn er geen dyslexiebestanden van schoolboeken meer beschikbaar. Uitgeverij Dedicon is momenteel de enige die deze bestanden levert en stopt hiermee. Dit kan de leerervaring van kinderen met dyslexie negatief beïnvloeden.
Er is geen grondslag in de wet voor het digitaal toegankelijk maken van leermiddelen door uitgeverijen van schoolboeken. Er wordt echter intensief gepleit voor een oplossing en er zijn toezeggingen van de minister van Onderwijs voor maatregelen op de korte en lange termijn.
Meer informatie over deze ontwikkelingen staat in het artikel ‘Digitale schoolboeken niet meer leverbaar’ van Balans.
Naast de digitale ondersteuning zijn er ook schriftelijke hulpmiddelen voor leerlingen met dyslexie. Denk hierbij aan hulpkaarten en het gebruik van een woordenboek.
Voor leerlingen met dyslexie die het niet voor elkaar krijgen om spellingregels te automatiseren, kan een hulpkaart met de spellingregels helpen. Hiermee kunnen zij opzoeken welke regel ze moeten toepassen bij het schrijven van correcte zinnen.
Leerlingen met dyslexie hebben vaak moeite om nieuwe woorden te leren. Een woordenboek kan daarom bieden als ondersteuning bij het opzoeken van de betekenissen van woorden. Of het kan dienen als een controle op de juiste spelling van een woord.
Naast de bovengenoemde hulpmiddelen zijn er ook andere diverse ondersteuningsmogelijkheden die leerlingen met dyslexie kunnen helpen. Bijvoorbeeld een geluiddempende koptelefoon, mondelinge instructie en een huiswerkklas.
In een taalklas houden docenten specifiek rekening met leerlingen met een ondersteuningsbehoefte op het gebied van taal.
Vooraan zitten in de klas kan de kans op afleiding verminderen. Dit draagt bij aan een betere concentratie en het opnemen van informatie.
Dyslectische leerlingen hebben extra moeite met het lezen van teksten. Daarom kan het fijn zijn als zij geen onverwachte voorleesbeurt krijgen. Op die manier voorkom je dat ze het gevoel hebben dat zij voor de hele klas falen. Dit draagt bij aan het in stand houden van een plezierige leeservaring.
Dyslectische leerlingen hebben extra moeite met het lezen van teksten. Het kan fijn zijn als de omvang van de boekenlijst wordt verminderd, zodat zij minder leesmateriaal hoeven te verwerken. Dit draagt bij aan het verminderen van de druk voor deze leerlingen.
Er kan gebruikgemaakt worden van koptelefoons die leerlingen mogen gebruiken om geluiden van buitenaf te dempen. Dit kan de concentratie verhogen.
Een mondelinge instructie kan door leerlingen met dyslexie fijn worden ervaren. Dyslectische leerlingen hebben extra moeite met het lezen van teksten. Door het geven van mondelinge uitleg, ontlast je de leerlingen om zelf te lezen waardoor de instructie beter begrepen kan worden.
Het bieden van extra leestijd geeft leerlingen met dyslexie de ruimte en eerlijke kansen om een stuk tekst te lezen. Omdat het automatiseren van de tekst meer moeite kost.
Afspraken die gemaakt worden met de leerling worden altijd opgenomen in het leerlingdossier. Sommige scholen werken daarnaast met een dyslexiepas, dit is een op maat gemaakte pas waar de afgesproken faciliteiten op staan waar de leerling gebruik van mag maken. Daarnaast staan er afspraken in waar de leerling zich aan moet houden om aan zijn dyslexie te werken.
Leerlingen met dyslexie besteden veel tijd aan het oefenen met lezen buiten school om. Het kan daarom lastig zijn om het huiswerk te combineren met het oefenen. Een huiswerkklas biedt ondersteuning bij het plannen en organiseren van het huiswerk waardoor de leerlingen geholpen worden bij het verdelen van de taken over de tijd die zij hebben.
Een steunles Nederlands is een extra lesuur na schooltijd waarin leerlingen worden ondersteund bij hun schoolwerk. Er wordt extra aandacht besteed aan de Nederlandse taal.
Bent u benieuwd welke verschillende soorten software er zijn voor de digitale ondersteuning van uw kind? Bezoek dan de websites van Dyslexie Centraal en Dyslexie hulpmiddelen.
Dyslexie Centraal is een digitaal platform voor ouders, leerlingen, professionals en beleidsmedewerkers. Op dit platform staat veel informatie, onder andere over digitale hulpmiddelen bij dyslexie en de effectiviteit daarvan.
De website ‘Dyslexie hulpmiddelen’ biedt een overzicht van digitale hulpmiddelen en specifieke softwareprogramma’s, waaronder verschillende soorten audio-ondersteuning . De keuze voor een bepaald softwareprogramma is afhankelijk van de behoefte van uw kind maar ook van het soort apparaat dat gebruikt zal worden, zoals een laptop of tablet.
Vraag altijd na op de school of zij bekend zijn met een bepaald software-product en of het mogelijk is om een ander programma te faciliteren dan waar zij gebruikelijk mee werkt, als uw kind hier behoefte aan heeft.