Om een vermoeden van dyslexie te kunnen onderbouwen, is het noodzakelijk aan te tonen dat de achterstanden ernstig zijn en niet verminderen na planmatige, systematische en taakgerichte hulp door leerkrachten en remedial teachers. Kortom, de problematiek moet hardnekkig zijn en niet verbeteren ondanks juiste en voldoende didactische ondersteuning.
Als een school de hardnekkigheid kan aantonen, is het mogelijk een kind te verwijzen naar een instelling waar een gecertificeerd orthopedagoog of psycholoog middels onderzoek dyslexie kan vaststellen
Scholen dienen hiervoor over een periode van twee keer twaalf weken geëvalueerde handelingsplannen voor de leerling aan te leveren, waaruit blijkt dat er minmaal 3 maal 20 minuten per week extra individuele instructie is geboden. Daarnaast zal uit de resultaten van drie opeenvolgende toetsen nauwelijks vooruitgang moeten blijken.
Dit is een fragment uit het uitgebreide artikel Dyslexie op de basisschool.