OCO heeft naar aanleiding van het amendement van raadslid Erik Flentge op de Voorjaarsnota van 2017 onderzoek verricht naar oorzaken en effecten van (ongewenste) uitschrijvingen van jongeren in het mbo in Amsterdam. In het amendement wordt er aandacht gevraagd voor het feit dat mbo studenten voortijdig en eenzijdig worden uitgeschreven door de onderwijsinstelling op grond van onderwijsovereenkomsten of als een stage- of onderwijsovereenkomst door de school onvoldoende wordt nageleefd.
Door middel van analyse van beleid, literatuurstudie en cijferanalyse zijn een aantal zaken in kaart gebracht. Er is gekeken naar bruikbare definities en het relevante wettelijke kader. Zowel landelijk als lokaal beleid op het terrein van mbo, praktijkonderwijs, en voortijdig schoolverlaten zijn meegenomen in de analyse. Uit de deskresearch komt naar voren dat de groep studenten die op initiatief van hun opleiding wordt uitgeschreven lastig af te bakenen is. De registratie maakt geen duidelijk onderscheid tussen de verschillende typen uitschrijvingen. Er is wel zicht op de formele redenen waarom een instelling over kan gaan tot uitschrijving: bindend studieadvies, verzuim en disciplinaire maatregelen.
OCO heeft achttien dossiers geanalyseerd van mbo-studenten die zijn uitgeschreven van hun opleiding. Er zijn met zeven jongeren interviews gehouden. Beiden zijn onderdeel van de casusanalyse. In de casusanalyse zijn succes- en faalfactoren in kaart gebracht rondom de uitschrijving zelf en de ondersteuning die voor de jongeren beschikbaar was. De casuïstiek was erg divers. Dit leverde een breed scala aan succes- en faalfactoren op. Vaak is er sprake van multiproblematiek. Bij een deel van de casussen is de jongere uitgevallen, maar we hebben ook casuïstiek geanalyseerd waarbij het gelukt is om de jongeren op school te houden. Bij alle casussen is bekeken welke factoren cruciaal zijn geweest.
De volgende factoren komen het meest naar voren in de analyse:
Jongeren die zich gezien en gehoord voelen, hebben een grotere kans op preventie van uitval of terugkeer.
Ondersteuning die laagdrempelig en op locatie beschikbaar is, is het meest effectief.
Wanneer er sprake is van multiproblematiek, is een aanpak van alle facetten noodzakelijk om uitval tegen te gaan.
Wanneer de opleiding flexibel is wat betreft roosters, studietempo én aanpassingen doet in het kader van passend onderwijs vallen studenten met een ondersteuningsbehoefte minder snel uit.
Voor een aantal studenten sluit het niveau van een opleiding onvoldoende aan. Goede begeleiding bij de vervolgstap voorkomt in deze situatie schrijnende gevolgen.
Coaching gericht op studievaardigheden en onderwijs dat aansluit bij de potentie van een student zijn belangrijke succesfactoren.
Er zijn 22 netwerkgesprekken gevoerd met 26 personen. Er is gesproken met mensen vanuit het voortgezet onderwijs (inclusief praktijkonderwijs en voortgezet speciaal onderwijs), mbo-instellingen, de gemeente en verschillende hulpverlenende en ondersteuningen organisaties die zich richten op mbo-studenten. In de gesprekken is de ondersteuningsstructuur binnen en buiten de mbo-instellingen in kaart gebracht.
Hoewel de gesprekspartners aangeven dat er reeds wordt geïnvesteerd in passende ondersteuning en begeleiding bij de overstap, zien zij ook een aantal verbetermogelijkheden. Meer duidelijkheid over de ondersteuningsmogelijkheden binnen het mbo wordt met name genoemd door gesprekspartners uit het voortgezet onderwijs. Er zou bij de overstap al meer gewerkt kunnen worden aan het organiseren van ondersteuning op maat. Veel ondersteunende instellingen, zoals het mbo-team, leerplicht en het Jongerenpunt zouden intensiever en eerder bij de studenten betrokken willen worden.
De meest genoemde factoren voor het succes van de ondersteuning zijn:
Op basis van de deskresearch, de casusanalyse en de netwerkgesprekken, komen we tot de volgende bevindingen:
Jongeren die worden uitgeschreven voelen zich vaak onvoldoende gezien en begrepen. Investeren in contact loont.
Slechts een beperkte groep studenten krijgt te maken met uitschrijving van hun opleiding. De succes- en faalfactoren hierbij zijn echter breder te interpreteren voor preventie van uitval.
Er zijn een aantal formele redenen voor uitschrijving. In de praktijk zijn er vaak complexe en/of meervoudige oorzaken te benoemen voor zaken als verzuim, achterblijvende resultaten en gedrag.
De structurele effecten van het toelatingsrecht zijn nog niet in kaart te brengen. Gesprekspartners uiten wel hun zorgen over de drempelloze overstap naar het mbo. Individueel studieadvies kan meer worden ingezet.
Er is veel ondersteuning voor jongeren beschikbaar. Hoe deze zich tot elkaar verhouden en welke hulp echt wanneer beschikbaar is, is nog niet altijd duidelijk, zowel voor studenten als voor professionals.
Wanneer hulp van bijvoorbeeld het mbo-team, Jongerenpunt e.a. eerder en laagdrempelig beschikbaar is, komt dat de student ten goede.
Flexibiliteit in de ondersteuning, maar ook in het onderwijsaanbod en aanpassingen in het kader van passend onderwijs bieden grotere kansen op studiesucces.
Betere begeleiding bij de overstap kan helpen de uitval te voorkomen die komt door een niet passende keuze of het ontbreken van de continuïteit van ondersteuning.
Uitschrijvingen zijn divers in zowel de oorzaken als de gevolgen. Soms kan een uitschrijving positief uitpakken.
OCO heeft zeven aanbevelingen om uitschrijvingen te voorkomen en de ondersteuning te versterken. De eerste aanbevelingen zijn gericht op de kringen direct rond de student, zoals de mentor en de decaan. In de opeenvolgende aanbevelingen worden steeds grotere kringen rondom de student aangesproken, zoals de mbo-instellingen, OCO en de gemeente.
Uitgebreide intake en kennismaking. Hou continu contact. Onderneem direct actie bij verzuim.Stimuleer de student in betrekken van ouders en breder netwerk. Nodig ouders en netwerk uit voor activiteiten op de school, ook nadat de student 18 is.
Warme overdracht. Meer aandacht voor individueel studiekeuzeadvies. Betere informatie over toelatingsrecht. Investeer in continuïteit van ondersteuning.
Investeer in training in signalering van problemen. Maak hulpverlening zichtbaar op school.
Zorg voor meer kennis over mogelijke aanpassingen. Vergroot de mogelijkheden voor onderwijstrajecten die nauw aansluiten bij de persoonlijke behoefte van studenten. Stimuleer flexibiliteit.
Maak afspraken over overdracht en continuïteit van ondersteuning. Verklein het gat tussen ondersteuning op school en buiten school.
Monitor uitschrijvingen en negatieve bindend studieadviezen van studenten voor beter zicht op de oorzaken en effecten.
Zorg voor betere informatie voor studenten en professionals over toelatingsrecht en de beschikbare ondersteuning. Versterk de zichtbaarheid van ondersteuning op school.
Bij OCO adviseren we ouders, leerlingen en studenten bij al hun vragen over onderwijs in Amsterdam. De groep studenten die de overstap willen maken naar het mbo, of al op het mbo zitten is erg divers. Zij kunnen in de eerste instantie contact nemen met de algemene helpdesk voor informatie en advies.
Tijdens een kennismakingsgesprek wordt er eerst gekeken naar wat de vraag, het probleem of de klacht is van de student. Informatieve vragen worden door de algemene helpdesk van OCO behandeld. Als er sprake is van een complexe situatie waarbij er langdurig contact nodig is over het geschil, dan kan de mbo-expert Fatima Jilali de student ondersteunen. Dit gebeurt vaak als er sprake is van een (juridisch) geschil op school. Een Praktijkvoorbeeld van wat OCO kan doen is de student adviseren en begeleiden bij een onrechtmatig verwijderingsbesluit.
Een student kan ook bij OCO terecht voor hulp of vragen bij het kiezen van een studie. Samen wordt er gekeken naar waar je interesses liggen en welke studierichting passend kan zijn. In uitzonderlijke gevallen wordt een student voor een langere periode begeleidt door de mbo-expert.
OCO heeft voor leerlingen in hun eindejaarsexamen op het vmbo in Amsterdam een startkit ontwikkeld. De startkit is een hulpmiddel voor leerlingen om na te denken over een vervolgstudie op het mbo. De startkit bestaat uit o.a. een kaartenset met vragen die je aan jezelf, een mentor, vriend(en) en thuisomgeving kunt stellen. Dit zijn vaak personen die een leerling goed kennen. Het doel is om met de kaartenset het gesprek over een studierichting op het mbo op gang te krijgen. De mbo-expert biedt voorlichtingen aan leerlingen over de overstap naar het mbo. Daar wordt ook verteld over hoe ze de kaartenset kunnen gebruiken.
In de startkit zit ook een poster met een begrippenlijst van woorden die leerlingen op het mbo tegenkomen, informatie over het studentenreisproduct en informatie over de studiefinanciering.
Dit artikel is i.v.m. de chronologie van het blogarchief gedateerd op de datum van de presentatie van het rapport in Pakhuis de Zwijger, 2 maart 2020. Deze digitale samenvatting van het onderzoeksrapport is 19 januari 2021 toegevoegd aan de website van OCO.