Sarah Eweg (39) heeft een veelzijdig cv. Na haar opleiding aan de Amsterdamse Toneelschool & Kleinkunstacademie (ATKA) acteert ze als twintiger in verschillende (tv)producties. Daarbij werkt ze in een banketbakkerij en volgt ze de opleiding tot patissier. Uiteindelijk gaat ze hiermee fulltime aan de slag, maar vele gebakjes en taarten later begint het te kriebelen: “Ik kwam op een punt in mijn leven dat ik iets anders wilde gaan doen. Ik wilde iets teruggeven aan de maatschappij.”
Sarah is eind dertig als ze ontslag neemt bij de banketbakkerij. “Ik had tijd en ruimte nodig om na te denken wat ik wilde gaan doen. Ik wilde mezelf blijven ontwikkelen en bij de banketbakkerij ging het alleen maar om productie draaien en was het keihard werken.”
Vlak na haar ontslag, in het voorjaar van 2020, valt haar oog op een artikel in Het Parool over de Crash Course: tien dagen meelopen op een basisschool om te ontdekken of het leraarschap bij je past. Sarah meldt zich aan en loopt een week stage op de Lidwinaschool in Amsterdam Oost. Eén dag voor de afkondiging van de eerste lockdown rondt ze de Crash Course af met een assessment.
“Ik vond het een leuke, interessante en intensieve week. Toch dacht ik niet meteen: ik heb mijn roeping gevonden. Ik wilde het rustig laten bezinken en na de lockdown verder kijken. Maar toen kreeg ik een telefoontje van de Lidwinaschool: of ik daar een werkervaringstraject van vier maanden wilde volgen.”
Sarah besluit deze kans te grijpen. “Ik vond de Lidwinaschool een fijne school. Er hangt een goede sfeer en ik voelde me echt welkom geheten. Bovendien is langere werkervaring de enige manier om erachter te komen of een beroep bij je past.” En zo stond ze vanaf mei 2020 ineens vier dagen per week voor de klas. “Gelukkig kreeg ik wekelijks begeleiding van een coach bij het voorbereiden van de lessen en didactiek.”
Omdat Sarah tot de zogeheten corona-lichting behoort, mag ze na de zomervakantie ook meteen beginnen met de pabo-opleiding voor zij-instromers. “Ik nam daarmee wel een risico, want normaal wordt op basis van het werktraject bepaald of je geschikt bent voor deze opleiding. Een paar medestudenten hebben dit uiteindelijk niet gehaald en moesten toen ook stoppen met de opleiding.” Sarah sluit haar werkervaringstraject wel met een voldoende af.
“Als ik nu terugkijk op het eerste jaar van mijn opleiding, was dit wel echt een heftige, drukke periode. Ik stond twee dagen per week voor de klas en moest veel lessen voorbereiden. Daarnaast volgde ik één dag per week onderwijs. Ik moest voor mijn opleiding aan mijn portfolio werken, tentamens maken én de wisCAT doen, de rekentoets voor eerstejaars pabostudenten.”
Lachend: “Ik was eigenlijk wel blij dat ik door de coronabeperkingen geen sociaal leven kón hebben, want ik weet niet waar ik die tijd daarvoor vandaan had moeten halen. Gelukkig is mijn vriend zzp’er en kon hij thuis veel opvangen. Anders was de combinatie van het zij-instroomtraject en de opvoeding van onze zoon te zwaar geweest.”
Sarah straalt als ze vertelt over haar werk op school. “Ik merk dat er een vuur bij mij is gaan branden: dit is het echt! Inmiddels voelt het onderwijs ook niet meer als een tweede keus. Het voelt meer als de start van mijn derde leven, na mijn loopbaan als actrice en banketbakker.”
Haar enthousiasme is mede te danken aan de goede begeleiding die ze krijgt op haar school. Maar dat is niet voor alle zij-instromers weggelegd. “Een medestudent op de pabo heeft nu een burn-out omdat ze zonder begeleiding vier dagen per week voor de klas werd gezet. Dat trek je niet als je daarnaast ook nog een studie moet doen. Ik snap sowieso niet dat ze het nog zo lang heeft volgehouden.”
Volgens Sarah zijn scholen en pabo’s vaak niet op de hoogte van regels en mogelijkheden voor begeleiding. “Officieel heb je recht op zestig uur begeleiding in het eerste jaar en dertig uur in het tweede jaar. Maar ieder schoolbestuur regelt het weer anders en het wordt niet duidelijk gecommuniceerd. Daardoor is het onduidelijk voor studenten waar ze recht op hebben en hoe ze de begeleiding kunnen regelen.”
Dat het zij-instroomtraject veel van studenten vraagt moge duidelijk zijn. Toch vindt Sarah de combinatie van leren en werken goed te doen. “Als ik over twee maanden de studie heb afgerond, hou ik veel meer tijd over voor het voorbereiden van lessen. Dat zal ik wel echt als een bevrijding ervaren.”
“En natuurlijk is het soms pittig om voor de klas te staan, bijvoorbeeld als je vijf leerlingen hebt met specifieke onderwijsbehoeften, terwijl je de andere kinderen ook gewoon les moet geven. Dat vergt veel van je als leerkracht. Maar verder vind ik het qua werkdruk meevallen.”
Niet alleen de begeleiding van zij-instromers verschilt per school. Ook de salarisonderhandelingen verlopen voor iedere student anders, weet Sarah. De ene student begint ondanks uitgebreide werkervaring met een laag salaris, terwijl anderen meteen in de hoogste trede van de salarisschaal terechtkomen.
“Ook in dit opzicht heb ik het bij mijn school getroffen. Ik had een goed gesprek over mijn salaris en ben ingeschaald in een trede die ik zelf ook passend vind. Bovendien wordt mijn studiedag doorbetaald en dat is niet bij iedereen zo. Ik heb op deze school echt het gevoel dat er goed voor mij wordt gezorgd. En dat maakt het verschil.”
Sarah kijkt met een goed gevoel terug op de afgelopen anderhalf jaar. “Ik heb megaveel geleerd en kennis opgedaan. En hoe bijzonder is het dat ik op bijna veertigjarige leeftijd weer dat hele proces meemaak van een nieuw vak leren, met vallen en opstaan?”
“De komende vijf jaar sta ik in elk geval voor de klas, zodat ik het vak echt in de vingers krijg. Want dat kost nu eenmaal tijd. Maar waar ik over tien jaar sta, weet ik nog niet. Ik heb in elk geval niet de ambitie om directeur te worden!”
“Wel vind ik het belangrijk om mezelf te blijven ontwikkelen. Misschien ga ik uiteindelijk nog de master Kunsteducatie doen. Dan komt ook mijn achtergrond in toneel- en kleinkunst weer van pas en is de cirkel helemaal rond.”
Wil je weten of het zij-instroomtraject iets voor jou is? Check dan deze routekaart van de gemeente Amsterdam.
Wil je weten of een zij-instroomtraject iets voor jou is?
Tip aan pabo’s en basisscholen
Tip aan basisscholen
In januari 2020 presenteerde de gemeente Amsterdam en schoolbesturen het ‘Noodplan lerarentekort Amsterdam’. Eén van de doelstellingen uit dit plan is per schooljaar 180 zij-instromers op te leiden. In 2020-2021 is met 125 zij-instromers de doelstelling niet gehaald. De PO-raad vermoedt dat het aantal zij-instromers na corona weer zal toenemen, mede dankzij de middelen die vrijkomen via het Nationaal Programma Onderwijs: een programma voor herstel en ontwikkeling van het onderwijs tijdens en na corona. Meer weten over het zij-instroomtraject in Amsterdam? Bezoek dan de website ‘Liever voor de klas’.