Sander van Raalte gaat na zijn opleiding Bedrijfseconomie aan de Universiteit van Amsterdam aan de slag in de financiële sector. Hij is jarenlang controller en manager van verschillende afdelingen. “Ik heb dit altijd met veel plezier gedaan, ik heb namelijk een passie voor cijfers. Maar vijf jaar geleden dacht ik: is dit het? Is dit waar ik gelukkig van word? Aan de ene kant zag ik mensen ontslagen worden en aan de andere kant werden bonussen overgemaakt aan aandeelhouders en directeuren. Naarmate ik ouder werd voelde ik me daar steeds minder senang bij.”
In diezelfde periode begint het onderwijs te lonken. Sander geeft wekelijks hockeytraining en helpt zijn eigen kinderen regelmatig met schoolwerk. Dat gaat hem goed af en hij haalt er veel voldoening uit. Daarom besluit hij begin 2020 de stoute schoenen aan te trekken. “Ik heb een stichting met verschillende basisscholen in Amstelveen gebeld met de vraag of ik een paar dagen mocht meelopen. En dat kon. Ik liep drie dagen mee met een leerkracht in groep 8 en was meteen enthousiast. En de stichting en school ook, want ik kreeg de week daarna het aanbod om bij hun een werkervaringstraject te starten. Daar hoefde ik niet lang over na te denken.”
Maar na ruim een jaar maakt Sander de overstap naar een andere basisschool, De Rivieren in Amsterdam Zuid. “Er waren meerdere redenen waarom ik naar een andere school wilde. Ik ben inmiddels 44, heb veel werkervaring en zij-instromers zijn hard nodig. Toch kreeg ik voor mijn gevoel te weinig waardering op mijn vorige school in Amstelveen. Bovendien kreeg ik daar niet altijd evenveel begeleiding, terwijl ik hier wel behoefte aan had. Op De Rivieren krijg ik die vanuit stichting Amos, waar de school onder valt. Iedere maand komt er iemand langs om mee te kijken bij mij in de klas. Dat is heel leerzaam omdat ze ook video-opnames maakt van mijn lessen, die we samen terugkijken.”
Sander ervaart dat scholen verschillend omgaan met zij-instromers. “We worden heel verschillend gewaardeerd. Op de ene school is de zij-instromer gelijk verantwoordelijk voor de groep en bij een andere school gebeurt dat pas na de opleiding. Ook financieel is de waardering verschillend. Het is best een gekke situatie dat je als zij-instromer op de ene school duizend euro meer kunt verdienen dan op een andere.”
Lachend: “Als mensen vragen of ik spijt heb van mijn carrièreswitch, zeg ik altijd: eens per maand, als mijn salaris net gestort is. Maar voor mij woog de vraag ‘waar word ik gelukkig van?’ een stuk zwaarder dan het financiële aspect. Al besef ik goed dat niet iedereen in de situatie zit waarbij dat zomaar kan.”
Vijf jaar geleden vroeg Sander zich nog af waar hij gelukkig van wordt en waar hij plezier uithaalt. Inmiddels heeft hij daar antwoord op. “Ik wil iets doen voor het collectief. In plaats van ik, ik, ik, moet het gaan om wij, wij, wij. Ik wil graag het maximale uit ieder kind halen. Inmiddels ben ik wel wat realistischer en zie ik dat dit niet bij ieder kind lukt, al helemaal niet in een klas met 32 kinderen. Maar ik probeer het wel en zet me daar volop voor in.”
“Daarnaast heb ik de afgelopen twee jaar zoveel meer geleerd dan in de twintig jaar daarvoor. Dat is soms best confronterend, maar het is ook leuk. Je mag jezelf vragen stellen en fouten maken. Dat is een heel lekker gevoel. Van alle functies die ik tot nu toe heb gehad is die van leraar de meest verantwoordelijke. Ik moet een grote groep kinderen onderwijzen en bedienen.”
De komende jaren wil Sander zich verder ontwikkelen als leerkracht. “Ik merk dat ik op didactisch vlak veel aankan, maar dat ik op pedagogisch gebied nog veel kan leren. Hoe kan ik storend gedrag van leerlingen op een positieve manier corrigeren, in plaats van steeds ssst te zeggen? En hoe kan ik leerlingengedrag herkennen? Dat soort dingen, daar moet ik echt nog wat stappen in maken.”
Hoe de toekomst eruit ziet weet Sander nog niet. “Met mijn achtergrond zou ik het niet gek vinden als ik in de toekomst voor het directeurschap ga. Ik heb al leiding gegeven en heb kennis van budgetten. Je kunt me midden in de nacht wakker maken voor een Excel sheet. Maar misschien maak ik uiteindelijk wel de overstap naar het voortgezet onderwijs om wiskunde of economie te geven. Eigenlijk heb ik nog geen idee. En dat vind ik juist zo fijn. Ik geniet van wat ik nu doe en hoef me helemaal niet bezig te houden met wat ik in de toekomst ga doen.”
Wil je weten of het zij-instroomtraject iets voor jou is? Check dan deze routekaart van de gemeente Amsterdam.
“Mijn tip aan mensen die nog twijfelen over het zij-instroomtraject van de pabo? Loop een paar dagen stage op een basisschool! En kijk dan niet alleen mee met de leerkracht, maar zet je actief in. Geef bijvoorbeeld een klassikale les. En help daarnaast individuele kinderen in de klas met hun werk, zodat je echt ervaart of het vak iets voor je is.”
Op de vraag of Sander nog een tip heeft voor de iPabo geeft hij aan dat de Ipabo meer zou kunnen differentiëren. “Nu krijgen alle zij-instromers hetzelfde programma, terwijl iedere student andere onderwijsbehoeften heeft. Ik vind het bijvoorbeeld zonde dat ik met mijn economische en financiële achtergrond veel rekenen en wiskunde moet doen. Waarom kan ik er niet voor kiezen om in plaats daarvan extra lessen Pedagogiek te volgen? Op de pabo leren we hoe je in het basisonderwijs moet differentiëren, waarom zou dat dan op de opleiding zelf niet kunnen? In mijn optiek is dat een gemiste kans.”